De nieuwe wildernis – Diane Cook

Nieuwe-wildernis.jpg

De nieuwe wildernis – Diane Cook (SF)
Uitgeverij Nieuw Amsterdam, Amsterdam (2021)
361 pagina’s, € 22,99
Oorspr.: The New Wilderniss – (HarperCollins Books, New York – 2020)
Vertaling: Ineke Lenting
Omslag: Fritz Metsch/Studio Jan de Boer

Klimaatfictie… een nieuwe duiding voor iets wat al heel erg oud is. Oude wijn in nieuwe zakken dus. Je mag als het oudste klimaatfictieverhaal waarschijnlijk wel het verhaal van de zondvloed uit de bijbel noemen. De mens had daar direct geen bemoeienis mee, maar indirect natuurlijk zeer zeker wel. Ook in de Fantastiek hebben we daar wel een behoorlijk ervaring mee natuurlijk. Kim Stanley Robinson met zijn ‘Science in the Capital’ reeks, mag natuurlijk als zodanig beschouwd worden. En ook ‘New York 2140’ natuurlijk. ‘Lucifers Hammer’ van Larry Niven & Jerry Pournelle, toch ook, nietwaar? ‘De verdronken aarde’ van J.G. Ballard en nog een paar meer. Uiteraard niet te vergeten onze eigen Ziltpunk verhalen van Tais Teng en Jaap Boekestein (en soms ook Roderick Leeuwenhart). En dan mag natuurlijk het door Johan Klein Haneveld samengestelde ‘Voorbij de Horizon’ niet onvermeld blijven. 25 verhalen van Nederlandstalige auteurs, verschenen bij Uitgeverij Macc, welke allemaal als thema klimaatverandering hadden. Onlangs verscheen ‘KliFi’ van Adriaan van Dis, ook alweer met hetzelfde thema. Klimaatfictie… wen er maar aan. We gaan nog heel erg veel boeken en verhalen met dat thema zien.

Zelf heb ik daar heel erg weinig bezwaar tegen. Hoewel ik er wel bang voor ben, omdat we er middenin lijken te zitten, fascineert het me ook en lees het graag. Maar ik blijf het gewoon SF noemen. Klimaatfictie is er hooguit een sub genre van.

Diane Cook heeft met ‘De nieuwe wildernis’ een wereld geschapen dat zijdelings met het fenomeen klimaatfictie te maken heeft. Als je de vage verwijzingen naar de rest van de wereld weglaat, zou je ook kunnen zeggen dat je met een stenen tijdperk verhaal te maken hebt. De tijd is onbestemd, maar duidelijk wel in de toekomst. De stad waar de hoofdpersonen, Bea met haar dochter Agnes, vandaan komen, is duidelijk zwaar vervuild en de smog verwoesten Agnes haar longen, zodat Bea niets anders kan dan de stad te verlaten en die te verruilen voor de nieuwe wildernis. De nieuwe wildernis is een ongerept natuurgebied waar de mens zich nooit in heeft mogen bewegen. Bea en Agnes voegen zich bij achttien andere vrijwilligers voor een radicaal experiment. Ze moeten leren te overleven in de wildernis zonder zich te vestigen of sporen na te laten. Verder moeten Rangers ervoor zorgen dat de groep mensen in beweging blijft en van station naar station, die in de uithoeken van de nieuwe wildernis gevestigd zijn. Daar kan de groep haar afval kwijt en dan weer verder trekken. Telkens als de groep zich een tijdje vestigt bij bijvoorbeeld een waterplaats, duiken niet lang daarna de Rangers op en worden ze weer op pad gestuurd. Verder, immer weer verder, zoals de jagers/verzamelaars in vroeger tijden deden. Wat het experiment uiteindelijk zou moeten brengen, dat blijft een raadsel. Maar daar gaat het verhaal helemaal niet om. Het gaat meer om de interactie tussen moeder en dochter en daarnaast ook om de interactie in de groep onderling.

Hoewel veel de toekomstige wereld voor de lezer verborgen blijft (en wat ik wel wat irritant vind, omdat ik graag het grote plaatje ken), is het verhaal meer dan fascinerend. Het leven in het ‘stenen tijdperk’ is prachtig beschreven. Als ‘De nieuwe wildernis’ model kan staan voor de klimaatfictie die er nog aan staat te komen, dan teken ik er blind voor. Ziltpunk is prachtig, leuk en geweldig origineel, maar dit is zonder meer mooi!

Jos Lexmond

Avram Davidson – Rork!

Rork.jpg

Avram Davidson – Rork! – 194p.
Spatterlight, Amstelveen (2021) € 13,98
(Rork!, Berkley-Medallion, New York – 1965)
Vertaling: Pon Ruiter (herzien door: Pon Ruiter)
Omslagontwerp: Howard Kistler
Omslagillustratie: Menno van der Leden
(Verkrijgbaar via Amazon.de)

