Knusse fantasy voor snelle lezers

Schaduw van de Sha.jpg

De Schaduw van de Sha – Overstekers deel II; Petra Doom; Uitgeverij Lannoo NV, Tielt; 2018; 510 blz.; € 19,99; covereontwerp DPS Design & Prepress Studio; omslagbeeld Shutterstock; auteursportret Koen Broos

Prinses Mirabel krijgt in dit tweede deel van de reeks ‘Overstekers’ weer heel wat te verduren. Ze dreigt haar huis en bedrijf te verliezen en wordt betrokken bij een strijd om de macht in de stad Westpoort, een strijd waarbij niet alleen Overstekers betrokken zijn, al die mythische wezens die via een Portaal naar onze wereld zijn overgestoken. Er is zelfs een mens bij betrokken, bekend met de aanwezigheid van Overstekers in onze wereld, zelfs een aantal van hen, de sha en tezcats, in zijn macht heeft.
Goed gecomponeerd ontwikkelt het verhaal zich naar een climax waarbij niet alleen Westpoort wordt bedreigd, maar ook Mirabel zelf en haar vrienden en kennissen. Ondertussen worstelt Mirabel met haar band met de daimon Ronban, de mysterieuze ‘connectie’ waardoor ze, zelf zonder magie, toch macht heeft. Uiteraard wordt aan het eind het eerste gevaar bezworen en worden de vragen gesteld waarop het vervolg antwoord moet gaan geven. Heeft de mens ooit ook magie gehad? En waarom zijn ze die kwijtgeraakt? Wie probeert de Portalen te sluiten? En waarom?

Goed gecomponeerd, makkelijk leesbaar, kleurrijk, sympathiek en… ja, knus, in die zin dat het altijd vriendelijk en gezellig blijft. Mirabel heeft een soort van groente- en fruitbedrijfje, met een boomgaard waarin heel wat gesnoeid wordt en waar pluksessies worden georganiseerd. Haar vriendin en huisgenoot, de vormveranderaar Terya, is dierenarts en het dierenwelzijn staat hoog op de agenda en is nadrukkelijk aanwezig. De Partij van de Dieren is er niets bij. En daarnaast is Mirabel ook mediator, en zelfs wanneer er hel en verdoemenis dreigt, er doden vallen en de wereld op instorten staat, blijft ze zoeken naar een compromis, blijft ze in gesprek. En uiteindelijk worden meningsverschillen opgelost met een goed gesprek met een kop warme thee.
Daardoor krijg je af en toe het gevoel sneller dóór te moeten lezen, omdat er – ook al is De Schaduw van de Sha leuk en leesbaar – toch belangrijkere dingen zijn, waaronder belangrijkere fantastische boeken.

De flaptekst stelt dat De Schaduw van de Sha onafhankelijk van het eerste deel, Een Kracht ontwaakt, gelezen kan worden, maar je kunt de boeken toch beter na elkaar lezen, want anders mis je toch een aantal nuances.

(Paul van Leeuwenkamp)

De laatste missie – Michael Grant

De laatste missie.jpg

De laatste missie – Michael Grant (YSF)
Frontlines 3 (en slot)
HarperCollins Young Adult, Amsterdam (2018)
404 pagina’s; prijs 15,00
Oorspr.: Purple Hearts – (HarperCollins Publishers, New York – 2018)
Vertaling: Karin de Haas
Omslag: Will Immink Design

