In de val – Max Brooks

In-de-val.jpg

In de val – Max Brooks (HO)
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam (2020)
332 pagina’s; prijs 20,99
Oorspr.: Devolution (Del Rey Books – 2020)
Vertaling: Betty Klaasse
Omslag: DPS Design & Prepress Studio, Amsterdam

Je kunt van Max Brooks zeggen wat je wilt, maar niet dat hij een heel erg productieve schrijver is. Hij is dan ook naar alle waarschijnlijkheid meer een acteur dan een auteur, alhoewel hij wel verhalen voor meerdere films en series geschreven heeft. Hij is de zoon van de beroemde Mel Brooks en de actrice Ann Bancroft.
In 2006 debuteerde hij als schrijver met ‘World War Z’, wat handelde over een grote oorlog tussen de mensheid en zombies. Het werd een groot succes en meteen verfilmd door Paramount. Nu is hij dan terug als schrijver met ‘Devolution’, met als ondertitel: ‘A Firsthand Account of the Rainier Sasquatch Massacre’ dat vrij vertaald werd in het Nederlands als ‘In de val’, en dat dan zonder ondertitel. Het is een keuze.
Het verhaal wordt verteld vanuit dagboekfragmenten en interviews. De eersten zijn opgetekend door Kate Holland, die samen met haar man Ben naar een ecologische nederzetting verhuisd, dat slechts op een paar uur rijden van Seattle ligt in de nog ongerepte natuur. Deze nederzetting, Greenloop genaamd, bestaat uit een aantal hypermoderne en slimme huizen. De plek heeft de beschikking tot ultrasnel internet en al deze voorzieningen maak dat het een prima plek is om te ontsnappen aan het jachtige leven in de Amerikaanse steden. De eerder genoemde interviews komen van alle kanten en hebben tot doel de achtergronden van de omgeving te kleuren en de hoofdpersonen meer diepgang te geven. Of ik heel erg gecharmeerd ben van deze manier van schrijven, en vooral lezen, dat weet ik niet zo. Of eigenlijk weet ik het wel en het antwoord is dus: Nee… het spreekt me niet bijzonder aan. Maar goed, het is nu eenmaal zo. Ik moet wel zeggen dat het op den duur toch wel enigszins went.

Het verhaal kent een vrij trage start. Een tijdje lang volgen we introductie van Kate en Ben Holland in Greenloop. De kennismaking met de andere bewoners tot op het moment dat Mount Rainier, een vulkaan (tot dan toe) in ruste, op een afstand van een dikke tachtig kilometer van Seattle (in het Mount Rainier National Park), uitbarst en het neervallende puin, Greenloop van de buitenwereld afsluit en de technologie het begeeft. De ecologische gemeenschap is nu op zichzelf aangewezen. Al gauw blijkt dat de asregens en vuurhaarden niet de enige gevaren zijn die het dorp bedreigen. De bewoners, geplaagd door honger en conflicten, worden gedwongen samen te werken om het gevaar, dat gewekt is door de ontploffing van de vulkaan, samen het hoofd te bieden.

Het gevaar dat langzaam maar zeker dichterbij komt wordt veroorzaakt door Bigfoot, ofwel Sasquatch, dat zijn oorsprong heeft in de volksverhalen van de Amerikaanse indianen. Het is volgens de beschrijvingen een gigantisch aapachtig wezen dat in de bossen van de Noord-Amerika leeft. Net als bij het monster van Loch Ness is het omgeven door mythes die in stand worden gehouden door vluchtige waarnemingen en afgietsels van grote pootafdrukken.

Max Brooks heeft het wezen gebruikt om een spannend en vooral zeer filmisch verhaal te schrijven, waarvan het me niet echt zou verbazen, dat het, net als Wold War Z, verfilmd zou gaan worden. Dat zou best een aardige film op kunnen leveren, net zoals het boek, ondanks alles, toch was. Zoals eerder gezegde… de dagboekfragmenten afgewisseld met interviews en wetenswaardigheden, aangevuld met citaten die de hoofdstukken vooraf gaan… Not really my cup of tea, maar als je dat even vergeet, was het toch spannend en onderhoudend.

Jos Lexmond

Jack Vance – Meisje van goud en andere verhalen

Meisje-van-goud.jpg

Jack Vance – Meisje van goud en andere verhalen (SF) – 283p.
Spatterlight, Amstelveen (2020) € 15,99
Het Verzameld Werk van Jack Vance 25
Vertaling: Venugopalan Ittekot & Annemarie van Ewyck & Warner Flamen & Evert Jan de Groot & Jaime Martijn
Omslag ontwerp & Illustratie: Howard Kistler
(Verkrijgbaar via Amazon.de)