Nu de ‘Het verzameld Werk van Jack Vance’ reeks bij Spatterlight zijn vervolmaking begint te naderen (nog maar 5 delen te gaan), vroeg ik me al een tijdje af wat Spatterlight in het tijdperk na Vance zou gaan doen. Ik kon me niet echt voorstellen dat ze zichzelf op zouden heffen, dat zou ook wel heel erg zonde zijn. Ik was dus heel erg benieuwd, maar nu weet ik het. Nou ja… voorlopig dan. Allereerst gaan ze drie boeken van Avram Davidson in vertaling uitgeven. Het eerste, ‘Rork’, heb ik nu in handen. Er komt nog een die al eerder verschenen is. Dat zou dan ‘Het eiland onder de aarde’ of ‘Veldslag der Vrouwen’, beiden eerder verschenen bij Born (1970 en 1971), of ‘Wachters van het web’, eerder verschenen bij Meulenhoff (1967), kunnen zijn. Verder zijn er een vijftal verhalen van Avram Davidson in het Nederlands verschenen en dat was het dan. Uiteraard heeft Davidson nog veel meer geschreven, maar (misschien voorlopig) gaat Spatterlight er een onbekende van vertalen. Ik ben zeer benieuwd. Een tweede lijn is het starten van een nieuwe reeks (voorlopig helaas alleen in het Engels, maar misschien dat flink zeuren helpt!) en wel ‘Paladins of Vance’. Deze reeks gaat titels bevatten die zich in het Vance universum afspelen. Een deel is ‘Barbarians of the Beyond’ van Matthew Hughes, welke zich in het Duivelsprinsenuniversum afspeelt. Ik heb het in handen en ga kijken of het voor mij voldoende leesbaar is (u weet, ik ben niet zo’n held in het lezen van Engels, het duurt me te lang en ik hou van opschieten in een verhaal) en zal er dan zeker een recensie aan wijden. Iemand anders die al in de deze ‘Paladins of Vance’ reeks is opgenomen, is onze eigen Tais Teng die een (Engelstalig) deel aan de Alastor reeks toevoegde: Phaedra. Alastor 824. Michael Shea is ook al een Paladin, die met ‘A Quest for Simbilis’ een nieuw Cugel verhaal aandroeg. Wat mij betreft… allemaal vertalen graag!!!

Wel… eerst maar eens kijken naar: ‘Rork’. Het verscheen voor het eerst in 1977 bij Scala in vertaling. Ik wist van de uitgave, maar de inhoud van het verhaal is in het zwarte gat, dat mijn geheugen is, verdwenen. Maar daar maak ik me niet zoveel zorgen over. Vierenveertig jaar en duizenden andere boeken en verhalen zijn erover heen gegaan, dus is het niet zo vreemd dat het niet is blijven hangen. Bovendien was Scala nou niet de top van de SF-uitgevers destijds, dus dat helpt ook al niet. Ofschoon ‘Rork!’ zich niet in een bekend Vance universum afspeelt, zou je toch kunnen zeggen dat het wel in de ‘Paladins of Vance’ reeks zou passen, want het is zeer Vanciaans van opzet. ‘Rork!’ verhaalt van de gebeurtenissen op Pia 2. Een wereld die zeer afgelegen in de ruimte ligt en nog contact met de rest van de mensheid heeft omdat een Q-schip van het Gilde van de Tweede Academie, eens in de vijf jaar langskomt om het Gildestation te bevoorraden en de roodvleugeloogst op te halen. Roodvleugel groeit alleen maar op Pia 2 en is een belangrijk ingrediënt voor de farmaceutische industrie. Als de productie van roodvleugel drastisch afneemt wordt Edran Lomar als gezant van het Gilde naar Pia 2 gestuurd om te achterhalen wat er aan de hand is en het probleem op te lossen. Edran wordt geconfronteerd met een stelletje ongeregeld dat het Gilde op Pia 2 voorstelt en elk van de leden van dat Gilde kan zo uit een Vance verhaal komen. Ongeïnteresseerd, te lam (of te dom) om iets te doen, te gedegenereerd en ga zo maar door. En… geen van hen zit te wachten op de bemoeienissen van Edran. Ga daar maar eens aanstaan.

Pracht verhaal dat me verschillende keren deed grinniken en was aldus een aangename verrassing waarvan het herlezen (of eigenlijk gewoon lezen) helemaal geen straf was. Het deed me wel met weemoed terugverlangen naar de jaren zeventig en tachtig, waarin we helemaal doodgegooid werden met SF. Niet alleen maar goede, maar natuurlijk ook veel slechte SF. Hoe dan ook… ik ben heel erg benieuwd naar de andere twee boeken van Avram Davidson!

Jos Lexmond

De Strijd om de Zon – A.G. Riddle

Strijd-om-de-zon.jpg

De Strijd om de Zon – A.G. Riddle (SF)
Lange Winter-trilogie, deel 2
Iceberg Books, Amsterdam (2021)
Oorspr.: The Solar War (Legion Books, Raleigh, North Carolina (2019))
434 pagina’s, € 23,99
Vertaling: Erik Schreuder en Sonja Renaud
Omslag: Head of Zeus, Londen/Michael van Zijl

Het grote voordeel van de uitgave van een trilogie als de ‘Langer Winter-trilogie’ in een keer is natuurlijk dat als je lekker in het verhaal zit, je in een keer door alle drie de delen heen kan stormen. Je hoeft dan niet bang te zijn dat je na een half jaar, als het tweede (of derde) deel verschijnt, moet denken: “Waar gaat het ook alweer over?” Dat heb ik tegenwoordig geregeld, zeker bij een reeks als bijvoorbeeld: ‘De Spiegelpassante’ van Christelle Dabos. De tijd die tussen die delen ligt is ongeveer een jaar en eigenlijk zou je, voor het mooi en het begrip, de voorgaande delen telkens opnieuw moeten lezen voordat je aan het nieuwe deel begint. Ondoenlijk natuurlijk voor een recensent, die toch wel met geheugenproblemen kampt tegenwoordig. Dat kan aan twee dingen liggen natuurlijk. Of het heeft met de leeftijd te maken, of ik probeer er veel te veel in te proppen, waardoor er constant weer dingen uit gekieperd worden, omdat het er te vol wordt. Ik hou het maar op het laatste, maar misschien is dat vorm van je hoofd in het zand steken. Wie weet. Hoe dan ook… de beslissing van Iceberg Books om sommige trilogieën in een keer uit te geven kan ik alleen maar toe juichen. Helaas is het voor mij als recensent niet doenlijk mij in een dikke dertienhonderd pagina’s onder te dompelen. Gretig als ik ben, zit ik steeds tegen een achterstand aan te kijken wat de verwerking van recensieboeken betreft, dus ik moet me geregeld tussendoor met wat andere boeken bezighouden. Jammer, maar een noodzaak. Telkens als ik de ‘Lange Winter’ reeks even onderbreek voor wat andere boeken, kijk ik er wel heel erg naar uit om de reeks voort te kunnen zetten.