Al eerder vertelde ik dat ik voordat ik compleet verslingerd raakte aan sciencefiction en aanverwante genres en niets anders meer las, nogal gek was op verhalen uit de Tweede Wereldoorlog. Eerst had ik alle jeugdliteratuur op dat vlak in de bibliotheek verslonden en later, toen ik alles in de jeugdafdeling gelezen had wat me maar enigszins interesseerde, kreeg ik dispensatie om boeken te lenen uit de volwassenenafdeling. Dat bleek nogal een cultuurshock te zijn. De jeugdboeken over de oorlog die ik gelezen had waren, ondanks de aanwezige gruwelijkheden, toch min of meer bedekt en aangepast om de tere kinderzieltjes te sparen. Als kind zijnde vond ik de suggesties meer dan voldoende. Niet dat ik er nachtmerries van kreeg, maar het was genoeg om me een inzicht te geven wat voor ellende er zich had afgespeeld. Op de volwassenenafdeling was er niets bedekt en ik las niet alleen romans maar leende ook de geschiedkundige boeken, waarin niets me bespaard bleef. De foto’s van concentratiekampen en hun gedwongen bewoners, dood dan wel bijna dood, staan nog steeds op mijn netvlies gebrand. Misschien was dat wel, een van de redenen, of misschien wel de belangrijkste, dat ik me volledig tot de Fantastische lectuur wendde. Dat was een stuk veiliger en hoewel de horror van Lovecraft en consorten me schokte en me regelmatig angst aanjoeg, had dat nooit zo’n effect op me als de foto’s uit de vernietigingskampen Dachau-Birkenau, Bergen-Belsen of Sobibór. Sciencefiction, fantasy en zelfs horror waren veilig en doenlijk ten opzichte van de werkelijkheid van de oorlog.
Grant schuwt de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog niet en regelmatig confronteerde hij me weer met de gruwelijkheden. Toch kan ik dat nu een stuk beter handelen als toen. Maar ja… nu ben ik 64 en toenmaals amper 12. Dat scheelt een slok op een borrel.
Toen ik aan ‘De laatste missie’ begon, kwam ik erachter dat ik deel II, ‘De lange weg’, gemist had en daar baalde ik ontzettend van. Nou had ik die alsnog eerst kunnen lezen, maar recensieboeken hebben de neiging zich op te stapelen en er is toch een behoorlijke druk (meestal van mezelf uit omdat je toch zo snel mogelijk een tegenprestatie wilt leveren voor het ter beschikking gestelde boek), dus besloot ik het voor nu maar te laten wat het was en gelijk ‘De laatste missie’ te lezen.
Gelukkig kreeg ik daar geen spijt van. De boeken zijn zo geschreven dat ze de loop van de oorlog in drie stukken hebben verdeeld en het gemiste tweede deel handelde over de landing in Sicilië en onder meer de slag bij Monte Cassino. Dat hebben Rio, Frangie en Rainy overleefd en nu, in het derde en laatste deel, maken ze zich op voor de landing in Normandië en de uiteindelijke winst van de geallieerden op Nazi-Duitsland.
Zoals eerder gezegd is het een Alternative History waarbij vrouwen meevechten aan de geallieerde kant en we de paden volgen die Rio, Frangie en Rainy afleggen. Het zijn indrukwekkende paden door bagger, bloed en lijken en soms was ik weer dat twaalfjarige jongetje dat stil naar de foto’s keek en me afvroeg hoe het mogelijk was dat mensen elkaar dit soort dingen aandeden. En ook na de oorlog, als de helden naar huis terugkeren is er in eerste instantie qua discriminatie nog niets veranderd en waar ze op het slagveld gelijken waren, is het dat nu absoluut niet zo. Maar de vonk van verandering is ontstoken en de wereld staat op het punt nog een toekomst in te gaan die nog alternatiever is.
Ik kan niet anders zeggen. Aanschaffen en lezen. En nu ga ik op zoek naar het tweede deel!

Jos Lexmond

Tsunami – Nico De Braeckeleer

Tsunami.jpg

Tsunami – Nico De Braeckeleer (YSF)
Adem 1
Bakermat, Mechelen (2018)
298 pagina’s; prijs 15,95
Omslag: Onbekend