Waar ik geregeld, zeker een keer per jaar, nog eens teruggrijp op een van de romanreeksen van Jack Vance en dan Tschai, De Duivelsprinsen, Alastor, Durdane, of wat dan ook, weer eens uit de kast gris, doe ik dat vreemd genoeg niet met de verhalenbundels van de meester. Ook de losse romans pak ik minder. Vreemd, omdat daar natuurlijk ook juweeltjes tussen zitten. Daarom is het een genot om nu, min of meer gedwongen (o… welk een straf) om een recensie te schrijven, ze alsnog eens door de ogen te halen. Meestal heb ik die verhalen, die soms wel halve romans zijn, niet meer gelezen sinds dat ze voor het eerst verschenen. Ze zijn door de tijd uit mijn geheugen weggesleten of overschreven door prachtige nieuwe verhalen, dus zijn dit dan ook weer vanzelf nieuwe verhalen geworden, waar ik dan geweldig van kan hergenieten. Het is dus absoluut niet zo dat ik ze met tegenzin oppak. Nee… met alvast een kleine voorpret sloeg ik ‘Meisje van goud en andere verhalen’ open en liep meteen tegen het titelverhaal aan. Het is wel zo dat ik de titels van de verhalen meestentijds wel herken, maar ‘Meisje van goud’ zei me helemaal niets. De titel niet en het verhaal ook niet en toch moet ik het gelezen hebben. Het verscheen eerder in ‘De tempel van Han’ en ik weet zeker dat ik die bundel eerder las. Hoe dan ook… het verhaal heeft destijds vermoedelijk net zo weinig indruk op me gemaakt dan nu. Het buitenaardse gouden meisje waren zoveel aardse eigenschappen toegedicht dat het een beetje onwaarschijnlijk werd en dus geheel en al niet des Vances. Jammer, maar ook de meester zal zijn momenten gehad hebben, net als ieder ander ze wel eens heeft. De andere verhalen in deze bundel waren meer dan lekker en smaakten, zoals gewoonlijk, naar meer. Het bevatte voor mij ook nog wel een leuke verrassing. ‘Station Abercrombie’, was net zoals alle andere verhalen min of meer in het verleden vergleden, maar op de een of andere manier had ik totaal een andere indruk van het verhaal dan dat het in werkelijkheid was. De leuke verassing was dat het verhaal wat daarop volgde: ‘Cholwells kippen’ een losvast vervolg op ‘Station Abercrombie’ was. Jean Parlier speelde in beiden de hoofdrol en dat was iets wat ik niet wist. Nu pretendeer ik niet alles van Jack Vance te weten, maar van zijn verhalen weet ik wel het een en ander. Waarom ‘Cholwells kippen’ nooit is het vertaald in het verleden, zullen we nooit te weten komen, maar vreemd is het wel. Waarom de een wel en de ander niet. Misschien heeft destijds iemand zitten slapen en het feit gemist van Jean Parlier de gemeenschappelijke hoofdpersoon in de verhalen was. Hoe dan ook… buiten de genoemde verhalen bevat ‘Het meisje van goud en andere verhalen’ nog ‘Maskerade op Dicantropus’, ‘De Mitr’, ‘De wereld tussenin’, Wanneer de vijf manen opkomen’, ‘Kom naar Miss Heelal’ en ‘Aanval op een stad’. Ze hebben in ieder geval weer voor een paar leuke leesuurtjes gezorgd en daar doen we het voor. De volgende kan wat mij betreft doorkomen en… mijn wens kwam meteen uit. Gisteravond lag het volgende deel van ‘Het verzameld werk van Jack Vance’ al op de mat. Ik zou willen dat al mijn andere wensen ook op die manier uitkwamen, maar voorlopig vind ik dit prima!

Jos Lexmond

Slapen in een zee van sterren – Christopher Paolini

Slapen-in-een-zee-van-sterren.jpg

Slapen in een zee van sterren – Christopher Paolini (SF)
Meulenhoff Boekerij bv, Amsterdam (2020)
878 pagina’s, € 29,99
Oorspr.: To Sleep in a Sea of Stars (Tor Books, New York City – 2020)
Vertaling: Niels van Eekelen & Mechteld Jansen & Jonas de Vries
Omslag: Faceout Studio/DPS Design & Prepress Studio

Poeh poeh. Een hele klus, maar wat voor een! In ieder geval een waar je me, bij wijze van spreke natuurlijk, midden in de nacht voor wakker kunt maken. Het is in ieder geval de beste Space Opera die ik in jaren gelezen heb. Toegegeven… het is ook zo’n beetje de enige, maar als het er meerdere waren geweest, dan had deze zonder meer bij de besten gehoord. En dat van Christopher Paolini! En ik maar denken dat hij volledig in de Fantasy zat met ‘Eragon’ en de vervolgen. Ik moet eerlijk zijn en toegeven dat ik daar nooit een letter van gelezen heb. Op de een of andere manier trok me dat nooit en ik knapte lichtelijk af op de omslagillustratie. Natuurlijk weet ik wel dat je nooit op de omslag af moet gaan, maar toch deed ik dat en alsmede het feit dat Fantasy nooit een van favoriete genres was binnen het fantastieke (een enkeling daargelaten), kwam het er nooit van. Misschien moet ik na lezing van ‘Slapen in een zee van sterren’ het een en ander nog maar eens heroverwegen en er toch maar eens aan beginnen. Maar goed… dat is iets voor later.

Toen ik met poeh poeh begon, sloeg dat wel op het formaat van deze pil. Met z’n 823 pagina’s aan verhaal plus het addendum en met een totaalgewicht van 1253 gram, is het wel een boek waar je U tegen zegt. Als alle boeken zo waren, dan had ik waarschijnlijk allang een e-reader aangeschaft. Maar gelukkig hoeft dat niet, (het komt gelukkig niet al te vaak voor) want ik ben gek op fysieke boeken. De reuk van het papier en de inkt, het gevoel dat je iets vast hebt, voegt wat mij betreft alleen maar iets toe aan de leesbeleving. Alleen zou het wat mij betreft in twee delen mogen uitkomen, maar… dan allebei wel tegelijk!

