Promotiekansen voor auteurs op Dordtse Boekenmarkt

Op zondag 7 juli staan we met de boekenclub in Dordrecht voor de jaarlijkse Dordtse Boekenmarkt. Hier komen tienduizenden boekenliefhebbers op af!

We hebben als NCSF besloten een tweede tafel te huren naast de boekenclub. Hier bieden we zonder kosten een promotieplek voor genre auteurs. Bij voldoende belangstelling wordt dit een vaste mogelijkheid op volgende evenementen.

Interesse? Stuur gauw een mailtje naar het bestuur!

Buck Rogers, de multimediaman – HSF (2019/1)

Alles begint ergens. Het betreden van de onbegrensde mogelijkheden van het fantastische genre is voor mij in de jaren tachtig begonnen met het zien van de film en TV-serie Buck Rogers in the 25th Century. De avonturen van een astronaut uit de twintigste eeuw die vijfhonderd jaar in de toekomst de grootste held op aarde wordt. De afleveringen hebben mij als niet-loslatende klauwen de wereld van sciencefiction, fantasy en horror ingetrokken. En tot op de dag van vandaag ben ik nog niet losgelaten en wat mij betreft hoeft dat tot in de verre toekomst ook niet te gebeuren.

Destijds werd de serie uitgezonden in 1985–1986 en 1989 door Veronica. De stripachtige avonturen van het eerste seizoen namen mij zonder moeite mee naar het jaar 2491. In dat jaar werd William Anthony ‘Buck’ Rogers wakker uit zijn ijskoude slaap en komt hij in dienst bij de Earth Defense Directorate. Iets wat mij erg aansprak was dat de serie zichzelf niet (te) serieus nam. Dat veranderde, helaas, in het tweede seizoen. Een seizoen met minder humor en zwaardere thema’s.  Een half seizoen dat vroegtijdig is stopgezet. Jaren later heb ik het eerste seizoen gekocht op blinkende schijfjes en opnieuw gezien. De liefde was niet verdwenen (behalve dan enigszins voor het tweede seizoen).

De wereld van Buck Rogers in the 25th Century is uitgebreid en toch heb ik er mij tot voor kort nauwelijks in verdiept. Een eerste snelle zoektocht, lang leve het internet, levert al snel het beeld op van een karakter, van een man, van een icoon, die met recht multimediaman mag worden genoemd.

Anthony Rogers zag het levenslicht in 1928. Hij is gecreëerd door schrijver Philip Francis Nowlan in het in augustus 1928 in het tijdschrift Amazing Stories gepubliceerde verhaal Armageddon 2419 A.D.. Het vervolg The Airlords of Han werd gepubliceerd in maart 1929 in hetzelfde tijdschrift. Na de boeken volgde een lange reeks strips in kranten. In de strips kreeg Rogers de bijnaam Buck. In 1934 verscheen de strip in 287 kranten in de Verenigde Staten en 160 internationale kranten en tijdschriften. Het getekende avontuur in de kranten eindigde in juli 1967.

Door de jaren heen is Buck Rogers vanaf 1930 in diverse stripboeken opgedoken en heeft hij ook zijn eigen stripboekenreeksen en stripromans gehad. De laatst mij bekende uitgave stamt uit 2014. Buck Rogers werd, met tussenpozen, in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw ook de ether in geslingerd. In uitzendingen van 15 minuten tot 30 minuten konden de avonturen worden gevolgd via de radio.

De eerste film met de indrukwekkende speelduur van 10 minuten ging in première tijden de World’s Fair in Chicago in 1933–1934. De film had een titel die bijna even lang was als de speelduur: Buck Rogers in the 25th Century: An Interplanetary Battle with the Tiger Men of Mars. De film werd later in winkels getoond als promotie voor de verkoop van Buck Rogers merchandise. In 1939 werd een twaalfdelige serie korte films gemaakt die later, tussen 1953 en 1970, zijn omgewerkt tot drie aparte filmversies. Voor deze films en voor de volgende series is veel gebruikgemaakt van materialen uit andere series en films.

De 36 afleveringen van de eerste TV-serie, uit 1950–1951, bestaan niet meer.  Mocht iemand deze op zolder of in de kelder tegenkomen: deel ze alsjeblieft.

De film en de min of meer aansluitende TV-serie uit 1979–1981 zijn geproduceerd door Glen A. Larson (van onder andere Battlestar Galactica, Knight Rider, Magnum, P.I.). In 2009 zijn er plannen geweest voor het maken van een nieuwe film in 3D en in 2015 een film op basis van het verhaal Armageddon 2419 A.D., maar beide projecten zijn niet afgemaakt.

De multimediaman zou de multimediaman niet zijn als er ook niet diverse boeken, e-books, bordspellen, computerspellen, video’s, dvd’s, bluray’s en een grote hoeveelheid speelgoed voor jong en oud zou zijn uitgebracht.

Buck: “…I think I’ll have that drink now”.

Door Jan Johannes Scholte, eerder verschenen in HSF (2019/1).

Cyberrenaissance, de originaliteit van Deus Ex – HSF (2019/1)

Cyberpunk is het subgenre dat sciencefiction in de jaren tachtig terug naar de aarde sleurde, weg van de ruimteschepen en verre planeten naar de door neon verlichtte steegjes van de nabije toekomst. Het was indertijd vernieuwend en verfrissend. Cyberpunk is nu, dertig jaar later, een retro-toekomstbeeld. Een verzameling bekende thema’s en stijlelementen.

