Jubileumviering!

Het NCSF is al sinds 1965 dé SF vereniging van Nederland.

Op 31 oktober 2025 vieren we het lustrum van onze vereniging met spelletjes, een toespraak van onze nieuwe voorzitter, een stuk geschiedenis, en een optreden van zangeres Cindy-Louise!

Ook wordt de uitslag van het jubileumschrijfwedstrijd bekendgemaakt.

Dit alles vindt plaats in Maastricht, op de vooravond van HSFCon in Grand Hotel Amrâth (stationsstraat 2).

HSFCon bezoekers zijn ook welkom. Proost je mee?
En als je dan toch al in de buurt bent: op dezelfde locatie vindt dus op zaterdag en zondag HSFCon 3 plaats.
We hopen jullie er te zien!

NCSF leden ontvangen deze maand een officiële uitnodiging samen met de HSF.

We hopen met je mee te proosten op 60 jaar NCSF!

2025 ESFS Awards

Tijdens Archipelacon 2, de 2025 Eurocon in Mariehamn – Åland, zijn de winnaars van de ESFS Awards 2025 bekend gemaakt.

HALL OF FAME

Hall of Fame – Best Artist
Johan Egerkrans from Sweden

Hall of Fame – Best Author
Aliette de Bodard from France

Hall of Fame – Best Publisher
Artline Studios from Bulgaria

Hall of Fame – Best Promoter
Ivan Kranjčević from Croatia
Tomasz Kołodziejczak from Poland

Hall of Fame – Best Magazine
Queer*Welten from Germany

Hall of Fame – Best Translator
Elena Pavlova from Bulgaria
Mladen Martić from Croatia

ACHIEVEMENT AWARDS

Achievement Award – Best Work of Art
Joanna Karpowicz – Anubis series from Poland

Achievement Award – Best Written Work of Fiction
Long Live Evil by Sarah Rees Brennan from Ireland

Achievement Award – Best Dramatic Presentation
“The Children of Sudra” family musical from Bulgaria
Flow from Latvia, nominated by Estonia and Germany

Achievement Award – Best Fanzine
Parsek 146 from Croatia
Potencjalny Mimik 4 from Poland
Brev från Cosmos 15 from Sweden

Achievement Award – Best Work for Children
The Slug and the Snail by Oein DeBhairduin and illustrated by Olya Anima from Ireland

Achievement Award – Best Internet Publication
UAGeek from Ukraine

Achievement Award – Best Comic Book or Graphic Novel
Fractured Realms from Ireland

Achievement Award – Best Event, Festival or Convention organised by Fans
Glasgow Worldcon from United Kingdom, nominated by Ireland

GRAND MASTER
Joëlle Wintrebert

CHRYSALIS AWARDS
Antea Benzon, Croatia
Gabi Gabrinov, Romania
Hypathie Aswang, France
Justyna Hankus, Poland
Kateryna Pekur (Катерина Пекур), Ukraine
Kathryn Di for “Moonflower”, Bulgaria
Lena Richter, Germany
Robin Rozendal, Netherlands
Shauna Lawless, Ireland

 

Meer weten over de ESFS Awards? Kijk op  https://www.esfs.info/

Cli-Fi, Solarpunk, en Ziltpunk: klimaatverandering in speculatieve fictie – HSF 2024/3

Klimaatverandering is altijd al een onderdeel geweest van het SF-genre. Want een van de mogelijke manieren om SF te definiëren is als fictie over de volgens natuurwetten verwachte consequenties van veranderingen (technologische of maatschappelijke) en de manier waarop individuen dan wel beschavingen daarop reageren. Soms zijn die consequenties lokaal maar nog vaker gaat het om wereldwijde veranderingen. Zo leidt onze op fossiele brandstof gebaseerde economie volgens de wetenschap tot klimaatverandering en daarmee gepaard gaande ecologische rampen zoals droogte, extreem weer, hittegolven, verzuring van de oceanen en ga zo maar door.