Een Space Opera dus. Wat mij betreft een van de aantrekkelijkste sub genres van de SF. De wijds geschilderde sterrenwoestenij, gevuld met onafzienbare vloten van gigantische ruimteschepen, die al veelkleurige laserstralen en raketten brakend, hele werelden in het verderf storten. Prachtig vind ik dat en ik kan er maar geen genoeg van krijgen. Dit en nog veel meer komt ruimschoots aan bod in ‘Slapen in een zee van sterren’, maar dat niet alleen. Kira Navãrez is exobioloog. Het is haar taak om nog niet gekoloniseerde planeten te inventariseren en te zien of ze bruikbaar zijn voor de mensheid. Haar laatste klus voert ze uit op Adrasteia. Ze gaat trouwen met Alan en zich settelen. Ze voert het onderzoek van de wereld een beetje op de automatische piloot uit. Op een dor eiland voor de kust van een van de continenten zakt ze door de grond en valt in een, wat op het eerste gezicht, een grot lijkt te zijn. Maar dat is het niet. Het is een geconstrueerde ruimte. De mensheid is slecht één keer eerder bewijs van intelligent buitenaards leven tegengekomen (het Grote Baken op Talos VII) en deze ontdekking zou de tweede kunnen zijn. Een vreemd soort van stof dringt Kira’s beschermende pak binnen…

Hier laat ik het bij. Het is in ieder geval het begin van een kosmos omspannend verhaal en Kira speelt er de hoofdrol in. Ik vond het prachtig en heb er eigenlijk maar een opmerking over. Als het verhaal op zijn einde loopt, eindigt het niet. Het lijkt wel of de schrijver er geen afscheid van kon nemen. Er volgt nog een stukje sentimenteel gedoe, voordat het echt einde inzet. Dat sentimentele gedoe had voor mij niet gehoeven, maar een kniesoor die daarover valt. Prima verhaal, prima vertelt en heel erg van genoten. En… het werkelijke einde laat duidelijk ruimte voor een vervolg. Geen idee of dat er ook komt, maar het is meer dan welkom. Alleen gaat dat hopelijk geen negen jaar duren, zoals Paolini met ‘Slapen in een zee van sterren’ bezig is geweest. We gaan het zien, maar voor nu: meer… heel erg veel meer, van dit soort verhalen, graag!

Jos Lexmond

Magnus Myst – Het kleine Slechte Boek

Het-kleine-slechte-boek.jpg

Magnus Myst – Het kleine Slechte Boek (JHO) – 116p.
Het kleine Slechte Boek 1
(Das kleine böse Buch (Ueberreuter Verlag GmbH, Berlijn – 2017)
Uitgeverij Condor, Amsterdam (2020) € 14,99
Vertaling: Merel
Leene
Omslag: Buro Blikgoed/Thomas Hussung

Ergens in het verre verleden (of misschien ook in een minder ver verleden) bestonden boeken waarin je zelf de richting van je avontuur kon kiezen. Je kreeg dan op diverse punten in het verhaal keuzes en aan de hand van die keuzes, kon je verder lezen op een bepaalde pagina. Op zo’n manier ontstond er een verhaal waarin je zelf het verloop kon bepalen. Natuurlijk was dat maar relatief, want de auteur had het toch al voorgebakken, dus echt eigen keuzes waren er toch niet. Toch waren dit soort boeken en zeker in de jaren ’80 van de vorige eeuw best populair. ‘Het kleine Slechte Boek’ is daar een soortement van variant op. Al doende in het verhaal moet de lezer verhaaltjes, puzzels en raadsels oplossen en als je het goed gedaan hebt, krijg je een paginanummer waar je het verhaal voort kan zetten. Doe je het niet goed dan krijg je op die pagina bijvoorbeeld het verwijt dat je niet goed gerekend (of gegokt) hebt en dat je vanaf nu op die pagina gevangen zit of dat je nog een keer terug mag naar de pagina waar je vandaan kwam en het dan nog maar een keertje mag proberen. Die opdrachten zijn wel grappig en toch ook soms wel, lastig. Ik moet eerlijk toegeven dat ik zelf ook wel eens op de verkeerde pagina aanbelandt was en met het schaamrood op de kaken de opdracht nog eens, en dan nu wel goed, moest maken. Zal kind met de kinderen dan toch zijn opgang doen?

In ieder geval is dit wel een leuke poging om kinderen aan het lezen te krijgen, of te houden. Op de achterflap staat dat dit een interactief boek is en dat is ook zo. Het boek spreekt tegen je alsof het een heel erg slecht (en dat in de betekenis van boosaardig, gemeen, goddeloos, kwaadaardig, laag-bij-de-gronds, minderwaardig, ondeugend en verdorven) boek is. Het probeert je te verleiden en uit te dagen om ook heel erg slecht te worden en dat is natuurlijk ontzettende leuk en interessant voor kinderen. Maar in de praktijk valt het reuze mee hoor.