We weten hoe de cyberpunk-toekomst eruitziet. Het is een beeld gedestilleerd uit films als Bladerunner (1982), het beeldend proza van William Gibsons Neuromancer (1984) en de tekeningen van Musamune Shirows Ghost in the Shell (1989). Het is daardoor lastig geworden om visueel nog echt iets origineels te doen in het cyberpunkgenre. Wijk te veel af en het wordt niet meer als cyberpunk herkent. Computerspellen als Mirror’s Edge (2008) en Mirror’s Edge: Catalyst (2016) met hun schone beton en primaire kleuren zal door weinig mensen als cyberpunk gekenmerkt worden, terwijl ze dat thematisch toch echt zijn. Dat brengt een interessant dilemma met zich mee. Hoe zet je een visueel herkenbare cyberpunktoekomst neer die toch herkenbaar is als zijn eigen ding? Dit brengt me bij Deus Ex: Human Revolution.

Deus Ex: Human Revolution, ontwikkeld door Eidos Montreal en in 2011 uitgegeven door Square Enix, is een prequel op het legendarische Deus Ex (2000), een spel dat aanhaakte op de cyberpunk-esthetiek. Deus Ex onderscheidde zich van andere cyberpunkwerken door een aantal elementen. Zo maakte het gebruik van religieuze thematiek. Het mag duidelijk zijn dat de titel een verwijzing is naar de term deus ex machina, god uit de machine, en het neemt niet voor niets het deus-element daarvan. De initialen van hoofdpersoon J.C. Denton zijn een verwijzing naar Jezus Christus. Als tweede gebruikt het in plaats van mega-coöperaties die de wereld regeren, duistere geheime organisaties die zich stijlen naar en symboliek gebruiken van bekende fictionele samenzweringen (zoals de Illuminati en Majestic 12). Maar door de visuele beperkingen van de tijd waarin Deus Ex werd ontwikkeld, kon er visueel weinig origineels gedaan worden. Dit had ook als effect dat ze voor de transhumanistische eigenschappen van de hoofdpersoon een sluiproute moesten nemen. Het was niet mogelijk om voor bewegende en veranderende cybernetische ledematen te gaan, dus werd er gekozen om het te verklaren door nanotechnologie die subtiele en vrijwel onzichtbare veranderingen teweeg kon brengen. Al het goede van cyberpunkprotagonisten zoals Molly Millions en Majoor Motoko Kusanagi dus, maar zonder de visuele poespas. Deze technologische limieten waren niet meer (of althans veel minder) van toepassing toen er gewerkt werd aan Human Revolution. Met het idee dat het een prequel zou worden, namen de makers bewust de keuze om nog meer richting de gangbare cyberpunk-esthetiek te gaan.

Om het spel toch een herkenbare eigen stijl te geven, kwamen de makers op het concept van de cyberrenaissance. Het spel speelt zich af in een periode waarin de ontwikkeling van cybernetische vervangingen van onderdelen van en uitbreidingen op het menselijk lichaam in opkomst zijn. Dit kan gezien worden, redeneerden de makers, als een periode waarin de mensheid met nieuwe ogen gaat kijken naar zijn eigen lichaam, net zoals in de renaissance een hernieuwde interesse kwam in de menselijke anatomie. Dat idee van het koppelen van de cybernetische technologie aan een renaissance hebben ze ook visueel doorgevoerd en dan met name in de materiele cultuur van hun wereld.

Computerspellen lenen zich tegenwoordig als geen enkel ander medium voor het uitwerken van de materiele cultuur van een fictionele wereld. Er is immers geen enkel ander medium waarin je kan rondlopen in een driedimensionale representatie van die fictionele wereld. Deus Ex: Human Revolution maakt daar ten volste gebruik van. Het Detroit van Deus Ex: Human Revolution lijkt aan de oppervlakte op een Blade Runner-achtige metropool, maar kijk in de hoeken, op de bureaus, naar de reclameborden, naar de details en je ziet de renaissance-esthetiek doorbreken. De kleding die mensen dragen zijn moderne interpretaties van renaissance-klederdracht. Een van de meest in het oog springende reclamedisplays is geen hologramreclame voor een bedrijf maar voor een opera. Het kantoor van de cybernetica-onderzoekster is geen steriel laboratorium maar een chaotische plek bestrooid met papier, boeken en tablets, zoals je de werkplaats van een moderne Leonardo da Vinci zou voorstellen. Je ziet dit ook terug in de cybernetische implantaten en ledematen zelf. De cybernetische arm van bijpersonage David Sarif bijvoorbeeld, is geen stalen manipulator bedekt in groezelig roze plastic die met horten en stoten beweegt, noch een op een paar lijnen na niet van menselijk te onderscheiden prothese. Sarifs arm is een sierlijk kunstwerk, met kunstig gegraveerde gouden panelen.

Een van de dramatische confrontaties in het spel tussen hoofdpersoon Adam Jensen en huursoldaat Jaron Namir haakt in op de cyberrenaissance-esthetiek. Namir heeft een vrijwel volledig synthetisch lichaam waarbij het lijkt alsof zijn lichaam gevild is en we direct zijn spieren en pezen kunnen zien. De confrontatie vind plaats in een zaal waar rijen van dergelijke lichamen als kunstinstallatie staan opgesteld en periodiek wisselen van pose. Deze scene is geïnspireerd door de Body World-tentoonstellingen maar zijn ook een visuele verwijzing naar de anatomische tekeningen van Leonard da Vinci.