Zo was het ook voordat ik met ´De Strijd om de Zon´. Niet dat ik slechte boeken en tijdschrift had, wat ertussen zat, maar ´Winterwereld` was me dermate goed bevallen, zodat ik alleen maar door wilde. ´De Strijd om de Zon´ sluit zich ook naadloos aan op ´Winterwereld´. Eigenlijk durf ik nu te wel zeggen dat de hele trilogie een doorlopend verhaal is, verteld vanuit het perspectief van James en Emma. Wat ook voor mij een fascinerende manier van vertellen is. James en Emma worden, gedwongen door hun functies, veel van hun activiteiten alleen te ondernemen en op deze manier mis je eigenlijk niets van wat er zich ook afspeelt en hoe het verloop van de strijd tegen het Raster zich ontwikkelt. Een strijd die epische vormen aanneemt en waarbij de mensheid welhaast gedoemd is tot uitroeiing. Veel wil ik niet kwijt van het verhaal. Ik wil u de vreugd van zelfontdekking en ervaring absoluut niet ontnemen, maar als de mensheid nog maar uit enkele duizenden personen bestaat, dan wordt de kans van overleven wel heel erg klein. Echter er is en blijft natuurlijk één optie open, maar zijn de resterende mensen bereid die stap te nemen, of grijpen ze terug naar wat altijd een oplossing van de problemen leek te zijn.

Ik heb me meer dan prima vermaakt met ´De Strijd om de Zon´ en kon de neiging meteen door te pakken in het derde deel maar ternauwernood onderdrukken. De plicht riep, maar moet je altijd luisteren? Tuurlijk wel. Maar inmiddels ben ik, na weer een korte pauze, aan ‘De verdwenen kolonie’ begonnen. Gaat ook gewoon lekker door waar deel twee eindigde en dus binnen niet al te lange tijd, ook die recensie.

Iceberg Books lijkt met haar aankondigingen voor de toekomst (onder andere Frank van Dongen en een, voor mij, onbekende Dennis E. Taylor met de Bobiversum trilogie (al zijn er al vier delen inmiddels)) haar belofte als nieuwe SF uitgever meer dan waar te maken. Ik moet zeggen dat ik er een beetje een hard hoofd in had, een nieuwe professionele SF uitgeverij in Nederland, kan dat wel in deze tijd? Wel… blijkbaar wel. Ik duim gewoon door, maar begin te hopen dat het goed komt en we een hele mooie toekomst tegemoet gaan. Er is nog zooooooooveel moois om te ontdekken. To boldly go where no one has gone before is het devies!!!

Jos Lexmond

HSF 274, Jaargang 52, 2021/2. Verhalen

HSF-20212-001-2.jpg

NCSF – Nederlands Contactcentrum voor Scienvefiction (Augustus 2021)
43 pagina’s (jaarabonnement (4 nummers) € 30,00)
Samenstelling: NCSF
Omslag: Alice Jouanno
Illustraties: Pixabay
Verkrijgbaar op: penningmeester@ncsf.nl

Zoals ik al schreef bij een recensie van Fantastische Vertellingen, wil ik voortaan ook tijdschriften recenseren. De tijdschriften van tegenwoordig zijn halve, of soms zelfs, hele verhalenbundels en het zo zonde zijn om er geen kond van te doen en zodoende te proberen meer leden voor die tijdschriften te werven. Die tijdschriften zijn namelijk meer dan de moeite waard om gezien en gelezen te worden. Om de bladen te kunnen recenseren moeten ze uiteraard wel voorzien zijn van verhalen, waardoor niet alle nummers van HSF (De vroegere Holland-SF) besproken zullen gaan worden. De nummers met alleen maar artikelen (ook heel erg interessant) zullen zich alleen moeten redden, wat zeker geen probleem zal zijn. Eerlijk heb ik geen idee hoeveel van de vier jaarlijkse uitgaven verhalen versies zijn, maar één is het er in ieder geval.

Deze tweede uitgave van 2021 is weer een fraai vormgegeven blad met een schitterende omslag. Weliswaar niet SF te noemen, maar wel heel erg mooi én verrassend. Het zal ook niet altijd meevallen om iets relevants te kiezen, maar als het zo mooi als dit is, dan heb ik daar allang vrede mee. Dit keer bevat HSF een zestal verhalen, waarvan er een de winnaar was van de Harland Awards Schrijfwedstrijd 2020. Geweldig natuurlijk dat dit verhaal op deze manier tot ons komt, maar dan komt meteen de vraag bij me op: Waarom geen Harland Awards bundel meer? Ik weet zeker dat minimaal de eerste, pak ‘m beet, twintig verhalen (er waren 178 inzendingen) zeer de moeite waard waren. Okay, er is een e-book uitgave met de eerste vijf verhalen. Dat is iets, maar dik onvoldoende. Persoonlijk heb ik een hekel aan e-boeken. Ik kijk de hele dag al op een scherm, dus een papieren versie is voor mij meer dan gewenst. Volgens mij zijn er mogelijkheden te over om dit te doen. Misschien eens een licht op te steken bij Uitgeverij Macc, bij Godijn Publishing, of Fantastische Vertellingen om eens te zien wat de mogelijkheden zijn en wie weet zijn er nog wel meer gegadigden. Ik denk zeker niet dat de markt dood is voor dit soort kwalitatieve anthologieën.