Leuk boek en ik denk dat mijn achtjarige kleinzoon Liam er ook van zal genieten. Ik ga het hem in ieder geval in zijn handen geven en dan maar eens kijken of hij dezelfde fout zal maken als zijn opa. Ik hoop het maar, want anders kom ik er helemaal niet zo goed van af. O ja… ik heb nog niets gezegd over de illustraties. Heel erg leuk gedaan. Ze voegen heel wat toe en ik mag zelfs wel zeggen dat ze het verhaal meer dan completeren. Prima om cadeau te doen en nog beter om cadeau te krijgen! In mei 2021 verschijnt het tweede deel. Ik ben benieuwd.

Jos Lexmond

Autonoom. Je moet het in je eentje oplossen – Antoni Dol

Autonoom.jpg

Autonoom. Je moet het in je eentje oplossen – Antoni Dol (SF)
IO, Independent Publisher, Amsterdam – (2020)
215 pagina’s; prijs 19,95
Omslag: Antoni Dol/Escape Pod Alien door Cécile Lhuissier

Met buitengewoon veel plezier had ik de debuutbundel: ‘Het zwaartekrachtprobleem’ van Antoni Dol tot mij genomen (zie mijn recensie op de site van het NCSF) en was over verschillende verhalen nogal enthousiast geweest. Een ervan vergeleek ik zelfs met een Susan Calvin verhaal van Asimov en dat is nogal een compliment voor een debuterende schrijver, waar ik tot dan toe niet, of liever gezegd niets, van had gehoord. Daarom was ik dan ook meer dan benieuwd naar zijn debuutroman ‘Autonoom’. Helaas moest de roman een tijdje blijven liggen door allerlei oorzaken die ik zelf amper in de hand had en waardoor ik genoodzaakt was het recenseren tijdelijk op een wat lager pitje te zetten. Het gedoe is natuurlijk nog niet over, maar ik heb me absoluut voorgenomen een inhaalslag te plegen en zodoende weer een beetje bij te geraken.

Hoe dan ook: ‘Autonoom’ met de subtitel: ‘Je moet het in je eentje oplossen’. Die subtitel is duidelijk als je het verhaal leest, maar was mijns inziens niet echt noodzakelijk geweest. ‘Autonoom’ als titel was meer dan voldoende geweest. Maar goed… het is een keuze.

Het verhaal gaat over een talentvolle programmeur Tobias Tolvonen geheten, die op een gegeven moment op klaarlichte dag door de inzittenden van een zwart geblindeerd busje bij het World Forum in Den Haag van de straat wordt geplukt. In het busje allemaal mannen van Chinese afkomst. Hij wordt snel naar een rood bakstenen huis buiten Den Haag gebracht alwaar Tobias volgens de ontvoerders de kans van zijn leven krijgt. Ze willen dat hij software analyseert en krijgt daarbij een autonoom werkstation voorzien met de meest recente kunstmatige intelligentie. Hij zal in ruime mate financieel gecompenseerd worden als het hem lukt de software te duiden. Er is slechts een voorwaarde… hij zal de klus in zijn eentje moeten klaren. Het is een veiligheidskwestie en er is niet over te onderhandelen. Hij krijgt de keuze en moet nu beslissen. Als hij het niet doet, zetten ze hem weer af bij het World Forum en zowel… dan kan hij naar huis om zijn koffer te pakken. Tobias hoeft er niet heel erg lang over na te denken. Hij heeft zijn beslissing al genomen. Het aanbod is te mooi om waar te zijn en hij neemt het met beide handen aan.

Het verhaal dat volgt heeft twee delen naar mijn idee. Het eerste is geweldig, spannend en inventief. Tobias wordt in het geheim naar de Verenigde Staten gebracht en het stuk software dat geanalyseerd moet worden, blijkt geen Chinese software te zijn, iets wat hij in eerste instantie dacht, maar buitenaards te zijn. Het eerste deel van het verhaal is dus de worsteling van Tobias om de software te breken. Ik vind het op sommige momenten briljant en wil het vergelijken met het verhaal ‘Story of your Life’ van Ted Chiang, dat de winnaar van de Sturgeon Award in 1999, de Nebula Award in 2000 en de Seiun Award van 2002 werd. Het verhaal werd in 2016 briljant verfilmd als ‘Arrival’ door Dennis Villeneuve. Het is natuurlijk nogal wat om te zeggen, dat besef ik ook wel, maar zo voelt het echt. Helaas blijft het niet zo. Als Tobias in contact komt met een vertaalster en een hardwarespecialist, komen ze tot een oplossing en moeten ze op een gegeven moment de woestijn in vluchten. Op dat moment verandert het van een prima verhaal in een soortement van achtervolgingsklucht uit een spannend jongensboek. Ook leuk… daar niet van, maar het is dan, wat mij betreft, een beetje een afknapper geworden. Jammer, maar niets meer aan te doen. Toch heb ik wel genoten van ‘Autonoom’ en deze uitgave geeft hoop voor de toekomst en ik kijk zeker al weer uit naar het volgende project van Antoni. Hij kan alleen maar groeien in zijn schrijverschap en is aldus een beloofde voor de vaderlandse SF.