De wereld van Deus Ex blijft natuurlijk een dystopie. Niet iedereen heeft toegang tot dezelfde kwaliteit cybernetica als Sarif, die CEO is van een bedrijf dat dergelijke apparaten ontwikkelt, of Jensen die door Sarif gesponsord is. Arbeiders van bouwvakkers tot sekswerkers, worden gedwongen om lichaamsdelen te vervangen om aan de vereisten van hun werknemers te voldoen. Die implantaten vereisen gespecialiseerde en dure anti-afstootmedicatie waar uiteraard een bedrijf een monopolie op heeft. Het is dan ook veelzeggend dat de uitvinder van de cybernetische technologie in deze alternatieve toekomst Hugh Darrow, de Steve Jobs van de cybernetica, zelf geen cybernetische implantaten gebruikt om zijn handicaps te compenseren. Deus Ex: Human Revolution blijft, ondanks de stilistische innovaties, echt een cyberpunkverhaal in een cyberpunkwereld.

Originaliteit is een heikel onderwerp binnen de speculatieve fictie. Binnen het sciencefictiongenre wordt altijd gezocht naar het volgende grote idee. Maar die ideeën zijn zeldzaam. Over het algemeen is het genre (net als ieder genre eigenlijk) het best te zien als een dialoog over een specifiek concept, waarbij ieder verhaal een antwoord is op wat er aan vooraf ging. Heel soms komt er een revolutionair idee naar boven en wordt de dialoog in een volledig nieuwe richting gestuwd met wellicht de creatie van een nieuw subgenre als gevolg. Maar, zoals Deus Ex: Human Revolution ons laat zien hoeft originaliteit niet alleen te zitten in de grote argumenten. Het kan ook in de kleine details zitten. Het spel tornt niet aan de aannames van het subgenre waarin het zich bevind, maar weet met een uniek visueel stijlelement toch een geheel eigen identiteit te verkrijgen.

Het is overigens interessant om te vermelden dat Square Enix onder de merknaam Deus Ex een samenwerkingsverband heeft met Open Bionics. Open Bionics is een bedrijf dat door middel van 3D-print-technologie betaalbare geavanceerde protheses ontwikkelt. Het is een apart idee dat er op het moment van schrijven meerdere mensen op deze aarde rondlopen met protheses in de Deus Ex-stijl.

Deze recensie, door Eddie A. van Dijk, is eerder verschenen in HSF (2019/1).

Deus Ex: Human Revolution is in 2011 uitgebracht door Square Enix.

Chrononauts – bordspel – HSF (2019/1)

Chrononauts is een tijdreis-kaartspel waarin twee tot vier spelers met de tijdlijn van de 20e eeuw mogen prutsen. Een soort competitieve tijddomino. Elk speler krijgt een tijdreisagent-identiteit met bijhorende ID-kaart, een geheime missiekaart en drie actiekaarten. Een beurt bestaat uit het trekken van een nieuwe kaart en het uitspelen van een kaart.

De vele soorten kaarten laten het spel in beginsel moeilijker lijken dan het is. Je missie en ID zijn vaste kaarten die geheim worden gehouden en buiten je hand blijven. De tijdlijn ligt open op tafel en bestaat uit vaste Linchpins en Ripplepoints. Beiden kunnen door gebruik van actiekaarten omgedraaid, veranderd en ‘gemaakt’ worden. Als een Linchpin omgedraaid wordt (van paars naar rood) heeft dat invloed op een aantal specifieke Ripplepoints (blauw), deze worden dan omgedraaid tot Paradoxen (rood).

De trekstapel bestaat uit Artefacten (te verzamelen voor missies), Gadgets (speciale kaarten waarop staat wat ze doen), Timewarps (eenmalige basisactie-kaarten), Inverters (te gebruiken om Linchpins om te draaien) en Patches (te gebruiken op Paradoxen).

Je kunt op drie manieren winnen. Dat klinkt veel maar er zijn nog veel meer manieren om te verliezen. Elk agent kan winnen door zijn missie te voldoen (een aantal specifieke artefacten verzamelen), de tijdlijn recht te trekken (volgens zijn ID-kaart, elk agent komt uit een andere tijdlijn) of tien kaarten op hand hebben (veruit de moeilijkste optie).

Het is een veelzijdig, makkelijk mee te nemen spel dat steeds leuker wordt naarmate je het vaker speelt. Toch blijft het vooral op geluk gebaseerd, waardoor je het ook prima in wisselend gezelschap kan spelen. Het is in principe een relatief simpel en snel kaartspelletje. In werkelijkheid kan je ook anderhalf uur bezig zijn en totaal vergeten zijn wat je ook alweer moest doen om te winnen, want iedereen is met de drie portretten van Mona Lisa (de echte, de goeie kopie en de hele slechte kopie) en de drie dinosaurussen bezig. Ook leuk.

Chrononauts is in 2000 uitgebracht door  Looney Labs (Andrew Looney).

Deze recensie, door Alice Jouanno, is eerder verschenen in HSF (2019/1).