Schrijvers speculeerden al in de beginjaren van ons geliefde genre over wereldwijde veranderingen in het klimaat. Zo schreef Arthur Conan Doyle in 1913 ‘The Poison Belt’, waarin professor Challenger ontdekt dat de Aarde in een wolk giftig gas terecht zal komen waardoor iedereen dreigt te stikken. En in 1838 al kwam Edgar Allan Poe met het korte verhaal ‘The Conversation of Eiros and Charmion’ over een komeet die de Aarde nadert waardoor het zuurstuf in de atmosfeer toeneemt, tot alles uiteindelijk verbrandt.
In de zogenaamde ‘gouden eeuw’ van de SF lieten auteurs regelmatig nieuwe ijstijden optreden als gevolg van komeetinslagen en kernoorlogen. Dit waren rampenverhalen, met een focus op heldhaftige overlevenden. Denk aan ‘A Pail of Air’ van Fritz Leiber waarin de lucht bevroren is geraakt. Nog vaker ging het om verhalen die commentaar leverden op de vernietigingskracht van atoomwapens, zoals ‘On the Beach’ van Nevil Chute.
De focus van de SF verlegde zich in de jaren ’60 van ‘outer space’ naar ‘inner space’. Auteurs realiseerden zich dat mensen ingrijpend worden beïnvloed door hun omgeving. Verandert hun omgeving, dan verandert dus ook de psychologie van de mens. Een schrijver als J.G. Ballard dacht hier over na. Kwam hij 1962 nog met ‘The Wind From Nowhere’ (een klassiek rampenverhaal), dat volgde hij op met zijn trilogie bestaande uit ‘The Drowned World’, ‘The Burning world’ en ‘The Crystal World’. In alle drie verandert de Aarde ingrijpend, respectievelijk door het broeikaseffect, door het niet meer verdampen van water en door een kristallisatieproces. Alle drie de verhalen gaan over karakters die door hun nieuwe omgeving dwalen en een gevoel van vervreemding ervaren.
De wetenschap kwam steeds meer te weten over de invloed van de mens op het milieu en de zorg ontstond dat we door onder andere kap van regenwoud, leeg vissen van de oceanen en milieuvervuiling onze eigen omgeving onleefbaar zouden maken. Deze zorg kwam duidelijk tot uiting in het rapport ‘The Limits To Growth’ van de Club van Rome uit 1972. SF-schrijvers gingen ook aandacht vragen voor het milieu. Zo waren er boeken over overbevolking – veel mensen kennen de term ‘soylent green’ uit de gelijknamige film, die was gebaseerd op ‘Make Room! Make Room!’ van Harrry Harrison. Isaac Asimov kwam in de jaren ’70 met zijn meesterlijke ‘The Gods Themselves’. Hij schrijft dat er door vervuiling grote rampen zijn gebeurd, waarna mensen nieuwe energiebronnen zijn gaan zoeken. Wetenschappers ontdekken dat de nieuwe energiebron schadelijke gevolgen heeft voor het universum. Niemand wil ze geloven en hun onderzoek wordt door de industrie onderdrukt terwijl het grote geld de reputatie van de wetenschappers besmeurt. Wat dat betreft had Asimov een voorspellende gave.

De opkomst van Cli-Fi
Verhalen waarin door broeikasgassen veroorzaakte opwarming van de atmosfeer voorkwam, verschenen nog iets later. Een voorbeeld uit 1993 is ‘The Parable of the Sower’ van Octavia Butler. Verder schrijft Kim Stanley Robinson in zijn Mars-trilogie ook over een steeds minder leefbare Aarde, terwijl het klimaat op Mars juist voor bewoning van de mens wordt gereedgemaakt. De publieke aandacht voor klimaatverandering nam toe na de vertoning van de film ‘An Inconvenient Truth’ in 2006. Het principe van klimaatverandering werd in deze film helder uiteengezet. Hierna dook het onderwerp op in steeds meer boeken en verhalen. De term ‘Cli-Fi’ werd in 2007 of 2008 voor het eerst gebruikt door journalist Dan Bloom, als aanduiding voor zijn novelle ‘Polar City Red’. In april 2013 publiceerden Christian Science Monitor en NPR over de nieuwe literaire beweging van romans en films over door de mens veroorzaakte klimaatverandering: Cli-Fi. Dan Bloom bedoelde Cli-Fi niet per sé als een nieuw subgenre van de sciencefiction. Het gaat ook om literaire romans die zich afspelen op plekken waar de gevolgen van klimaatverandering nu of in de zeer nabije toekomst al merkbaar zijn. Ik denk hierbij aan de roman ‘Clade’ van James Bradley over een familie die probeert bij elkaar te blijven in een wereld vol overstromingen en uitsterven van diersoorten. Maar ook ‘Waterjager’ van Chris Polanen is een voorbeeld.
Natuurlijk is er ook veel SF die onder de paraplu van de Cli-Fi valt. Denk maar aan de boeken van Kim Stanley Robinson, zoals zijn ‘Science in the Capitol’-trilogie, ‘New York 2140’ en de moderne klassieker ‘The Ministry for the Future’ (iedereen met ook maar een beetje interesse in dit onderwerp moet dit gelezen hebben). Of wat dacht je van ‘Termination Shock’ van Neal Stephenson, waarin ook Nederland aan bod komt en ‘The Windup Girl’ van Paolo Bacigalupi, waarin fossiele brandstoffen opraken en ook voedseltekorten ontstaan?
Klimaatverandering komt trouwens ook aan de orde in verhalen die niet specifiek over het onderwerp gaan. Auteur Annalee Newitz zei in een interview: “Elk verhaal over de toekomst dat zich minstens een eeuw na nu afspeelt, moet een dramatisch beeld schetsen van klimaatverandering. Elke goede wereldbouw van een toekomstige wereld zal op de een of andere manier moeten worstelen met klimaatverandering en de gevolgen ervan.” Een auteur die dit doet is Stephen Baxter. Zo zijn er in de wereld van ‘Proxima’ en ‘Ultima’ klimaatrechtszaken geweest tegen degenen die de rampen veroorzaakten. En in het ‘World Engines’-tweeluik is Groot-Brittannië veranderd in een eilandenrijk en leven er veel minder mensen op de toekomstige aarde.