Jos Lexmond

J. A. White – Alex M. en de Boeken van de Nacht (JFA)

Alex-M..jpg

J. A. White – Alex M. en de Boeken van de Nacht (JFA) – 308p.
(Nightbooks – Katherine Tegen Books, New York, New York – 2018)
Uitgeverij Lannoo nv, Tielt (2020) € 16,99
Vertaling: Mireille Vroege
Omslag: Studio Lannoo (Mieke Verloigne)/Daniel Burgess

Achtergeraakt door van alles en nog niks, heb ik me voorgenomen de komende weken een inhaalslag te plegen. Het is niet zozeer dat het lezen is achtergeraakt, dat gaat gewoon en gestaag door, maar het schrijven van de recensies zelf heeft een tijdje op een laag pitje gestaan. Het is niet echt te bepalen waardoor dat kwam maar is waarschijnlijk te wijten aan het teveel hooi op de vork nemen, waarbij bepaalde dingen dan in het gedrang vertraging oplopen. Het is maar goed dat ik tegenwoordig aantekeningen maak tijdens het lezen. Zo blijven de indrukken, die tijdens het lezen ontstonden, bestaan en komt het verhaal gemakkelijk in het geheugen terug. Mooier is natuurlijk om de recensie meteen na het lezen te schrijven, maar zo blijft het ook redelijk doenlijk. En… zogezegd, ben ik nu dus met de inhaalslag bezig en kom aldus steeds dichter bij het laatst gelezen boek. Het leed zal snel geleden zijn, hoop ik.

Welaan… dit gezegd hebbende, nu snel over naar mijn bevindingen inzake ‘Alex M. en de Boeken van de Nacht’.

Alex M. is een buitenbeentje op school. Hij schrijft griezelverhalen en noemt ze zijn ‘Boeken van de Nacht’. Op een kwade nacht besluit Alex zijn verhalen in de verwarmingketel, die hij de Ouwe Roker noemt, te verbranden. Deze ketel staat in de kelder van het flatgebouw, waar hij woont. De kelder vond hij de fijnste plek in het hele flatgebouw. Het was er griezelig en vreemd en het stond er tot aan het plafond volgestouwd met stapels spullen die door de vorige huurders waren achtergelaten, als een begraafplaats voor dingen die niemand meer wilde. Alex wil zijn verhalen verbranden omdat hij niet langer een weirdo, een freak of een loser, die gepest wordt, wil zijn, Op weg naar de kelder weigert de lift ineens dienst en strandt hij op de vierde verdieping. Als hij besluit om dan maar verder met de trap te gaan, hoort hij op de achtergrond enge muziek en stemmen. De stemmen komen uit een flat achter in de gang. Hij beseft dat het stemmen zijn uit zijn lievelingfilm: ‘The Night of the Living Dead’, die hij voor het eerst zag toen hij 4 jaar oud was. Als hij zijn oor tegen de deur drukt beseft hij dat het pas het begin van de film is. Hij klopt aan en een vrouw, die hem lijkt te verwachten, doet open. Ondanks dat Alex weet dat het vreemd is wat hij doet, stapt hij bij de vrouw naar binnen. Als hij als een mot naar het flikkerende televisiebeeld wordt getrokken, valt de deur in het slot en de vrouw zegt: ‘Hebbes!’.

Het verhaal dat volgt heeft behoorlijk wat weg van Sjeherazade en de Verhalen van 1001 nacht. Zolang Alex zijn verhalen uit de Boeken van de Nacht aan de heks, die hem gevangen nam, verteld, gebeurd er niets. Elke nacht een verhaal, maar op een gegeven moment raken de verhalen op.

Het verhaal van Alex M. heeft niet alleen een vrij hoog 1001 nacht gehalte, maar ook Hans en Grietje is er duidelijk in te herkennen. Toch vaart het boek ook zijn eigen koers en heeft een twist die, zoals vrijwel alle plot twists, héél sterk zijn eigen kenmerken heeft. Dus een prima, goedlopend en griezelig (maar niet al te griezelig) verhaal, boeiend verteld, waarvan ik het heel erg jammer vond dat het afgelopen was. Wat wil je nog meer? Niets… toch?

Jos Lexmond

Uitverkoren – Veronica Roth

Uitverkoren.jpg

Uitverkoren – Veronica Roth (FA)
Meulenhoff Boekerij bv, Amsterdam (2020)
428 pagina’s, € 20,00
Oorspr.: Chosen Ones (Houghton Mifflin Harcourt USA, Boston – 2020)
Vertaling: Anne-Marieke Buijs
Omslag: Jim Tierney/DPS Design & Prepress Studio

Uiteraard, zou ik haast zeggen, maak ik wel eens een keuze die achteraf gezien wel eens een niet al te beste blijkt te zijn. Shit happens, om het zo maar eens te zeggen. Normaal gesproken doe ik mijn keuzes voor recensieboeken aan de hand van de omschrijvingen die ik bij de boeken vind als ik voor mijn ‘Te Verwachten’ lijstje (zie: https://www.ncsf.nl/recent-verschenen-en-verwachte-boeken/) rondkijk van wat er allemaal voor moois te verwachten staat in de nabije toekomst. Meestal kan je op verschillende sites wel een maand of drie a vier vooruitkijken. Aan de hand van de aldus samengestelde ‘Te Verwachten’ lijst, maak ik dan een extractie van wat ik wel graag zou willen lezen. Of dat nu Young Adult, jeugd of boeken voor volwassenen zijn, maakt me dan niet zo heel erg veel uit. Wat leuk is, is leuk en ik ben en blijf jong van hart, dus mijn keuze is reuze. Meestal dan. Van Veronica Roth had ik haar ‘Divergent’ boeken gelezen en daar was ik best wel van gecharmeerd. Als ik nu mijn recensies van destijds nog eens doorlas, vond ik dat er wel het een en ander aan mankeerde, maar dat dit niet in de weg stond om de reeks toch behoorlijk leuk te vinden. Toen kwam ‘Carve the Mark’ en toen kwam er de klad in. Ik vind het niets en dat deed me toen ook besluiten het tweede deel maar niet meer aan te vragen. Had ik die recensie nog maar eens teruggelezen toen ik overwoog om ‘Uitverkoren’ aan te vragen, dan had ik het waarschijnlijk gelaten.