De lancering van Echo – Jan Scholte

Thomas Olde Heuvelt, auteur van onder andere Hex, heeft de afgelopen jaren gewerkt aan zijn nieuwe thriller Echo.
Vrijdagavond 10 mei 2019 was de lancering van Echo in Pakhuis de Zwijger te Amsterdam.
De avond was doordrenkt van warme zonnestralen en dat maakte het lopen naar Pakhuis de Zwijger een aangename onderneming. Langs de weg en langs het water. Voorbij de boten en voorbij de toeristen.
Op de tweede etage van Pakhuis de Zwijger stonden we voor een dilemma: naar de bijeenkomst van Positief Links of toch kiezen voor de lancering van Echo.
We hebben niet voor de linker zaal met voldoende lege zitplaatsen gekozen. Dit ondanks de aardige poging van de linkse rakker (had ze maar niet moeten insinueren dat de lancering van Echo saai zou kunnen zijn).
De zaal was vlak voor acht uur al zo goed als vol. Gelukkig waren er nog twee stoelen vrij met een goed uitzicht op het podium.
Net na acht het uur werd een ziekenhuisbed de zaal in geduwd. Het hoofd van de patiënt verbonden. De tijd tikte hoorbaar verder en de patiënt heeft het moeilijk. De patiënt leek een poging te doen alsof hij uit zijn lichaam wilde ontsnappen. Het verband doordrenkt met bloed. Als een grote rode grijns. Thomas Olde Heuvel komt, lezende uit zijn eigen werk, de zaal binnen. Nadat de patiënt is weggereden volgt er een korte introductie door Thomas Olde Heuvelt over de tijd van Hex en het ontstaan van Echo. De korte trailer achtige film met een hoofdrol voor de heks uit Hex was een humoristische onderbreking. Dick Maas heeft daarna een aantal woorden gesproken. Gevolgd door het interview door Joyce Roodnat. Verdiepende vragen over de afgelopen tijd, over Hex en, natuurlijk, Echo. Na het interview kreeg Thomas Olde Heuvelt van zijn uitgever een speciale ingebonden editie van Echo en bedankt Thomas Olde Heuvelt de personen dankzij wie Echo mee tot stand is gekomen.
Vanzelfsprekend zijn wij vertrokken met gesigneerde Echo’s en zijn de eerste honderd bladzijden gelezen.
Verslag van Jan Scholte – 10 Mei 2019

Govert naar de grenzen van het heelal, NPO2

Wetenschapsjournalist Govert Schilling was twaalf jaar oud toen hij de eerste stap op de Maan op tv zag. Sindsdien is hij in de ban van de kosmos.

Vanaf dinsdag 14 mei wordt zijn zesdelige tv-serie Govert naar de grenzen van het heelal op NPO2 uitgezonden.

Aflevering 1 (dinsdag 14 mei): Als de hemel valt
Aflevering 2 (dinsdag 21 mei): Wij zijn sterrenstof
Aflevering 3 (dinsdag 28 mei): Onze toekomst op Mars?
Aflevering 4 (dinsdag 4 juni): Zijn wij alleen?
Aflevering 5 (dinsdag 11 juni): Terug naar de oerknal
Aflevering 6 (dinsdag 18 juni): De erfenis van de maanlanding

Govert naar de grenzen van het heelal, NPO2, dinsdags om 21u15.

Fictie wordt feit bij Kuipers

Houten Trouw – Jan J.B. Kuipers

Verschijnsel, Mechelen (2018)

244 blz.; € 17.95

Omslagillustratie: Roelof Goudriaan

In Houten trouw verzamelde Jan J.B. Kuipers vijftien verhalen die eerder verspreid in WonderWaan en Ganymedes verschenen. Nu ze zo bij elkaar staan wordt nog zichtbaarder dat het werk van Kuipers een grote consistentie vertoont wat betreft thematiek en vormgeving of verwoording. Alleen de verhalen ‘De brug’ en ‘Paars waas’ wijken wat af; al is de kwaliteit en intensiteit dezelfde, ze hebben een wat andere toon, de eerste als een soort van symbolisme, de tweede als magisch realisme met autobiografische uitstraling. De andere verhalen zijn… Ja, wat is dan die consistentie?
Op de achterflap word ik geciteerd met een eerdere constatering: “De kern van zijn schrijverschap; de kracht van het woord.” En dat is één van de factoren die bijdragen aan die consistentie, want de stijl van Kuipers is altijd mooi en kleurrijk en zorgvuldig. Kuipers gebruikt woorden die al bijna vergeten zijn, zonder daarin te overdrijven. Ze dragen bij aan de kleur. Maar woorden staan nooit alleen, en Kuipers rangschikt ze zorgvuldig in soepele zinnen, leidend naar het uiteindelijke Woord; het verhaal.

Jan J.B. Kuipers is een ontwikkeld man, een historicus die talloze boeken en artikelen over onze geschiedenis heeft geschreven, van Karel de Grote, de VOC, Willem de Zwijger tot allerlei publicaties over de Zeeuwse wateren. Hij kent de mythen, legenden, sagen uit ons verleden en weet dat de werkelijkheid van ons heden het verhaal is dat ons vanuit het verleden wordt verteld, waarbij de zogenaamde feiten soms, in meer of mindere mate, fictie zijn. Uiteindelijk gaan ook al die historische verhalen over mensen, de werkelijkheid van die mensen.
Dit basisthema wordt in het eerste verhaal, ‘Afspraak voor de muren’, meteen op Kuipers’ eigen wijze neergezet; een verhaal dat dient als een statement en daarom kort is. Voor de muren van een belegerde Turkse stad in 1770 ontmoet de legerleider Buguraz, een personage dat we uit eerder werk kennen, de Baron von Münchhausen en vraag hem om hulp. Want bij de Baron, ‘de man van de sterke verhalen en mogelijke heldenfeiten’, is ‘alles mogelijk. Zodra het juiste idee is opgeborreld.’ Zijn ‘fantastisch-narratieve uitstraling zal ongetwijfeld voor een nog grotesker effect zorgen’. Om de stad in te nemen moeten ze feiten en fictie samenbrengen, waarbij zij zich alleen afvragen ‘of ons verlangen naar geboekstaafde daden – naar ons voortbestaan dus – opweegt tegen de berg van leed die wij zullen opwerpen…’