Maar goed… de inhoud van deze bundel, eh… tijdschrift! In volgorde van opname:

Ria van Montfoort – ‘Onderaards’
Fris en genre overstijgend. SF, Horror, Fantasy… het kan allemaal. Zeer de moeite waard voor een debuut (althans… dat denk ik) en het geeft een heel andere kijk op planten en hun stekjes. Het had mi wel een beetje weg van ‘Invasion of the Bodysnatchers’ naar het verhaal van Jack Finney.

Jeroen de Leeuw – ‘Meestal weet ik het meteen’
Dit verhaal is de winnaar van de Harland Award Schrijfwedstrijd 2020. Is het echt het beste verhaal? Ik weet het niet en kan er ook niet over oordelen. Als een van de voorselecteurs heb ik 25 van de 178 verhalen gelezen en één ding weet ik zeker. Dit verhaal was zeker beter dan die 25 die ik wel gelezen heb. Maar liever had ik de eerste twintig gelezen om een goed oordeel te kunnen vormen. ‘Meestal weet ik het beter’ is in ieder geval origineel en ik vond het geweldig! Volgens mij trouwens ook al een debuut. Dan is het helemaal sterk dat je dan meteen de Harland Awards wint.

Bo Balder – ‘Everything but the moon’
Uiteraard las ik al verschillende verhalen van haar hand en was er zeer over te spreken. Ik vind het ook geweldig dat ze zo’n furore maakt in het Engels. Als je al in Analog e.a. gepubliceerd bent, dan ben je natuurlijk wel iemand. Maar toch vind ik dat een Engelstalig verhaal niet thuishoort in een Nederlands tijdschrift. Je publiceert hier, om maar eens een voorbeeld te noemen, ook geen verhaal van Frank Roger in het Chinees, Fins of Hongaars omdat hij daar behoorlijk bekend is. Dus voortaan gewoon Nederlandstalige verhalen graag. Maar… natuurlijk heb ik het verhaal wel gelezen. A Hell of an Idea, A Hell of a Dilemma. For Humanity… everything but the moon. I wouldn’t know.

Floris M. Kleijne – ‘De bekentenis van Bob Havers’
Prachtig taalgebruik in een mooi verteld Horror/Fantasy verhaal. Huiveringwekkend ook, als je er wat langer over nadenkt. Absoluut achter te houden voor het gebruik van paardenmeisjes (of genderneutraal: paardenkinderen)! Ook al val ik zelf niet in die categorie… ik moest toch zelf ook wel even slikken.

Johan Klein Haneveld – ‘De Strijd der Dryaden’
Ik mag ter plekke van kleur verschieten (ik durf niet te zeggen: ‘Ik mag ter plekke doodvallen’), als Johan de inspiratie voor dit verhaal niet te danken heeft aan Jaap Boekestein. Jaap heeft zich de laatste tijd zeer intensief beziggehouden met het beschilderen van elfen poppetjes met de meest afgrijselijke wapens en was zeer ruimhartig met het delen van afbeeldingen daarvan. Mooi SF verhaal met een onverwacht einde.

Frank Roger – ‘Nog een kus’
Alweer een origineel gegeven. Niet dat ik anders verwachtte van Frank. Of de legende ook ooit zo begonnen is? Hoe dan ook… moge hij zijn flow voor immer behouden!

Kortom, alweer een verhalenversie van HSF die toch weer zeer de moeite waard was. Wat mij betreft mag de volgende doorkomen.

Jos Lexmond

Het Heksenhotel – Anna van Praag

Heksenhotel.jpg

Het Heksenhotel – Anna van Praag (JFA)
Lemniscaat b.v., Rotterdam (2021)
171 pagina’s; prijs 15,99
Omslag & Illustraties: Marc Suvaal

Het ‘Heksenhotel’ heeft al een heel leven achter zich. Het verscheen voor het eerst al in 2008 bij Uitgeverij Leopold. Daarna heeft het blijkbaar jaren op (oude) leeslijst van de Canon van de Nederlandse Geschiedenis gestaan. Door dat soort opmerkingen word ik altijd getriggerd en ga ik op zoek naar de betekenis daarvan, maar helaas heb ik daar verder niets over kunnen vinden. Het lijkt in die Canon altijd en alleen maar over literaire meesterwerken van schrijvers van volwassenliteratuur te gaan. Het enige wat ik kon vinden is dat iemand zich afvroeg waarom ‘Het Heksenhotel’ daar dan op zou staan, want het verhaal speelt zich grotendeels in Ierland af. Dat was voor mij redelijk steekhoudend, al gaat het natuurlijk wel over een Nederlands (gebroken) gezin en al de perikelen die zich met gebroken zijn, als gezin, voordoen. Maar goed… tot zover over de canon.

Ik weet zeker dat ik de ‘klassieke’ uitgave in mijn bezit heb gehad, maar ik heb hem eigenlijk nooit eerder gelezen omdat er altijd andere boeken voorgingen. Waarom weet ik eigenlijk niet. Deze, door de auteur zelf, herziene uitgave leek mij een prima gelegenheid om dit verzuim te herstellen.