Maar… (Zit er niet altijd een maar aan?), alles is niet altijd wat het lijkt en als je maar doorzet, wordt je meestal wel beloond. Wartaal? Lees nog even door en het wordt je allemaal duidelijk.

Eigenlijk werd ik getriggerd doordat volgende opmerking op de achterflap stond: ‘Uitverkoren’ is haar eerste boek voor volwassenen. Daar werd ik dermate nieuwsgierig van dat ik het niet kon laten het aan te vragen. Zeker toen ik de rest van der achterflap had gelezen. Zie hieronder.

Ergens vlak bij Chicago drong op een duistere dag het kwaad de wereld binnen en bracht chaos en verwoesting. Vijf schijnbaar doodgewone tieners – Sloane, Matt, Ines, Albie en Esther – werden opgeroepen zich te melden. Een van hen zou de Uitverkorene zijn, de enige die de wereld kon redden. En waar of niet, het werkte: het kwaad werd verslagen en de aarde was veilig. Tot nu.

Het zag er nog heel erg uit als Young Adult, maar dat is het dus niet, want het verhaal speelt zich tien jaar na het gebeurde af. Dan zijn de tieners wel zo’n beetje volwassen, denk ik zo. Maar goed… maar dan? De eerste honderdentwintig bladzijden kon het verhaal me absoluut niet pakken en bekoren. Als ik het zelf gekocht had, dan had ik het allang aan de kant gegooid. Er lag nog een hele stapel andere boeken op me te wachten, waar vast nog wel heel erg leuke dingen tussen zaten. Maar dit is dan weer het nadeel van recensieboeken. Je moet ze uitlezen om er iets zinnigs over te kunnen zeggen. Welaan… doorgeploeterd dus. De volgende honderdtwintig pagina’s waren enigszins te genieten, maar het laatste deel was prima te genieten! Maar als je me nu vraagt of dat voldoende was om die eerste 240 pagina’s goed te maken? Nou nee, helaas niet. Jammer, want voor hetzelfde geld was het hele boek boeiend geweest.

Jos Lexmond

Jack Vance – Throy

Throy.jpg

Jack Vance – Throy (SF) – 258p.
(Throy, Underwood-Miller, Lancaster (1992))
De Kronieken van Cadwal, boek 3 (en slot)
Spatterlight, Amstelveen (2020) € 15,99
Het Verzameld Werk van Jack Vance 57
Vertaling: Annemarie van Ewyck
Omslag ontwerp & Illustratie: Howard Kistler/Luc Desmarchelier
(Verkrijgbaar via Amazon.de)

… en van ‘De Oude Aarde’ vier ik mijn thuisvakantie verder door snel in ‘Throy’ te duiken. Als eerder gezegd was ik toch liever op Texel, maar thuis beviel het ook prima. Fietsen kan je natuurlijk hier in de buurt ook en afgelopen zaterdag had ik voor het eerst weer eens een kringloopcentrum bezocht waar ik al meer dan een half jaar niet geweest was. Ik durfde niet goed, maar nu ging ik eens kijken of het wel kon. Het bleek er goed geregeld te zijn. Deze kringloop was in een oude schoolgebouw gevestigd en voor bij de kassa stonden een twintigtal mandjes. De resterende hoeveelheid mandjes bepaalde het aantal mensen dat naar binnen mocht. Twintig dus in totaal en méér niet! Ik hoefde maar even te wachten tot er weer een, netjes schoongemaakt mandje, beschikbaar was en op de boekenafdeling was geen sterveling. Behalve ik dan. Ik vermaakte me kostelijk en ging met een leuke buit van twintig boeken, waaronder een paar hele leuke oude kinderboeken (uiteraard fantastiek) weer naar buiten. Fijne buit en een leuke dag met een heerlijke fietstocht. Thuisgekomen heerlijk gegeten en dan, laat in de avond, als geweldige afsluiting van de een perfecte dag, weer heerlijk in het laatste deel van ‘De Kronieken van Cadwal’ verder te gaan. Om te genieten van een thuisvakantiedag heb je niet heel erg veel meer nodig, wel?