Nico De Braeckeleer is een auteur die behoorlijk aan de weg timmert bij onze zuiderburen. Hij doet van alles en nog wat bij Studio 100, waar onder andere Kabouter Plop, Mega Mindy, Samson en Gert en nog veel meer ontstaan is. Hij werkte daar ook mee aan de scenario’s voor de K3-films. Ook bemoeit hij zich ook intensief met de Boe!Kids reeks bij Abimo, waarvan hij verschillende delen zelf schreef en zijn korte verhalen verschijnen merendeels in de jaarlijkse Junior Monsterboeken die bij Kramat in het fonds zitten, al waar hij zich ook bezig houdt met de samenstelling van die bundels.
Maar ook op boekengebied is het een druk baasje. Als ik mijn database laat tellen, dan kom ik al aan de dertig (fantastische) boeken en dan zal ik ze echt nog niet allemaal gevonden hebben. Bij Studio 100 schijnt hij ook nogal veel te schrijven, maar daar wordt zijn naam nooit op de omslag vermeld.
Qua genre is het meestal griezel wat de klok slaat en dan griezel voor hele jonge kinderen (dat je natuurlijk niet echt griezel mag noemen), maar ook griezel voor oudere jeugd en soms (in samenwerking met anderen) voor Young Adults. Soms een enkele SF of Fantasy en een heel enkele keer een uitstapje naar volwassenen lectuur.
Dit alles typeert Nico De Braeckeleer wel zo’n beetje die, denk ik, heel wat bekender in België is dan in Nederland.
Maar misschien komt daar met ‘Adem’ wel verandering in. ‘Tsunami’ is het eerste deel van een Young Adult trilogie en speelt zich af in 2165. Na een serie zware natuurrampen is het gewone leven op aarde verwoest. Sommige overlevenden houden zich staande in bewaakte vestingen. Anderen zwerven rond, alleen of in bendes.
Het is de wereld van Skye, die in een kleine nederzetting, Noord-Brussel genaamd, woont. Het is maar een kleine nederzetting. Krap vijfhonderd mensen wonen er en het bestaat uit een kronkelende verwoeste weg waarlangs half vervallen en verweerde huizen staan. Er is een burgemeester, er zijn wat jagers en verzamelaars. De eersten jagen op dieren en de tweede groep zoekt spullen, buiten de muren van Noord-Brussel, die misschien nog bruikbaar zijn. De rest teelt groenten en fruit binnen de muren. Skye hoort bij de laatste groep.
Jazz woont met zijn moeder in de buurt van Le Havre. Hij brengt zijn dagen door met het zoeken naar eten, water en het zorgen voor zijn zieke moeder. Als zijn moeder zelfmoord pleegt omdat haar ziekte niet meer te dragen is, is er niets meer dat Jazz bij zijn ouderlijke huis houdt en gaat hij op zoek naar Civitas. Dat schijnt de enige plek op aarde te zijn waar je nog kan leven als voor de klimaatverandering.
Als Noord-Brussel overvallen wordt door een rondtrekkende bende en Skye in gevangenschap mee wordt gevoerd, ontmoet ze Jazz, die ook door de bende gevangen genomen is. Uiteindelijk weten ze te ontsnappen en ontmoeten nieuwe vrienden, zoals de gesloten River met haar jakhals Muddy en de arrogante Colin. Ze besluiten samen verder te trekken. Maar dan komt er een tsunami op hun pad.
Ofschoon ik niet echt meer tot de doelgroep behoor heb ik ‘Tsunami’ met plezier gelezen. Natuurlijk is het alles wat je verwacht van een rampenroman, zich afspelend in een wereld die na een intense klimaatverandering zwaar verwoest is en waarin overlevenden met vallen en opstaan een nieuw bestaan proberen op te bouwen.
Hoe dan ook… dit gegeven heeft een prachtige roman opgeleverd die me regelmatig op het puntje van mijn stoel hield en zich kan meten met het beste op dit gebied. Achterin wordt het tweede deel van de trilogie, ‘IJs’ genaamd, al aangekondigd. Wat mij betreft, mag die doorkomen.
P.S. Mooie omslag trouwens. Van wiens hand is die?

Jos Lexmond

Vlucht – Blake Crouch

Vlucht.jpg

Vlucht – Blake Crouch (SF)
Karakter Uitgevers, Uithoorn (2018)
303 pagina’s; prijs 19,99
Oorspr.: Run (CreateSpace Independent Publishing Platform – 2011)
Vertaling: Ireen Niessen
Omslag: Mark Hesseling Design