Waar gaat het over. Laura woont met haar zusje Elvie bij haar vader, omdat haar moeder, een wereldberoemde dokter voor haar werk steeds verder en langer van huis is. Vader en moeder besloten te gaan scheiden, omdat samenleven op deze manier vrijwel onmogelijk werd. Voordat haar moeder vertrok om een maand in Kaapstad te vertoeven gaf ze Laura op het vliegveld een dagboek met de woorden: “Misschien helpt dit een beetje, Laura”. Laura dacht van niet, maar begint toch aan haar dagboek. Mama mistte zelfs haar afscheidsmusical. Haar moeder had wel beloofd dat ze voor het einde van de vakantie weer thuis zou zijn en dan zouden ze samen nieuwe schoolspullen uit gaan zoeken omdat Laura na de vakantie naar het gymnasium zou gaan. Als haar moeder drie dagen weg is komt haar vader met de mededeling dat ze op vakantie gaan. Ze moeten ’s avonds bij de boot zijn. Laura dacht dat ze een cruise gingen maken en Elvie dacht aan Texel. Maar bij vader weet je het nooit. Bij al haar vrienden en vriendinnen weten ze al weken, zo niet maanden, van tevoren dat ze op vakantie gaan. Ze gingen naar Ierland. Wat moest een mens nu in Ierland. Ze eindigen in een suf en ook vreemd hotel zonder wifi. Ze kunnen alleen met mama in Kaapstad bellen via de telefoon in de lobby. Ze zijn niet alleen in het hotel, want er zijn ook allerlei mensen die er wonen. Wie woont er nu in een hotel. Het zijn vreemde mensen. Het blijken allemaal heksen te zijn die Midzomernacht aangrijpen om rituelen uit te voeren en rond en over kampvuren te springen. Laura voelt zich vreemd genoeg steeds meer thuis in het Heksenhotel en kan steeds beter met de bewoners overweg. Ze mag paardrijden en meedoen met het Vollemaansfeest en andere rituelen. Totdat…

Het begint vrij rustig en alles lijkt koek en ei in dat hotel in Ierland. Samen met Laura word je in slaap gesust, maar tegelijkertijd voel je dat er iets niet in de haak is, maar je kunt er geen vinger achter krijgen. Langzaam neemt de spanning toe.

In eerste instantie werd ik zelf ook in slaap gesust en kreeg het idee dat het verhaal een beetje doorkabbelde. Ik had me al voorbereid dat het als een nachtkaars uit zou gaan. Niets was minder waar. Blij dat ik het alsnog gelezen heb. Geen idee wat de aanpassingen en of dat het er beter is op geworden tussen 2009 en nu, maar eigenlijk hoef ik dat ook niet te weten. Het verhaal is, zo goed als, prima zo en zeker aan te raden. Er is maar een ding op aan te merken. Het verhaal is doorspekt met dagboekfragmenten, maar buiten die fragmenten lijkt het af en toe ook verder geschreven als een dagboek. Het is niet storend of zo, maar het viel me meermalen op.

Jos Lexmond

De Leerling-toveRaar – Audrey Alwett

ToveRaar.jpg

De Leerling-toveRaar – Audrey Alwett (JFA)
De Magische Wereld van Charlie 1
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam (2021)
348 pagina’s; prijs 18,99
Oorspr.: Magic Charly – L’apprenti (Éditions Galimard Jeunesse, Parijs – 2019)
Vertaling: Lidewij van den Berg & Sandra Verhulst
Omslag: Suzanne Bakkum/Stan Manoukian
Illustraties: Stan Manoukian

Wij Nederlanders zijn voor onze fantastiek, buiten onze eigen en Vlaamse schrijvers (niet te vergeten) heel erg gericht op de Angelsaksische landen als het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De rest hangt er maar een beetje los vast bij, ofschoon daar ook hele mooie verhalen geschreven worden. Van de week had ik nog een prachtig jeugdboek uit de bibliotheek dat ‘Een wonderlijke expeditie van robots’ heette. Prachtig vormgegeven, geïllustreerd, een mooi verhaal én vertaald uit het Tsjechisch. Het kan dus wel. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff heeft zich, na Christelle Dabos, verder op de Franse markt georiënteerd en heeft Audrey Alwett bij dezelfde uitgeverij als Christelle Dabos gevonden. Een lovenswaardig initiatief, mag ik wel zeggen. Vooral ook gezien de kwaliteit van beide dames. Heel erg veel vertaalde Franstalige fantastiek kan ik me ook niet voor de geest halen. De tijdschriftenreeks Apollo gaf wat Franse titels uit. De twintig uitgaven van Space Story waren allen Frans van oorsprong. Jules Verne en Paul d’Ivoi uiteraard niet te vergeten. Maar verder zou ik er zo een, twee, drie geen kunnen noemen. Er zullen er zeker nog veel meer zijn, maar die zijn in het zwarte gat, dat mijn geheugen heet, verdwenen.

Maar goed… over tot de orde van de dag. De auteur van ‘De leerling-toveRaar’, Audrey Alwett, geboren in 1982, woont in de buurt van Parijs. Ze heeft een master in Franse literatuur en is hoofdredacteur bij een uitgeverij. Eerder schreef ze de graphic novel-serie ‘Princess Sarah’ en het fantasy-boek ‘Les Poisons de Katharz’. Als je haar Franse Wikipedia pagina bekijkt dan lijkt ze in Frankrijk een stuk bekender te zijn dan bij ons. Maar je moet eens de eerste stap zetten naar bekendheid in ons land en dat is nu dus gebeurd.

‘De leerling-toveRaar’ is een leuk verhaal met leuke originele, en magische, vondsten als bijvoorbeeld een spreukenboek dat uit zichzelf beweegt en fladdert en naar je toekomt en hijgend op de tafel openvalt, waarzeggende chocolade beignets met fonkelsuiker en meer van dat soort dingen. In de eerste helft van het boek maken we kennis met Charlie en zijn oma, Vrouwe Melisse, die een groot magiër is. De proloog eindigt met voorspellende beignet met een briefje erin waar Charlie’s oma danig van onder de indruk is en vijf jaar later blijkt dat oma steeds meer van haar herinneringen kwijt raakt tot op het moment dat ze helemaal niets meer weet. Ook Charlie lijkt zich dan vrijwel niets van haar toverkunsten te herinneren, maar heeft zich wel voorgenomen een serieuze poging te wagen om de herinneringen van vrouwe Mellisse terug te halen, hoe hoog de prijs ook zijn moge. Maar eerst moet Charlie zelf leren toveren. Van spreuken heeft hij weinig kaas gegeten, maar intuïtief lijkt hij over grote magische krachten te bezitten.