Ondanks het feit dat ik deze trilogie (waarschijnlijk) voor de vierde keer las, had ik toch weer het idee toen ik ‘De Oude Aarde’ dichtsloeg, dat het verhaal klaar was en verwonderde me dat er toch nog een derde deel was. Maar natuurlijk was het verhaal nog niet klaar en afgerond, want ondanks dat Glawen Clattuc en Wayness Tamm erin geslaagd zijn om de plannen van hun tegenstanders te dwarsbomen, wil niet zeggen dat het gevaar voor Cadwal geweken is. De LVV’ers onder leiding van Julian Bohost en Dame Clytie Vergence willen zich nog steeds een deel van het reservaat toe-eigenen om er zich als landadel met Yipse bedienden te vestigen. Smonny Clattuc, bijgestaan door haar minnaar Namour, wil niets anders dan Station Araminta als wraak vernietigen voor het haar aangedane leed.

Kortom meer dan genoeg verwikkelingen gaande en mijn bewondering voor Jack Vance was met meer dan heel erg veel toegenomen na de mededeling van Spatterlight dat Jack in de tussentijd blind was geworden. Ik zou er zelf niet aan moeten denken om blind te worden. Liever, als er een keuze was natuurlijk, zou ik mijn gehoor of allebei mijn benen (of desnoods beiden) inleveren, dan mijn zicht. Maar goed, alle verwikkelingen, en dat waren er nogal wat, moesten in dit laatste deel op een nette en aanvaardbare manier opgelost worden. Ga er maar aanstaan als je niets meer terug kunt lezen. Het hele verhaal in je hoofd houden en er proberen iets zinnigs van te maken… ik ben nog steeds flabbergasted!

Wat mij betreft is het Jack Vance prima en met lof gelukt om dit huzarenstukje te volbrengen. Ik heb wederom van ‘De Cadwal Kronieken’ genoten en zal dat in de toekomst nog wel eens (of meerdere keren) doen. Een ding nog. De omslagen van de Vance boeken van Spatterlight vind ik niet altijd even mooi, maar de omslagen van ‘De Kronieken van Cadwal’ (van Luc Desmarchelier) zijn schitterend te noemen. Als het niet om het verhaal was, dan is dit misschien toch nog een reden om tot aanschaf over te gaan.

Jos Lexmond

Jack Vance – De Oude Aarde

De-Oude-Aarde.jpg

Jack Vance – De Oude Aarde (SF) – 433p.
(Ecce and Old Earth, Underwood-Miller, Lancaster (1991))
De Kronieken van Cadwal, boek 2
Spatterlight, Amstelveen (2020) € 37,01
Het Verzameld Werk van Jack Vance 56
Vertaling: Annemarie van Ewyck
Omslag ontwerp & Illustratie: Howard Kistler/Luc Desmarchelier
Verkrijgbaar via Amazon.nl

… en zo verglijden we langzaam, maar beslist, tijdens de thuisvakantie van ‘Station Araminta’ naar ‘De Oude Aarde’ en genieten mateloos verder van een van de meest doordachte werken van Jack Vance.

Bij de recensie van ‘Station Araminta’ verwonderde ik me over het zo ver uit elkaar liggen van het aantal pagina’s van de delen in deze trilogie. Terwijl Jack Vance in eerdere trilogieën (of reeksen) het aantal pagina’s altijd ongeveer hetzelfde hield. Er is een simpele en logische verklaring voor, zo deed Koen Vyverman van Spatterlight mij uit de doeken. Ik plaats zijn antwoord hierbij volledig.

Koen Vyverman: “Wat betreft je verbazing over de alsmaar dunner wordende delen in deze trilogie, dat is niet echt een raadsel. Jack schreef de Cadwal trilogie in opdracht van Tor Books. Die hadden in het najaar van 1984 een bestelling bij hem geplaatst voor een dikke sciencefiction trilogie. In het contract van zo’n besteld werk wordt onder andere gestipuleerd wanneer de auteur de diverse boekdelen moet inleveren bij de uitgever. Deadlines dus, anders is er sprake van contractbreuk. Maar in de tweede helft van de jaren tachtig ging het onverwacht heel erg mis met Jacks gezichtsvermogen. Ten gevolge van een mislukte staaroperatie werd hij in rap tempo blind, en werd schrijven navenant vermoeiender. Zelfs met behulp van speciale spraaksoftware — heel rudimentair in die tijd! — en een voor hem aangepast toetsenbord waarmee hij op het gevoel kon typen, schoot het allemaal niet echt meer op. Nadat Station Araminta (Cadwal 1) en Madouc (Lyonesse 3) waren verschenen, in die volgorde trouwens, nam Jack’s schrijftempo dan ook snel af, evenredig met zijn zicht. Maar het tweede en derde deel van de Cadwal trilogie moesten wel worden opgeleverd volgens de contractuele verplichtingen met Tor. En daardoor is dat tweede deel dunner uitgevallen dan het eerste, en het derde nog dunner dan het tweede.”

Na dit antwoord moest ik meteen denken aan het feit wat een geweldige schrijver Jack Vance toch eigenlijk was. Als hij blind was en dan toch al die verhalenlijnen, gebeurtenissen, intriges en wat dies meer zij, in zijn hoofd kon houden en er een goed einde aan kon breien, dan kan je daar alleen maar bewondering voor hebben. Ik had er helemaal niets van gemerkt en ‘De Cadwal kronieken’ zijn nou niet direct simpel en rechtlijnig te noemen. Petje af, dat moet gezegd worden. Mijn bewondering is alleen maar toegenomen.