Blake Crouch leerde ik kennen door uiteraard de ‘Wayward Pines’-trilogie en ‘Dark Matter’ te lezen, allen verschenen bij Karakter en allen horror met een meer of mindere vleug sciencefiction. Een combinatie die me wel ligt en Blake Crouch is dan ook een schrijver die me ligt. Zijn verhalen zijn niet literair hoogdravend, maar wel lekker spannend en af en toe ook een beetje eng. Prima voor tussendoor of op vakantie, of als je maar een beetje ontspanning door spanning nodig hebt.
Ik was daarom weer bijzonder geïnteresseerd in ‘Vlucht’ en ging er eens goed voor zitten, in de handen wrijvend van voorpret. Ik werd niet teleurgesteld. Actie volop. Enge momenten ook volop aanwezig en een goed verhaal dat je constant onder spanning hield. Zelfs op de rustige momenten.
Het gaat over Jack en zijn gezin. Jack Colclough en Dee, zijn vrouw en de kinderen Naomi en Cole zijn op de vlucht. Waarvoor weten ze eigenlijk niet, maar wat Jack wel weet is dat ze achter hem aankomen. Dat staat vast. Ze komen op hem jagen om hem en zijn familie uit te schakelen. Een golf van bizarre moorden trekt door het land. Een agent richt een bloedbad aan, er zijn schietincidenten op scholen, hevige opstanden breken uit in gevangenissen. Het land wordt overspoeld door onbegrijpelijke, agressieve
uitspattingen. Dat is alles nog maar vijf dagen geleden. Gisteren viel de elektriciteit uit en nog maar een paar dagen geleden riep de president het volk op tot kalmte. Vandaag hoort Jack zijn naam op de radio en iedereen die genoemd wordt, moet worden gedood. Ze moeten weg. Ze slaan op de vlucht.
Het verhaal begint zenuwachtig en je zit er meteen goed in. Je weet net als Jack en zijn gezin niet wat er aan de hand is, maar je voelt de dreiging en je krijgt zelf ook de neiging je boeltje te pakken, voldoende eten en drinken, en weg.
Daarna wordt het allemaal wat voorspelbaar. Als het gezin op weg is en de bush bush ingereden is, raken benzine, eten en water op. Maar het lot is hen gunstig gezind. Ze vinden een verlaten hut in de middle of nowhere, waar voldoende eten en drinken aanwezig is zodat ze zich veertien dagen kunnen redden. Vlakbij een beek met voldoende vis. Een paar dagen later weet Jack een eland neer te schieten en, verrassing… hij weet voldoende van slachten om het beest in mootjes in de diepvriezer te krijgen. Held van de familie natuurlijk. Als je erover nadenkt is dat misschien wel een beetje kort door de bocht. Ook de oorzaak van de moorddadige bendes is misschien wel lichtelijk ver gezocht en als die oorzaak ineens weg is… (hoezo en waarom). dan is het boek uit.
Maar goed, ze kunnen niet lang in de hut blijven. De veilig geachte haven moet verlaten worden als ze ontdekt worden door een bende niets ontziende religieuze fanaten met motorzagen. Ze weten te ontsnappen en hun vlucht gaat verder. Er komen nog heel wat gruwelijkheden op hun pad, waar ik zelf af en toe best mijn tenen voor bij elkaar kneep, al ben ik best wel wat gewend inmiddels.
Zoals gezegd… soms wat simpel, maar uiterst effectief. Ik hield regelmatig mijn adem in en leefde behoorlijk mee met de familie op de vlucht. Dit soort verhalen mogen ze me altijd wel onder de neus schuiven. Dit is een wat ouder boek van Couch. Het origineel stamt uit 2011. Ik denk bij gebrek aan modernere verhalen. Er zijn er nog voldoende onvertaald, waarvan er zeker nog wel een paar fantastisch zijn, dus ik zou zeggen: vertalen maar!

Quarantaine – Erik Betten

‘Kun je niet zwemmen?’

‘Niet in zoveel water.’

Zombies. Je wordt er nog net niet letterlijk mee doodgegooid. Ik heb zeker mijn deel op het vlak van de ondoden in verschillende vormen mijn brein laten doordringen. Van de hilarisch slechte B-films tot en met de zichzelf te serieus nemende tv-serie die nog steeds aan het voortstrompelen is (iemand had daar allang de hersens van in moeten slaan).

Waarschijnlijk dat ik er daarom erg lang tegenaan heb gehikt om aan de eerste thriller van stadsgenoot Erik Betten te beginnen.

Na een lange wandeltocht in de Noorse bergen heb ik het boek dan toch uit mijn koffer gehaald. Binnen een dag heb ik de bladzijden verslonden.

Er is niets nieuws in de dreigende schaduwen en met die verwachting ben ik dan ook niet begonnen met lezen.

Het verhaal deed mij enigszins denken aan ‘Als de dijken breken’ (Nederlands-Vlaamse dramaserie) en ‘Cordon’ (Vlaamse dramaserie), maar dan overgoten met een bloederige saus en besprenkeld met voldoende lichaamsdelen. Meeleven met de personages lukt mij niet echt en wat minder uitleg en nog meer actie zou geen kwaad kunnen.

De beschreven Hollandse kneuterigheid een fijn pluspunt.  De humor sprak mij aan, zou zelfs nog wel wat donkerder mogen, en ik zou het geen straf vinden als de dodelingen/smoorders terugkeren om zich buiten de noordelijke provincies te begeven.

Het boek is een aanrader voor de donker wordende dagen.