Als de fantastische histories van de Baron von Münchhausen, met het fantastisch-narratieve, zo maakt Kuipers zijn fictie tot feit; de feitelijkheid van het verhaal dat overtuigend wordt verteld. Hij doet dat met veel relativering en humor, met veel kleur, en geregeld bizar. Een opstand tegen een soort Victoriaanse kostschooljuffrouw (‘Gestalte op de heuvel’), de persoonlijke Kruistochten van Sebastiaan van Portugal halverwege de 16de eeuw (‘Sebastiaans oorlog’).
‘Kitesj’, gebaseerd op de legende uit de vroege Russische geschiedenis van de 10de tot 14de eeuw dat in de Edge Zero-bundeling van 2017 terechtkwam, begint prachtig met: ‘In andere versies is soms sprake van jammerend hoorngeloei op de achtergrond, van obsceen bekkengekletter. De zon schijn genadeloos; de vlakten zijn dor, in de verte hurken afgeknotte, okeren bergtoppen. In werkelijkheid was het maar een miezerige affaire, die daad van Fevronja, een onopvallende voltrekking ergens in een afgelegen woud. Het was doodgewone broedermoord. Maar sommigen menen dat de aanleiding toereikend was, en dat deze vuige daad gerechtvaardigd was omdat er veel was te winnen.’ Ja ja, in werkelijkheid!

Ik zou kunnen proberen de verhalen uit deze bundel te analyseren, te typeren, ze te plaatsen in de fantastische literatuur. Ik zou kunnen verduidelijken waarom het titelverhaal het titelverhaal wel moest zijn. Maar opnieuw bladerend in deze bundel realiseer ik me dat ik dat niet een twee drie kan. Ook omdat mijn oog steeds weer valt op passages die ik opnieuw ga lezen en die ik dan wil overtypen om ze met u te delen. Omdat het mooi is, of grappig, of triest. Maar dat is natuurlijk onzinnig, want het is allemaal al uitgetypt en u kunt het allemaal zelf lezen.

Jan J.B. Kuipers doet niet onder voor de Baron von Münchhausen, en geregeld trekt de auteur zichzelf en zijn personages aan de haren omhoog uit het moeras dat de mens steeds weer creëert. En ja, Kuipers is een ontwikkeld man, die al die historische kennis meeneemt bij het schrijven van zijn verhalen, maar het mooie is dat je als lezer al die kennis niet hoeft te hebben, dat het verhaal waar je in meegetrokken wordt, je alle kennis biedt die voor de werkelijkheid van het verhaal nodig is.

Paul van Leeuwenkamp

Ellie en Melanie: ontsproten uit dezelfde sporen – HSF (2019/1)

Schimmeligheden in boek en spel – Eddie van Dijk

Er hing schijnbaar iets in de lucht in de periode van juni 2013 tot en met januari 2014. In juni 2013 kwam het computerspel The Last of Us uit, ontwikkeld door Naughty Dog en gepubliceerd door Sony Computer Entertainment en in januari 2014 verscheen M.R. Carey’s roman The Girl With All the Gifts. Twee verhalen over een zombie-apocalyps die gebruik maken van het idee dat de zombieplaag veroorzaakt wordt door een op de mensen overgesprongen variant van ophiocordyceps unilateralis.

De sporen van deze schimmelsoort infecteren mieren en nemen het zenuwstelsel van de geïnfecteerde mier over. De mier wordt gedwongen om naar een hooggelegen blad te klimmen en zich daaraan vast te klampen. De mier blijft stokstijf staan terwijl de schimmel zich een weg baant door het lichaam van de mier en uiteindelijk uit de kop breekt met het fruitlichaam en zijn sporen verspreidt. Een gruwelijke levenscyclus die natuurlijk tot de verbeelding spreekt en er om vraagt om gecombineerd te worden met het zo populaire zombie-apocalyps-subgenre. Het is eigenlijk vreemd dat dit idee niet eerder naar boven is gekomen. Er zijn, sinds de ontdekking van ophiocordyceps unilateralis in 1859, meerdere verhalen verschenen waarin een schimmel mensen beïnvloed. In 1905 schreef William Hope Hodgson een kort verhaal, The Voice in the Night, waar dergelijke schimmels een rol in spelen. Sindsdien was deze schimmel inspiratie voor onder andere verhalen zoals Larry Nivens Night On Mispec Moor, stripverhalen zoals Swamp Thing Annual in 1988, een aflevering van de X-Files en een aantal Pokémonverhalen. Maar het gebruiken als een verklaring voor een zombie-apocalyps blijft uit tot 2013-2014. De tijd was blijkbaar rijp voor het idee. Toch is dat ook niet helemaal toevallig. Zowel Bruce Straley en Neil Druckmann, de bedenkers van The Last of Us, en M.R. Carey werden schijnbaar geïnspireerd door een in 2006 verschenen aflevering van Planet Earth.

De overeenkomsten tussen The Last of Us en The Girl With All the Gifts gaan verder dan alleen hun schimmelige zombies. Beide verhalen hebben een belangrijke rol voor een meisje, Ellie in The Last of Us, Melanie in The Girl With All the Gifts, dat een mate van immuniteit heeft voor de schimmelinfectie. Beide gaan over een reis door een verlaten en overwoekerd post-apocalyptisch landschap. In beide verhalen is een grote rol weggelegd voor het ontstaan van een ouder-kind relatie. Beide eindigen met een beslissing over het lot van de mensheid. Gezien die overeenkomsten leek het mij interessant om deze twee verhalen naast elkaar te leggen.