De vergelijking met Harry Potter is natuurlijk zo gemaakt, maar daar doe je Audrey Alwett zeker te kort mee. Ze heeft een prachtig nieuw en origineel verhaal geschapen, Het eerste deel van het boek verloopt nog vrij rustig. Het is waarin de hoofdpersonen redelijk uitgebreid geïntroduceerd worden en de verhaallijnen gelegd en uitgelegd worden. Dan, na een bijzonder schokkende mededeling (die ik zelf ook niet aan zag komen), komt het verhaal flink op stoom en vond ik het zelf meer dan interessant worden. Het eindigt met een knappe cliffhanger, die je naar het tweede deel doet verlangen. Hopelijk gaat het verschijnen daarvan niet al te lang duren. Geduld oefenen en afwachten. Er ziet waarschijnlijk niets anders op.

Jos Lexmond

Het donkere woud – Cixin Liu

Het-donkere-woud.jpg

Het donkere woud – Cixin Liu (SF)
Het drielichamenprobleem 2
Uitgeverij Prometheus, Amsterdam (2021)
590 pagina’s, € 22,50
Oorspr.: 黑暗森林 – (Chongqing Media & Publishing Co., Ltd. – Nan’an District Chongqing – 2008)
Vertaling: Joel Martinson (naar het Engels)/Eisso Post & Richard Heufkens (naar het Nederlands)
Omslag: Stephan Martiniere

Je zou best mogen zeggen dat ik maar bof met een baan als recensent. En dat is helemaal waar. Dit jaar heb ik al vijftig boeken mogen (moeten) lezen. ‘Het donkere woud’ was het vijftigste. Daarvan waren er vijftien SF (alsmede Young Adult SF) en dat is best wel een aardig gemiddelde, als je naar de gemiddelden over de laatste jaren bekijkt. Dus… ik ben blij. Uiteraard blij met de nieuwe SF uitgeverij Iceberg Books, die na een wat moeilijke start toch zachtjesaan op stoom komt, maar ook blij met de SF die af en toe bij reguliere uitgeverijen verschijnt, zoals deze ‘Het Drielichamenprobleem’ trilogie. Prima kwaliteit SF, waarvan ik meer en meer wil. Ik kan al haast niet wachten op het derde en laatste deel, ‘Het einde van de dood’ dat deze maand nog zou moeten verschijnen. Spannend.

Een van de nadelen van het recensent zijn is dat, ik heb het al even aangetikt, dat je stevig door moet kunnen lezen. Je wilt niet dat de uitgever te lang moet wachten op zijn of haar recensie. Als dat dan niet lukt (zoals door allerlei oorzaken met ‘Het donkere woud’ het geval was) dan geeft dat behoorlijk wat stress en dan, kan ik jullie verzekeren, wordt het lezen geen pretje. Dan wordt het dwang. Maar goed… ondanks alles… ‘Het donkere woud’ is uit en het was geweldig en een waardig opvolger van het eerste deel.

Wat was ‘Het donkere woud’? Uiteraard… het is SF, maar niet alleen dat. Het is meer, veel meer. Het gaat over menselijk succes en menselijk falen, over liefde en haat, over jaloezie en onbaatzuchtigheid, kortom over alles wat een mens, mens doet zijn. Als je het eerste deel tot je heb genomen, dan is dat meer dan voldoende aansporing om ook dit tweede deel tot je te nemen en uiteraard daaropvolgend ook nog deel drie. Het gaat over de menselijke geschiedenis en hoe om te gaan met een dreiging die nog honderden jaren ver weg is, dus de geschiedenis van de toekomst. Maar toch eigenlijk zoveel mogelijk over de geschiedenis van het heden. Want hoe bereidt je je voor op wat er komen gaat, als je alleen weet dat er een vloot van anderlingen op weg is naar je eigen planetaire systeem. Je weet niet wat je te wachten staat. Nemen we aan dat die vloot Trisolianen vijandig zijn? Daar moet je maar van uitgaan. Je kunt niet aannemen dat ze als je vrienden op weg naar je zijn. Haar sofonen, of subatomaire agenten, zijn hier al en ontregelen wetenschappelijk onderzoek en dwarsbomen de ontwikkeling van de mensheid. Alleen het individuele menselijk brein is immuun voor hun invloed. Het lijkt logisch om het Muurschouwersproject op te starten, een laatste wanhopige poging van de mensheid om zich te verdedigen. Er worden vier Muurschouwers aangesteld, die alle middelen waarover de aarde beschikt tot hun beschikking hebben. Is dat genoeg? Is het nodig? Drie van de Muurschouwers zijn staatslieden en wetenschappers. De vierde, Luo Ji (een niet ambitieuze astronoom), is stomverbaasd over zijn aanstelling. Helpt dat?

Ik ben gek op dit soort SF. De geschiedenis van de toekomst is heel intrigerend. Toen ‘Laatste en eerste mensen’ ‘(Last and First Men (1930)) van Olaf Stapledon in 1984 in vertaling verscheen, heb ik dat letterlijk en figuurlijk kapot gelezen. Ook de geschiedenis van de toekomst gezien met de ogen uit 1930. Mooi, maar ook heel erg leerzaam te zien hoe de mensheid over en over dezelfde fouten maakte. Lazen maar meer politici dit soort literatuur. Zou de wereld er dan beter voorstaan? Denk het niet. Maar je blijft altijd wishfull thinking. Op naar het derde deel!!!