Jan Johannes Scholte

Bay en de Piraenauten – Yvette Hazebroek

Bay.jpg

Bay en de Piraenauten – Yvette Hazebroek (YSF)
Uitgeverij Macc, Rijen (2018)
257 pagina’s; prijs 16.95
Omslag: Maarten de Bruin

‘Bay en de Piraenauten’. Het is het debuut van Yvette Hazenbroek dat ik met veel plezier gelezen heb. Als het debuut al zo goed is en ze heeft goesting om door te schrijven, dan kunnen we nog heel wat van haar verwachten. Yvette (1989) schrijft al vanaf jonge leeftijd. Tijdens de middelbare school schreef ze voor de plaatselijke jongerenkrant en won de aanmoedigingsprijs van een Flevolandse schrijfwerdstrijd. Na een studie journalistiek en stages bij verschillende regionale dagbladen vertrok ze voor vijf maanden naar New York voor een master Media & Arts. Bij thuiskomst schreef ze voor verschillende muziektijdschriften. Voorwaar een prima basis om te schrijven, zou ik zeggen. Maar dan moet je het ook maar doen.
‘Bay en de Piraenauten’ is wat je noemt een Steampunk roman. De steampunktijd in Nederland heeft niet heel erg lang geduurd. Een paar jaar slechts met als waarschijnlijk hoogtepunt de uitgave van ‘De Stoomvlinder’ (The Difference Engine) van William Gibson en Bruce Sterling bij Meulenhoff in 1992. Een van de eerste uitgaven, en hoogtepunten, in dit subgenre was ongetwijfeld ‘De Tijdmachine’ van H.G. Wells. Op dit moment is het eerste deel van ‘Mortal Engines’ van Philip Reeve verfilmd door Peter Jackson (The Lord of the Rings) en die film gaat 13 december in Nederland in première. Het ziet er waanzinnig uit en misschien is het wel de revival van de Steampunk.
Hoe dan ook… ‘Bay en de Pireanauten’ gaat over Bay (voluit: Bayenne). Ze woont bij de familie Veskan in Venida, een luchtstad in het Zevende Luchtruim. Bay is niet zomaar het eerste het beste meisje. Ze leeft een vrij leven. Ze smokkelt queriosa en ze is net als haar broertje Plum een luchtkind. Luchtkinderen kunnen dingen die normale kinderen niet kunnen en lopen daarom constant gevaar te worden ontvoerd door Piraenauten uit het Tiende Luchtruim. Haar pleegbroertje Plum wordt gestolen en Bay wordt door de familie Veskan min of meer verbannen omdat ze bang zijn dat zowel Bay als hun echte dochter Meriska ook ontvoerd zullen worden. Bay zweert dat ze Plum terug zal vinden en naar zijn ouders terug zal brengen. Ze trotseert schrootzoekers en superstormen, de Inquisteur van Staalheuvel. ontmoet luchtsigeuners en moet zich door verschillende Luchtruimen heen vechten om haar doel te bereiken.
‘Bay en de Piraenauten’ is een fris en een rollercoaster avontuur dat geen moment verveeld en waarvan je het jammer vindt dat het alweer uit en over is, als je het boek dichtslaat. Is er dan niets
mis mee? Jawel, toch wel. Yvette maakt toch wel wat beginnersfouten. Waarom noem je luchtsigeuners niet gewoon luchtzigeuners. Zo’n wijziging voegt niets toe aan het verhaal. Luchtzigeuners zegt precies wat het zijn: zigeuners in de lucht. Of queriosa bijvoorbeeld. Wat is er mis met curiosa? Als je het queriosa noemt wordt het ineens niet iets anders. Niet meer doen dus. Wat er wel gedaan moet worden is wat meer uitleg over de wereld. Om een voorbeeld te noemen: Als de ballon van Bay naar beneden valt is er duidelijk zwaartekracht. Waar komt dat vandaan? Is er een aarde onder alle luchtruimen? Waar komen grondstoffen vandaan? Hoe zweven de luchtsteden? Hoe werken de Luchtruimen? Dit zijn allemaal dingen die ik mezelf afvraag tijdens het lezen en die leiden me af. Het verhaal is prima, maar aan Worldbuilding schort er nog wel het een en ander.
Bovenstaande vragen nemen niet weg dat ik Bay graag nog eens terug zou zien in een nieuw avontuur, weliswaar met wat meer achtergrond informatie, maar toch…

Jos Lexmond

Heren van Twist – Jasper Polane

Heren van Twist.jpg

Heren van Twist; Jasper Polane; Quasis Uitgevers; 2018; 410 blz.; € 18,95; omslagillustratie Januz Miralles