Er zijn uiteraard ook veel verschillen. Melanie is een meisje van tien en Ellie is veertien. Die paar jaar maakt een duidelijk verschil in de ontwikkeling van de ouder-kind band die tijdens het verhaal groeit. Melanie heeft, zo wordt aangenomen aan het begin van de roman, een gedeeltelijke immuniteit. Ze is in feite een cordycepszombie wiens cognitieve vermogens niet verpletterd zijn door de schimmelinfectie. Ellie heeft daarentegen volledige immuniteit. De schimmel weet geen enkele grip op haar te krijgen en ze blijft volledig menselijk. The Last of Us draait om de groeiende band tussen Ellie en Joel, de man die wordt ingehuurd om haar veilig naar haar bestemming te brengen: een vader-dochter band dus. In The Girl With All The Gifts gaat het om de band tussen Melanie en Helen Justinau, een van haar verzorgers op de militaire basis waar zij en andere zombie-kinderen worden vastgehouden: een moeder-dochter band. Een ander interessant verschil is dat de twee paren ongeveer de omgekeerde reis maken. Melanie en Helen Justinau ontvluchten een afgelegen basis waar gezocht wordt naar een middel tegen de infectie. Ze proberen zich een weg door post-apocalyptisch Engeland te banen naar een door de regering opgezette quarantainezone. Ellie en Joel glippen uit de door de regering opgezette quarantainezone en reizen door de voormalige Verenigde Staten naar een afgelegen onderzoekslaboratorium opgezet door een opstandige factie, de Fireflies.

Het gruwelijke van cordyceps, afgezien natuurlijk van het idee dat de schimmel het zenuwstelsel van zijn slachtoffer kaapt, het gedrag bepaalt en uiteindelijk uit de kop breekt voor verdere verspreiding, is dat het een cyclus is. Dat is natuurlijk ten gunste van de parasiet. Zonder mierenpopulatie geen verspreiding. In The Last of Us krijg je het gevoel dat, sinds de uitbraak, de mensheid ook gevangen zit in die cyclus. De infected (zoals de cordycepszombies in het spel genoemd worden) worden minder bovennatuurlijke attributen toegekend dan de hungries (de The Girl With All The Gifts variant). Hoe langer een infected weet te overleven hoe vreemder hij of zij wordt. De recentelijk geïnfecteerde runners veranderen als het vruchtlichaam door de oogkassen breekt in blinde clickers die met echolocatie hun prooi zoeken. Weet een clicker te overleven wordt deze een bloater, wiens hele lichaam is bedekt met vruchtlichamen. Dit uiteraard ook om meerdere vijandtypes te hebben. Het blijft uiteraard een computerspel. Een infected die geen voedsel (en we nemen aan water) kan vinden zal sterven en dienen als voedsel voor de schimmel die ontspruit en alsnog zijn sporen kan verspreiden. De sporen verspreiden zich niet ver. Hierdoor krijgt de menselijke populatie ruimte om een mate van stabiliteit te verkrijgen. De schimmel hoeft alleen te wachten tot er weer eens een mens het niet kan laten om een ruïne te verkennen, op een onbewaakt moment sporen inademt of gebeten wordt door een infected en de cyclus weer opnieuw begint. Deze cyclus is niet ten gunste van de mensheid en de resultaten van de eerste uitbraak waren rampzalig, apocalyptisch zelfs. Een beschaving zoals die wij kennen zou, tenzij er een middel tegen infectie wordt gevonden, niet meer mogelijk zijn in de wereld van The Last of Us. Dit is niet zo vreemd uiteraard, aangezien het bij dergelijke computerspellen altijd het doel is om er een serie van te kunnen maken Dus het is een wereldbouwdoel om een ietwat stabiele situatie te creëren.

De hungries van The Girl With All The Gifts daarentegen komen een stuk bovennatuurlijker over. Ze zijn sneller, sterker en hebben meer uithoudingsvermogen dan een mens. Ze hoeven geen water te drinken en slechts weinig voedsel te eten, en dan alleen proteïne. Uiteindelijk barst het vruchtlichaam uit de borstkast van de hungry en groeit meters de lucht in. Mycelium overwoekert de omgeving rondom de hungry en het vruchtlichaam laat bollen met sporen vallen die wachten op een ecologische trigger, namelijk vuur, alvorens ze hun sporen verspreiden. Als deze bollen barsten en de sporen in de atmosfeer komen, zo wordt ons verteld, zal dat het einde van de mensheid betekenen. De sporen zullen zich verspreiden over de hele wereld. Niemand zou kunnen ontsnappen. Het is dus geen cyclus, maar een parasiet met een zelfvernietigingsknop, immers: geen mensen, geen hungries, geen cordyceps. Behalve natuurlijk kinderen zoals Melanie die geen immuniteit blijken te hebben maar tweede generatie hungries zijn die een symbiotische band hebben met de schimmel. Carey zet zijn wereld, zijn cordycepsschimmel zo in elkaar dat er geen cyclus is en hij doet dat voor een hele specifieke reden.

Maar voordat ik daar op doorga, wil ik het hebben over een ander interessante overeenkomst en verschil tussen deze twee verhalen. Beide verhalen bevatten een vrijwel identieke scene, maar de plaatsing van die scene is compleet anders en dat heeft een groot effect op de spanningsboog. In de scene staat de dochterfiguur op het punt om ontleed te worden (en in beide gevallen draait het expliciet om de hersenen) door wetenschappers in de hoop de bron van de immuniteit te achterhalen. Zodra de ouderfiguur hier achter komt zetten ze alles op alles om de ontleding te voorkomen. In The Girl With All the Gifts zit deze scene op ongeveer een kwart van het verhaal. Dokter Cadwell, wanhopig om voortgang te boeken in haar onderzoek, besluit Melanie te ontleden. Helen Justinau komt hier achter en besluit dit koste wat kost te voorkomen. Tijdens de confrontatie tussen Justinau en Cadwell wordt de basis aangevallen door een andere groep overlevenden, moeten Justinau, Cadwell en Melanie zien te ontsnappen en begint, samen met Sergeant Park en soldaat Gallagher hun tocht door post-apocalyptisch Engeland.