Als ‘Station Araminta’ het deel was waarin Glawen Clattuc opgroeide en zijn plaats in de Clattuc familie proberen te behouden en te voorkomen collateraal te worden, dan is ‘De Oude Aarde, meer het deel van Waynes Tamm geworden. Natuurlijk is Glawen niet uit het verhaal verdwenen. Hij houdt zich in dit deel voornamelijk bezig met de speurtocht naar zijn verdwenen vader, die na een patrouille vlucht niet terugkeerde. ‘De Oude Aarde’ staat voornamelijk in het teken van de speurtocht en de belevenissen van Wayness Tamm op Aarde, waar ze haar oom, Pirie Tamm, opzoekt. Hij is de secretaris van het genootschap van Natuurkenners. Twee zeer belangrijke documenten blijken al jaren spoorloos en wel de Akte van Eigendom van Cadwal alsmede het originele Handvest van Natuurbehoud, dat de hele planeet Cadwal de status van natuurreservaat geeft. Ikzelf heb er weer van genoten!

Jos Lexmond

Jack Vance – Station Araminta

Station-Araminta.jpg

Jack Vance – Station Araminta (SF) – 610p.
(Araminta Station, Underwood-Miller, Columbia (1987))
De Kronieken van Cadwal, boek 1
Spatterlight, Amstelveen (2020) € 19,61
Het Verzameld Werk van Jack Vance 55
Vertaling: Annemarie van Ewyck
Omslag ontwerp & Illustratie: Howard Kistler/Luc Desmarchelier
Verkrijgbaar via Amazon.nl

Sinds jaar en dag is het een goede gewoonte van mezelf om wat ‘Vances’ mee te nemen als ik op vakantie ga. Ik kan natuurlijk ook andere boeken meenemen, zoals recensieboeken, maar dat voelt dan net alsof ik nog aan het werk ben. Met boeken van Jack Vance heb ik dat niet. Het is heerlijk leesvoer dat je prima ontspannen kunt lezen en genieten. Helaas schoot de vakantie er dit jaar om diverse redenen bij in. In het voorjaar gaan we altijd een weekje naar Texel, maar dat ging dus niet door vanwege de eerste coronagolf. Voor de rest van het jaar was het om allerlei redenen ook al niet mogelijk. Het verschijnen van de Cadwal-trilogie was dus een prima aanleiding om een vakantie thuis te houden en toch maar weer eens heerlijk in de drie boeken te duiken en de boel de boel te laten. Het voelde haast aan als vakantie, al miste ik wel tussen het lezen door de zee en de fietstochten door bos en duin. Hopelijk volgend jaar weer wel. Ik kijk er nu al naar uit.

In ieder geval weer genoten van ‘Station Araminta’ het eerste deel van de Cadwal Kronieken. Maar een ding heb ik altijd vreemd gevonden. De snelle afname van het aantal pagina’s tussen deel 1 en deel 3. Station Araminta had dan 610 pagina’s, ‘De Oude Aarde’ 433 en ‘Throy’ nog maar 251. Als je andere reeksen, zoals Tschai en Durdane, van hem bekijkt tellen die allemaal ongeveer hetzelfde aantal pagina’s. Het is net of Jack Vance verwachte dat hij het karwei niet af zou kunnen maken. Hij was tenslotte al 76 toen ‘Throy’ gepubliceerd werd. Maar toch zou hij 96 jaar oud worden. Natuurlijk kon hij dat niet weten. Hoe dan ook, ik heb altijd al willen weten waarom dat grote verschil in het aantal pagina’s er was. Maar ik zal het, denk ik, nooit te weten komen.

Al sinds de adembenemend mooie wereld Cadwal ontdekt is, is de planeet eigendom van het Aards Genootschap van Natuurkenners en behoedt het Handvest van het Genootschap de natuurlijke rijkdommen van Cadwal voor de exploitatie door de mens. Om toe te zien op de naleving van het Handvest werd Station Araminta gesticht. Een kleine enclave met een streng gereguleerd inwonersaantal, van waaruit de zes grote Huizen met aan hun hoofd de Conservator van het Genootschap, dat nu al negenhonderd jaar Cadwal beheren en beschermen.

Station Araminta is het verhaal van de jonge Glawen Clattuc van het Huis Clattuc die opgroeit op een schitterende planeet en die al jong geconfronteerd wordt met intriges, stiekeme achterkamertjespolitiek, achterklap en bondgenootschappen met als doel financieel gewin uit Cadwal te verkrijgen en daarbij wordt geen mogelijkheid onbenut gelaten. Het verhaal wordt lekker rustig verteld en de lezer kan zich laven aan de prachtige volzinnen die Vance hem/haar voorschotelt. Ook kan er besmuikt gegrinnikt worden om de vele streken die uitgehaald worden. Daarbij loopt er nog een detective-draad door het verhaal heen. Sessily Veder is verdwenen en dat gegeven blijft als een open wond door het verhaal heen etteren. Kortom: genoeg te genieten in Station Araminta.

Ofschoon de Spatterlight boeken heel erg prettig in de hand vind liggen tijdens het lezen, waren deze 610 pagina’s vasthouden niet erg prettig. Het was veel te zwaar en onhandig. Ik vrees dat ik de Meulenhoff-uitgave uit 1988 maar ter hand genomen heb, maar dat doet aan het verhaal verder niets af. Het is en blijft schitterend!

Jos Lexmond