Heldere afsluiting van De Onzichtbare Maalstroom

Met Heren van Twist, het vierde deel, besluit Jasper Polane zijn eerste fantasyreeks De Onzichtbare Maalstroom. Science fantasy.
Een gezelschap van inmiddels bekende personages gaan met een zeppelin de Maalstroom in om de gevangenis waaruit de Heren van Twist dreigen te ontsnappen te herstellen en de kwade machten weer effectief te ketenen. Edison, inmiddels moeder van Runa, wordt van buiten de Maalstroom bij deze strijd betrokken. Aan het eind komen alle draden samen en natuurlijk loopt het allemaal goed af, in dit geval met een weemoedige ondertoon, omdat voor het goede blijkbaar ook iets moet worden ingeleverd.
Uieraard is dit heel erg kort door de bocht, want het verhaal heeft zoveel verwikkelingen en spanningsbogen dat er 400 bladzijden voor nodig zijn om het te vertellen. Je moet het gewoon zelf lezen. Wanneer je de eerdere drie delen hebt gelezen, zul je dat ook wel doen, en anders moet je gewoon bij het begin beginnen, want enige kennis van het voorgaande is vereist, zij het niet in die mate als je bij zo’n complex verhaal zou verwachten. Dat komt ook omdat Polane helder en vlot leesbaar schrijft, met veel fantasie en gedrevenheid, maar ook omdat de ontknoping in zekere mate op zichzelf staat.

Het boek opent met een “Wat vooraf ging” dat in teveel details teveel probeert te vertellen. Het toonde mij dat ik toch alweer een heleboel was vergeten en ik vroeg mij af of ik de eerste drie delen eerst opnieuw moest lezen voor ik aan Heren van Twist kon beginnen. Dat viel dus mee. Polane plaatst het verhaal in dezelfde wereld, in het verlengde van de voorgaande delen, maar geeft het ook een zekere zelfstandigheid. Wat je vergeten was, komt al lezende voldoende terug, zoals dat met het echte leven ook gaat.

Bij het eerste deel, Lege Steden, constateerde ik dat in de karaktertekening te lezen was dat Polane eerder met jeugdboeken en cartoons bezig was geweest, omdat het soms een beetje te cartoonesk was. In dit opzicht is hij gedurende de reeks als auteur gegroeid, al gaat ook Heren van Twist door de leeftijd van de personages nog steeds wat in de richting van Young Adult.
Opvallend is dat het merendeel van de personages vrouwelijk zijn. Cassi, Rufeine, Rika voorheen Heike, Lisa, Odette, Edison, Deira, Lin… Daar staat eigenlijk maar één man echte tegenover, de dief en magiër Rune; de andere mannelijke personages zitten in het hoofd – want Joern is toch teveel een stem en Luuk een gedachte.

De Onzichtbare Maalstroom is een kleurrijk, vlot leesbaar epos, vol met leuke ideeën en intrigerende personages. Maar het beste voor mij is dat het de indruk geeft dat Jasper Polane een schrijver is die nog volop in ontwikkeling is en dat het beste nog zal komen, in nieuwe romans, in nieuwe reeksen.
Ik ben benieuwd.

(Paul van Leeuwenkamp)

Het Vijfde Seizoen – Nora K. Jemisin

Vijfde Seizoen.jpg

Het Vijfde Seizoen – Nora K. Jemisin (SF)
De Gebroken Aarde 1
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam (2018)
414 pagina’s; prijs 24,99
Oorspr.: The Fifth Season – The Broken Earth 1 (Orbit – 2015)
Vertaling: Lia Belt
Omslag: Lauren Panepinto/DPS/Arcangel Images