In The Last of Us zit deze scene aan het einde. Na een tocht van een jaar bereiken Joel en Ellie eindelijk de basis van de Fireflies. Joel laat Ellie achter om testen te ondergaan. Als hij er achter komt dat de Fireflies Ellie willen ontleden om een geneesmiddel te vinden moet hij een beslissing nemen: is de toekomst van de mensheid het leven van Ellie waard? Het antwoord is, uiteraard, nee. In het jaar dat ze samen hebben doorgebracht is Ellie in iedere zin zijn adoptiefdochter geworden. Uiteraard weet hij Ellie te redden. Als Ellie hem later vraagt waarom de Fireflies haar niet meer nodig hebben, liegt Joel en zegt dat er meerdere mensen met dezelfde immuniteit zijn. Hij wil niet dat het gewicht van de toekomst van de mensheid op de schouders van zijn dochter komt te liggen. De scene vormt een emotioneel en dramatisch einde voor het verhaal.

Deze scene is belangrijk in beide verhalen want het is de climax van de groeiende dochter-ouder relatie. Het feit dat deze scene in The Girl With All The Gifts vroeg in het verhaal zit, haalt de emotionele angel eruit. De spanning die het verhaal in het begin heeft draait om Melanie die in onmenselijke omstandigheden gevangen wordt gehouden en de droom heeft dat mevrouw Justinau haar genegenheid toont. Dit maakt het begin van The Girl With All The Gifts een fantastisch deel om te lezen. Echter, door de climax van die groeiende moeder-dochter band zo vroeg in het begin te plaatsen, wordt die spanningsboog beëindigd en maakt het plaats voor de standaard vraag of ze het zullen overleven in de post-apocalyptische wildernis. Het helpt daarbij niet dat Gallagher net zo goed een bord met ‘ik ga als eerste dood’ om zijn nek had kunnen hebben en dat Melanie, omdat ze een hungry is en andere hungries haar negeren, eigenlijk weinig risico loopt. Afgezien van Justinau hebben de andere personages in het begin van hun reis een negatieve houding tegenover Melanie. Die spanning neemt echter af naarmate het verhaal vordert en ze het vertrouwen van Parks en Gallagher weet te winnen. De spanning zou voort kunnen komen uit de vraag of dit zombiemeisje wel een plek zou kunnen hebben in de menselijke samenleving maar dat is niet waar Carey naar toe werkt. Ook het conflict tussen Melanie en Justinau aan de ene kant en Doctor Cadwel aan de andere kant, brengt niet veel spanning teweeg aangezien Cadwel door verwondingen die ze vroeg in het verhaal opdoet, stervende is en ze daardoor haar machtspositie verliest. Carey offert iedere vorm van spanning op omdat hij toewerkt naar een specifieke scene, naar die keuze over het lot van de mensheid. Zoals gezegd blijkt dat Melanie een tweede generatie hungry is met een symbiotische band met de cordycepsschimmel. Er is er geen parasiet-gastlichaam-cyclus maar alleen totale vernietiging van de mensheid, met uitzondering van kinderen zoals Melanie. Dit komt omdat Carey obsessief werkt naar een doos-van-Pandora-moment.

De referenties naar de Pandora-mythe worden je in dit boek op niet al te subtiele wijze om de oren gegooid. Zelfs de titel The Girl With All The Gifts is een Pandora-referentie. Pandora betekent immers letterlijk ‘alle geschenken’. Het hele boek werkt toe naar het moment dat Melanie een bos van Cordyscepspaddestoelen in brand zet en daarmee bewust de sporen los laat. Ze opent de doos, verdoemd de mensheid, maar er is hoop in Melanie en kinderen zoals zij die achterblijven. Justinau’s leven wordt gespaard. Ze zal de rest van haar leven slijten in een rijdend laboratorium of in een hermetisch afgesloten pak terwijl ze les geeft aan de kinderen die de wereld erven. Dit is een bewuste spiegeling van de verhoudingen aan het begin van het boek. Echter, met beperkte middelen, beperkte hoeveelheid fungicide, met een woning die langzaam afbreekt, zal Justinau op een gegeven moment geïnfecteerd worden. Of dat nu morgen is of over een paar jaar maakt niet uit. Melanie heeft haar adoptiemoeder alleen een uitstel van executie gegeven. De beschaving gaat niet opnieuw opgebouwd worden omdat de fysiologie van de resterende mensheid zich daar niet voor leent. Beschaving zoals wij die kennen is immers gebaseerd op het produceren van koolhydraten (graan, rijst, mais, aardappels) en niet proteïnen. Carey zet zijn wereldbouw in om een enkel moment mogelijk te maken en hij brengt daarmee de geloofwaardigheid van zijn wereld in het geding. Mijn suspension-of-disbelief kon het einde van dit boek niet overleven in ieder geval, hoezeer ik de Pandora-thematiek ook kan waarderen.