Jos Lexmond

De jongen die met draken zong – Andy Shepherd

9789047712206_front.jpg

De jongen die met draken zong – Andy Shepherd (JFA)
De jongen die draken kweekte – deel 5
(The Boy Who Sang with Dragons (Picadilly Press, Londen – 2020)
Lemniscaat b.v., Rotterdam (2021)
277 pagina’s; prijs 14,99
Omslag & Illustraties: Sara Ogilvie

‘De jongen die met draken zong’ is al weer het vijfde deel van ‘De jongen die…’ serie. Ik moet eerlijk bekennen dat ik raar tegen het verhaal aankeek. Aan de ene kant was het vertrouwd, maar aan de andere kant had ik steeds het gevoel dat ik het een en ander miste. Dat laatste was niet zo heel erg vreemd, achteraf gezien. Toen ik het nakeek bleek ik alleen het eerste deel gelezen te hebben en de daaropvolgende drie op de een of andere manier aan mij voorbij heb laten gaan. Vreemd, want als ik met een bepaalde serie begin, ga ik door tot het (misschien) bittere einde. Ik wijt het aan het feit dat ik vrijwel constant een te grote stapel recensieboeken nog moet lezen. Het spreekwoord: ‘Het oog is groter dan de maag’, gaat ook op voor boeken en er komen er chronisch te veel uit om allemaal te behappen. Ik heb de nare gewoonte niet te kunnen kiezen en hol daardoor steeds achter de feiten (lees: boeken) aan. It’s the story of my life! Ergens zou ik waarschijnlijk ook niet anders willen.

Ik had ‘De jongen die met draken zong’ toch maar door gelezen nu ik er eenmaal aan begonnen was. Ik kon nu eenmaal niet even gauw de andere drie missende delen gaan lezen, dan zou de achterstand nog groter worden. Maar… ik had dus een probleempje tijdens het lezen, want ik mistte toch nogal wat achtergrond informatie, wat in de andere drie delen gestaan had. Toch, een en een bij elkaar optellend, kwam ik er toch wel uit. Ik negeerde de dingetjes die ik niet kon weten gewoon. Ik moet uiteraard wel toegeven dat het wel handig zou zijn gewoon de hele serie te lezen voordat je met ‘De jongen die met draken zong’ begint. Ik ga dus uiteraard in het vervolg wel heel erg goed opletten of ik alle eerdere delen in een reeks wél gelezen heb.

Het verhaal dan… Tomas kweekt draken. In de tuin van zijn opa staat een grote drakenfruitboom, waaraan de prachtigste, meest fantastische draakjes groeien. In de tuin van zijn grootvader, knettert het van de magie. Tussen de sperziebonen en frambozenstruiken flitsen de draakjes. Kleine draakjes zitten op zijn handen, armen, haren en hoofd. Tomas is de drakenfluisteraar. De Drakenhoeder! Maar als Tomas denkt dat hij alles onder controle heeft ontdekt hij een groot geheim over Aura, zijn nieuwe vriendin en het lijkt helemaal niet goed te gaan met de drakenfruitboomstekjes. Zwier de bliksemdraak is een van Tomas grootste kleine vrienden. Fikkie is zijn grootste grote vriend. In de nacht vliegen ze met z’n drieën rond. Kunnen ze, samen met het superheldenteam, de problemen oplossen?

Ondanks het feit dat ik zoveel informatie mistte, was ‘De jongen die met draken zong’ toch redelijk goed te volgen, maar ik denk dat iemand die alle boeken tot nu toe gelezen heeft er meer van kon genieten. Ik heb het vermoeden dat dit het laatste deel is van de reeks, maar zeker weten doe ik dat natuurlijk niet. Ook op Fantastic Fiction (daar kan je zien wat er in het Engelse taalgebied te verschijnen staat en die lopen dus een beetje voor op ons), bleef het bij de vijf delen. We zullen zien!

Jos Lexmond

Winterwereld – A.G. Riddle (SF)

Winterwereld.jpg

Winterwereld – A.G. Riddle (SF)
Lange Winter-trilogie, deel 1
Iceberg Books, Amsterdam (2021)
Oorspr.: Winter World (Legion Books, Raleigh, North Carolina (2019))
379 pagina’s, € 22,99
Vertaling: Frank van Dongen, Sabrina Nasr en Erik Schreuder
Omslag: Head of Zeus, Londen/Michael van Zijl

Van alle boeken die Iceberg Books aankondigde als de start van haar uitgeversbestaan, was voor mij de ‘Lange Winter-trilogie’ het meest aantrekkelijk. Niet dat de Young Adult ‘Sterrenvlucht’ mij tegengevallen was, integendeel mag ik wel zeggen. Maar het had er meer mee te maken dat ik zeer genoten had van Riddles Atlantis-trilogie, in 2016/2017 in vertaling verschenen. Dat was blijven hangen en dus was ik bij voorbaat al blij dat de trilogie zou verschijnen, ook nog eens in één keer.  Maar het leven van een recensent gaat niet over rozen: ik moet een paar andere boeken tussen deel een en deel twee (en misschien ook wel tussen deel twee en drie) voor laten gaan.