Heeft u al eens de ervaring gehad dat een verhaal je van je sokken blies? Dat als je geen leuning op je stoel had, er finaal ondersteboven van afgedonderd was? Dat je zo verrast werd dat je even vergat adem te halen, of zo moest lachen dat de tranen je over de wangen liepen. Of dat je zo geroerd was dat, alweer, de tranen je over de wangen liepen. Ik hoop maar dat u dat is overkomen, want dat gun ik iedereen. Gelukkig is het mij verschillende keren overkomen. Ik herinner me heel erg sterk de emoties toen ik ‘Spreker voor de doden’ van Orson Scott Card las. De verrassing en de lol toen ik ‘De zeventien maagden’ en ‘Freitzke’s beurt’ van Jack Vance (en ‘Tschai’ en de ‘Duivelsprinsen’) tot mij nam en begreep wat er gebeurde. De wow factor toen ik besefte dat Isaac Asimov de Robotten reeks en de Foundation aan elkaar aan het schrijven was. Het medeleven toen ik ‘Het zingende schip’ van Ann McCaffrey las. Lachen om de schitterend humorvolle verhalen van Eric Frank Russell, waarbij ik toch wel ‘De kosmische bondgenoot’ moet vermelden. ‘Duin’ (de eerste paar delen dan) van Frank Herbert. Het desolate gevoel bij ‘De weg’ van Cormac McCarthy. De ‘Helliconia’ trilogie van Brian Aldiss. Larry Niven met ‘Ringwereld’. Ursula LeGuin. Vernor Vinge…
En zo zou ik nog wel even door kunnen gaan, maar dat ga ik niet doen. Ik weet niet of het u is opgevallen, maar veel van bovenstaande titels zijn prijswinnaars van bijvoorbeeld de Hugo Award en/of de Nebula Award, of wat voor Award dan ook. Het is dus niet vreemd dat ik van de sokken werd geblazen en velen anderen met mij.
Valt het u niet op dat dit allemaal best wel wat oudere titels zijn? Ah… dat dacht ik al. Als SF liefhebber worden we niet echt heel erg verwend de laatste jaren. Natuurlijk… we hebben de Radch trilogie van Ann Leckie gehad, maar ik moet zeggen dat ik deel een geweldig vond, maar de daarop volgende twee delen maar zozo. Dat heb je meer met tweede en derde delen. Het is net alsof er oorspronkelijk maar een verhaal gepland was, maar dat door het doorslaande succes er nog maar twee delen aangebreid waren, al werden deel 2 en 3 toch ook genomineerd voor de Hugo en de Nebula.
Waar wil ik met het bovenstaande verhaal naartoe? Natuurlijk om te zeggen dat ik in Jemisin een kandidaat vond die me weer eens van de sokken blies. Natuurlijk… ik moet afwachten wat deel twee van De Gebroken Aarde: ‘De poort van Obelisk’ wordt, maar daar ben ik niet heel erg bang voor. Ook voor dit deel heeft Nora K. Jemisin een Hugo Award op zak. En, nog maar pas bekend geworden, heeft ook het derde deel ‘The Stone Sky’ een Hugo én een Nebula Award gewonnen. Ik denk dat het wel iets zegt over de kwaliteit. Nog nooit eerder won een schrijver drie Hugo Awards voor alle delen van een trilogie.
Waar het over gaat? Ha… daar ga ik niet heel erg veel over zeggen. Eigenlijk ga ik er helemaal niets over zeggen, dan wel schrijven. Ik vind dat elke rechtgeaarde SF/Fantasy liefhebber in het Nederlandse taalgebied zich aan zichzelf verplicht is dit te lezen. You’re gonna love it!
Ik wil nog wel wat kwijt over het genre. Ik wil altijd alles maar graag in hokjes duwen. Ik heb tijdens het lezen een hele tijd gedacht dat het Fantasy was. Daar is natuurlijk niets mis mee. Als je de kaart voorin het boek bekijkt, herken je (althans ik niet) niets wat ook maar enigszins op een huidig continent lijkt. Maar allengs dat ik in het boek vorderde kwam het besef dat ik toch een SF roman aan het lezen was. Blijkbaar… nee, ik vertel het niet. Het fijnste is dat je, net als ik, ‘Het Vijfde Seizoen’, frank en vrij oppakt en ervan geniet zonder spoilers van mij. Laat je omverblazen en geniet ervan, zoals ik ook gedaan heb.
Zoals gezegd staat het tweede deel aangekondigd voor april 2019. Dat is nog wel lang. Veel te lang. Maar het is niet anders. We mogen allang blij zijn dat het tweede deel er komt.
Nog een dingetje dat me opviel en dat ik nogal vreemd acht. Als je op een aantal willekeurige Engelse sites kijkt is ‘The Fifth Season’ overal rond de vijfhonderd pagina’s in de Engelstalige uitvoering. De Nederlandse uitgave is maar 414 pagina’s. Ik heb altijd gedacht dat je voor de vertaling van Engels naar Nederlands méér woorden nodig hebt. Hier lijkt het zowat 20 procent minder te zijn. Hoe kan dit? Is er (behoorlijk) wat weggelaten tijdens de vertaling? Hoop maar van niet en dat er een logische verklaring voor is.