Dus ik kom op een voor mij onverwachte conclusie in deze vergelijking tussen The Last of Us en The Girl With All The Gifts. Ik ben van mening dat iemand die interesse heeft in de ontwikkelingen binnen speculatieve fictie, computerspellen in de gaten moet houden. De ontwikkelingen die in dat medium plaats vinden zullen een belangrijke invloed hebben op speculatieve fictie in het algemeen. Ik geef echter grif toe dat het verhaal en de wereldbouw in computerspellen heel vaak ondergeschikt zijn aan de speltechnische aspecten. Er zijn daardoor zeker aspecten van The Last of Us die ik minder goed vind, zoals het cliché van de post-apocalyptische kannibalen dat toch weer de kop op steekt. Maar in dit geval kan ik oprecht zeggen: het computerspel is beter.

The Girl With All The Gifts is in 2016 verfilmd en in 2017 heeft M.R. Carey heeft een prequel uitgebracht, The Boy on the Bridge. Het verhaal van Joel en Ellie is in verder uitgediept in 2014 met een op zich zelf staande uitbreiding genaamd The Last of Us: Left Behind. Dit jaar (2019) zal het verhaal van Ellie verder gaan in The Last of Us II.

Eerder verschenen in HSF (2019/1).

Dit wil ik SFF kwijt – HSF (2019/1)

Klaag en gezeur: Dit wil ik SFF kwijt – John van Duin

Op sociale media wordt zoals bekend veel geklaagd, sommige groepen en kanalen zijn er bijna een synoniem voor. In de wereld van sciencefiction, fantasy en horror is het niet anders. Ik zie series en films zo enorm worden afgekraakt dat het wel lijkt of er helemaal niets goed wordt gemaakt. Dat is natuurlijk grote onzin. Er wordt geweldige SFF gemaakt! Het moet maar eens klaar zijn met al dat gezeur.

Een terugblik op 2018. Al dan niet samen met mijn vrouw zie ik ongeveer alles wat los en vast zit als het gaat om (streaming, wie geeft me een Nederlands woord) SFF- en horrorseries. Met Netflix, Videoland, Prime TV en Ziggo Movies en Series kom ik een heel eind. En natuurlijk ben ook ik daar kritisch in. Als iets niet boeit, stop ik heus wel met kijken, wees maar niet bang. Tenzij ik het wil zien om er goed over mee te kunnen praten. En ik ben ook niet altijd de doelgroep denk ik dan. Neem nu Colony, het zoveelste buitenaardse-invasieverhaal dat met zo’n laag budget is gemaakt dat je het nauwelijks sciencefiction kan noemen. De verhaallijn is niet om over naar huis te schrijven. Toch maar vorige maand ook het tweede seizoen afgekeken, ik bleef nieuwsgierig. Ter compensatie nog maar een keer naar de geweldige series The Expanse en Killjoys gekeken. Gelukkig is mijn vrouw ook een kettingkijker als het gaat om SF en fantasy, maar dan moet het wel echt goed zijn. Zo zagen we in de afgelopen maanden The Handmaid’s Tale, Tidelands, Travelers, een tijdje geleden alweer Glitch en Dark. En, nou vooruit, het nieuwste seizoen van Outlander. Ik offerde mij dan maar op voor deze vrouwenserie (thuis noem ik dat net even anders maar laat ik het netjes houden). Laat ik het zo zeggen, ik heb tijdens het kijken weer heel wat ‘glory’ behaald in een van mijn mobiele spelletjes.

Voor series als het geweldige Z-Nation en The Walking Dead kan ik haar helaas niet warm laten worden, zo ook niet voor Game of Thrones die ik nog een keer wil gaan zien voordat het laatste seizoen zich aandient in april. Zelfs niet als ik op haar naam een GoT-poster laat komen. De Marvel- en DCC-series en -films zijn aan ons allebei niet besteed. Bij 12 Monkeys ben ik zelf afgehaakt, ergens halverwege het tweede seizoen. Over Lost in Space begin ik maar helemaal niet, zo beroerd, en ook Stranger Things komt bij ons niet binnen. Hoe het wel moet hebben de makers van Altered Carbon goed begrepen: die serie heb ik al drie keer gezien. Star Trek Discovery vinden we allebei geweldig. De eerste vrouwelijke Doctor Who heb ik dan weer alleen gekeken, maar de niet al te beste verhalen deden me helaas na een paar afleveringen afhaken. Maar goed, het is ook een kinderserie (duikt weg). Ze zijn opgenomen dus wie weet waag ik nog een poging. Ook de laatste Star Warsfilm op Netflix keek ik solo, maar ik viel er bij in slaap. Verder ging ik in m’n eentje op in The man in the High Castle, Electric Dreams (Black Mirror dan weer wel samen gekeken), Fear the Walking Dead. Daarnaast kijken we graag films, waarvan ook een fiks SFF- en horroraanbod is via de streamingskanalen. Annihilation, Arrival, Anon, Extinction, Mute, What happened to Monday, Bird Box, te veel om op te noemen.

Er is zoveel aanbod, ik heb nog lang niet alles genoemd wat we in 2018 samen of alleen hebben gekeken (maak je niet ongerust, dat zal ik ook niet doen). Dat is toch geweldig! Onze SFF- en horrorgenen worden goed gemanipuleerd door die stortvloed aan genreseries en -films. Wees daar ook eens blij over, wil ik de klagers op sociale media meegeven. Laten we met z’n allen waarderen wat we hebben en krijgen en als je het niet bevalt, druk je gewoon op de stopknop in plaats van er oeverloos over te zeuren. En dat geldt ook voor Star Wars en Star Trek. En we weten nu wel dat het belachelijk is dat Firefly indertijd gestopt is en dat er geen remake van Babylon 5 komt. Afgesproken? Afgesproken.

Eerder verschenen in HSF (2019/1).