Terug naar ‘Winterwereld’. Zoals ik al verwacht had, was het lezen hiervan een regelrecht genot. In de nabije toekomst is er een duidelijke klimaatverandering (gezien de situatie in Limburg en de ons omringende landen is dat sowieso al het geval) waar te nemen, maar dan geen opwarming van de aarde, maar juist afkoeling. Er valt sneeuw in de zomer, gletsjers verpletteren complete dorpen en steden in Noord-Amerika, Europa en Azië. Wereldwijd zijn mensen gedwongen hun huizen te verlaten en te verhuizen naar warmere streken rond de evenaar, waar nog te overleven valt. Uiteraard gaat dat niet zonder slag of stoor en landen sluiten bondgenootschappen om de laatste bewoonbare zones van de wereld in handen te krijgen, zoals Death Valley in Californië, of Libië, Soedan, Iran en Tunesië. Intussen zoeken wetenschappers wanhopig naar een oplossing van het probleem. Na het sturen van sondes wordt ontdekt dat de straling van de zon geblokkeerd wordt en zodoende de aarde niet meer kan bereiken, die zo steeds meer afkoelt. Duidelijk is dat een en ander geen natuurlijke oorzaak heeft. In de buurt van Mars ontdekken ze een mysterieus object dat onderweg is naar de zon. Zou dit de oorzaak van de nieuwe ijstijd zijn? De anarchie op aarde neemt intussen steeds meer toe.

Het is een prachtig verteld verhaal, van twee kanten en inzichten verteld. De ene kant is het verhaal van Emma die aan boord van het ISS de wereld binnen vijf maanden aan zijn einde ziet komen, maar dan in no-time gedwongen wordt het station te verlaten omdat het door een UFO vernietigd wordt. Het andere verhaal wordt door James verteld. James Sinclair is een gevangene die de was doet in een inrichting in Edgefield, waar hij opgesloten zit. Hij is een geleerde die bedreigd wordt met de dood bij een opstand in de gevangenis, maar is de enige die de opstand overleeft. Hij blijkt nodig te zijn, krijgt volledige presidentiële gratie en kan dan meteen aan het werk voor de NASA. Samen met Emma vormt hij een team om de problemen op aarde en bij de zon aan te pakken.

Wat mij betreft zeer de moeite waard. Spannend en onderhoudend verteld en soms zit je op het puntje van je stoel. Ik wil graag snel weer door en ben bijna door het ‘Donkere woud’ van Cixin Liu heen, die warempel wel wat op de ‘Lange wereld trilogie’ lijkt. SF all over the place! I love it!!!

Jos Lexmond

De Strijd om Arranmore – Catherine Doyle

Strijd-om-Arranmore.jpg

De Strijd om Arranmore – Catherine Doyle (JFA)
Stormwachter 3
Baeckens Books, Mechelen, Fantoom (2021)
317 pagina’s; prijs 17,99
Oorspr.: The Storm Keeper’s Battle (Bloomsbury Publishing Plc., Londen – 2021)
Vertaling: Maria Postema
Omslag: Manuel Šumberac

Bij mijn recensie van het tweede deel in deze ‘Stormwachter’ reeks, De Verdwenen Zeekrijgers, vond ik dat het hoog tijd werd aan mijn tweede (of misschien wel derde jeugd) te beginnen. Zo leuk vind ik de jeugd-fantastiek tegenwoordig. En zeker een trilogie als ‘Stormwachter’, waar ik ontzettend van genoten heb. Jammer dat het al weer voorbij is. Er zit eigenlijk maar één groot voordeel aan: Catherine Doyle kan zich concentreren op iets nieuws en wie weet hoe leuk dat wordt. Ik kan het nooit laten om even bij de auteur te spieken op Fantastic Fiction en zag niets voor de toekomst. Wat me wel opviel en schokte was dat de Stormwachter-reeks in het Engels: ‘The Storm Keeper Quartet’ heet. Dat zou betekenen dat de reeks uit vier delen bestaat en niet uit drie. Ik had toch heel erg sterk de indruk dat het einde van ‘De Strijd om Arranmore’ ook echt het einde was en er geen losse eindjes waren. Intrigerend, dat wel! Ik ga en ging er voorlopig toch maar van uit dat het bij drie delen blijft. We zullen het af moeten wachten.

Hoe dan ook… we lopen op de zaken voorruit. We hebben natuurlijk eerst nog ‘De Strijd om Arranmore’ voor ons liggen. Het derde deel van de ‘Stormwachter’ reeks schept verwachtingen na de beide meer dan goedgekeurde delen. Eigenlijk was ik er al niet bang voor dat ‘De Strijd om Arranmore’ een teleurstelling zou worden. En dat is het dus absoluut niet geworden. Ik heb de gehele reeks alvast apart gelegd om hem over een tijdje nog eens te lezen maar dan alle drie achterelkaar. Het enige wat dat evenement tegen zou kunnen is tijd en de altijd dwingende stapel andere recensieboeken die om aandacht vragen.

Er zijn tien dagen verstreken nadat Fionn, op het strand van Arranmore tegenover de uit haar graf onder de zeegrot opgestane Morrigan stond. Bijna had ze Fionns ziel verslonden. Zijn opa verdween onder het noorderlicht en kwam nooit meer terug. Nu zaten ze gevangen op het eiland met weinig hoop op verlossing, terwijl Morrigan elk moment aan kon vallen. De winter spookte rond op het eiland. Het hele eiland had geprobeerd om het laatste advies van Fionns opa op te volgen en hun eigen tovenaar op te laten staan. Iemand die sterk genoeg was om Morrigan aan te kunnen. Maar Dagda’s graf was nog steeds niet gevonden. Dan verschijnt Enbarr, Dagda’s gevleugelde paard, in de lucht. Net zo snel als het zilverwitte vliegende paard verscheen, verdween het ook weer, maar haar verschijnen bracht ook oude verhalen en nieuwe hoop. Uiteindelijk leidt het een en ander tot een ongelooflijke climax en het is nog maar de vraag of het kwaad of het goede zal overwinnen.

Al met al een prima afsluiting van deze trilogie. Meer verhalen als ‘Stormwachter’: ik ben er helemaal klaar voor!

Jos Lexmond