Jos Lexmond

Waterscheerling – Rascha Peper

Waterscheerling.jpg

Waterscheerling; Rascha Peper; illustraties Sylvia Weve; uitg. Em. Querido’s Uitgeverij BV, Amsterdam Antwerpen; 2017; hardcover; 78 blz.; € 15,00; omslag en binnenwerk Brigitte Slangen; omslagillustratie Sylvia Weve; Foto auteur Roeland Fosse

Mooie maar overbodige uitgave

De in 2013 overleden schrijfster Rascha Peper (Jenneke Strijland) liet een klein maar respectabel oeuvre van romans, verhalen en columns (NRC Handelsblad) na. De roman Rico’s vleugels haalde de shortlist van de AKO Literatuurprijs en Russisch blauw werd bekroond met de Multatuliprijs. Het in 2017 opnieuw uitbrengen van Waterscheerling, dat als zelfstandige uitgave in 2004 bij L.J. Veen verscheen en in 2014 werd opgenomen in Een Siciliaanse lekkernij (Querido), lijkt echter vooral bedoeld om de tekeningen van de zeer succesvolle, met Zilveren en Gouden Penselen bekroonde Sylvia Weve te presenteren. En dat zijn mooie, zeer passende illustraties. En ook met het verhaal is niets mis; kundig, vlot leesbaar. Het verhaal over Stella, misschien wel een wisselkind, en de waterput achter haar huis met de giftige waterscheerling. Haar verdwijnen en de speurtocht van haar vriend Pirre. “Geïnspireerd door het sprookje van Vrouw Holle en de mythe van Orpheus en Eurydice”, aldus de flaptekst. “Een ontroerend verhaal over de liefde en de dood”, maar bijna alle verhalen gaan over liefde en dood.

Dit fantastische verhaal, een sprookje voor jong en oud, lijkt me niet representatietief voor het werk van Rascha Peper. Liefhebbers van haar werk zullen dit verhaal al kennen, nieuwe lezers worden op het verkeerde been gezet. En voor de liefhebber van fantastische literatuur biedt het verhaal niets nieuws.
Misschien kan deze uitgave betekenis gegeven worden als een soort van stellingname, dat alleen het fantastische het wezenlijke in ons bestaan kan benaderen. Dat is dan inderdaad die liefde en dood waar zo het accent op wordt gelegd, maar voor een auteur als Peper is dat ook het schrijven op zich. En daar gaat dit verhaal ook over. Het is, met de vertraging van de onderwaterwereld, het zwijgen en het communiceren via de typemachine, op de eerste plaats een metafoor voor het schrijverschap.

Goed geschreven, mooi geïllustreerd, maar het is wat mager en er zijn teveel andere boeken die meer aandacht verdienen.

(Paul van Leeuwenkamp)

The Man Who Killed Don Quixote

Regie: Terry Gilliam – Speelduur: 132 minuten – Jaar: 2018

“…without intelligence, there can be no humour.”

― Miguel de Cervantes Saavedra, Don Quixote

Recent hebben wij de laatste film van Terry Gilliam (acteur, schrijver, regisseur van onder andere Monty Python, Jabberwocky, Brazil, Tideland en The Zero Theorem) mogen beleven.

De film is losjes geïnspireerd op de roman ‘El ingenioso hidalgo Don Quixote de la Mancha’ (‘Don Quichot van La Mancha’) van Miguel de Cervantes y Saavedra. Het eerste deel gepubliceerd in 1605 en het tweede deel in 1615. Een nog steeds aan te raden klassieker.

In de iets recentere geschiedenis, in 1989, begon Terry Gilliam aan het project. Het zal zijn persoonlijke gevecht tegen de windmolens zijn geweest. Door de jaren heen werd de productie onder andere opgehouden door een gebrek aan geld, een overstroming, wisselingen van acteurs en de nodige herschrijvingen van het verhaal. Na acht pogingen in 29 jaar ging de film uiteindelijk in première op het Cannes Film Festival in 2018.

Enkele maanden later, op een warme zomeravond, zochten wij de koele bioscoopzaal in het plaatselijke filmhuis op. Vanaf de eerste momenten werden wij meegenomen in een heerlijke film gevuld met avontuur, aanstekelijke humor en  alom aanwezig drama. Er werd op een subtiele en soms iets minder subtiele manier omgegaan met de overgang tussen werkelijkheid en fantasie.

In 2 uur en 12 minuten volgen wij Toby (Adam Driver – onder andere Kylo Ren in Star Wars VII, VIII en IX), een cynische regisseur die gevangen is in de waanwereld van een oude Spaanse schoenmaker die gelooft dat hij Don Quixote (Jonathan Pryce – onder andere High Sparrow in Game of Thrones) is. Hun avontuur wordt gaandeweg meer en meer surrealistisch. Toby wordt daarbij geconfronteerd met de gevolgen van het maken van een film, die hij als idealistische jongeling heeft gemaakt, en waarmee hij een Spaans dorp en haar inwoners permanent heeft veranderd.

Ik heb de film ervaren als een intelligente waardevolle toevoeging aan het fantastische genre en hoop de film binnen 29 jaar nog een flink aantal keren te mogen zien.

Jan Johannes Scholte