Solarpunk
Overigens laat SF over klimaatverandering niet alleen de negatieve gevolgen zien van klimaatverandering. SF-schrijvers verzinnen ook methodes om klimaatverandering zoveel mogelijk te beperken en de gevolgen ervan te verminderen en manieren waarop hun personages op een menswaardige manier kunnen leven op een opgewarmde wereld. Doemscenario’s kunnen namelijk leiden tot apathie. Voordat mensen zich gaan inzetten voor verandering, is het noodzakelijk dat ze geloven dat hun handelen nog positief effect kan hebben. Dit inzicht leidde tot het ontstaan van een nieuw subgenre, dat van de ‘solarpunk’. Deze term werd in 2008 voor het eerst gebruikt. Net als steampunk ligt de focus op een specifieke technologie, maar in dit geval is dat niet stoomkracht maar groene energie. Voorbeelden zijn de novelles van Becky Chambers, ‘A Psalm for the Wild-Built’ en ‘A Prayer for the Crown-Shy’, maar ook ‘A Half-Built Garden’ van Ruthanna Emrys over een gemeenschap die leeft in een door klimaatverandering aangetaste wereld en bouwt aan een evenwichtigere samenleving door middel van netwerktechnologie en ‘The Lost Cause’ van Cory Doctorow vallen onder deze aanduiding en natuurlijk de Braziliaanse SF-bundel met de titel ‘Solarpunk’.

In ons taalgebied
De Nederlandse auteurs Jaap Boekestein en Tais Teng kwamen in 2017 met hun eigen subgenre, ‘ziltpunk’, waarvan hun bundel ‘Orkaanhoeders en Dijkenfluisteraars’ nog steeds de belangrijkste vertegenwoordiger is. De onrealistische technologie in deze verhalen geeft volgens critici een te optimistisch beeld van de toekomst – ‘je zou bijna hopen dat deze werelden realiteit worden’ – maar wellicht is er ook in de cli-fi plek voor een vorm van escapisme.
Gelukkig zijn er ook andere Nederlandse en Vlaamse auteurs die over klimaatverandering schrijven. Ik herinner me bijvoorbeeld de Thule-boeken van Thea Beckman over een groen Groenland en ‘Niemand houdt me tegen’ van Evert Hartman waarin in 2136 half Nederland onder water staat. Meer recente voorbeelden zijn de ‘Slaves’-serie van Miriam Borgermans, de ‘Leegland’-trilogie van Marjan Brouwers en ‘Koepel Goes’ van Charles van Wettum, waarin in Zeeland een koepel wordt gebouwd waarin door de stijgende zeespiegel uit hun huis verjaagde inwoners eenin plek moeten vinden.
Deze drie auteurs deden alle drie mee met de tweede door mij samengestelde klimaatbundel ‘Welkom in de broeikaswereld’, die uitkwam in 2023. Klimaatverandering zal de komende decennia alleen maar meer invloed krijgen in ons leven. SF-schrijvers die met beide benen in de maatschappij staan, kunnen er daarom niet omheen. Daarom staat voor 2026 een nieuwe bundel gepland, met als voorlopige titel: ‘Opstand tegen de ondergang’. Ik hoop echter dat in de tussentijd andere schrijvers zich niet onbetuigd zullen laten.

Dit artikel, door Johan Klein Haneveld, is eerder verschenen in HSF (2024/3).

https://johankleinhaneveld.blogspot.com/

 

KAOS – Onsterfelijke Griekse Goden – HSF 2024/3

Je zou zomaar gaan geloven dat de Griekse goden daadwerkelijk onsterfelijk zijn. Ook tegenwoordig laten zij in verschillende gedaanten nog steeds van zich horen. Denk bijvoorbeeld aan de humoristische hervertelling van de Griekse mythen in Stephen Fry’s Mythos of het computerspel Hades of het Griekse restaurant Zeus te Aartselaar (België). En recent is daar het eerste seizoen van de acht afleveringen tellende serie Kaos bijgekomen.

Er zijn veel Oud-Griekse mythen en sagen. Genoeg om verhalen over de goden, nimfen, titanen, cyclopen en giganten te blijven vertellen. Ook als de wereld zich niet in het verre verleden bevindt, maar juist ook in het hier en nu. Wie weet is het de gedachtegang van de maker Charlie Covell geweest. Charlie Covell is, onder andere, schrijven van The End of the F***ing World.

Rimpels in de tijd, rimpels in het water en rimpels in het gezicht. Het is genoeg om de oppergod Zeus paranoïde en onzeker te maken en de existentiële crises, gewoonlijk voorbehouden aan de mensheid, blijken ook niet buiten het bereik van hem en de andere goden te liggen. Gooi drie stervelingen in de mix die er stukje bij beetje achter komen dat zij, dankzij een profetie, het kind van Kronos en Rhea ten val zullen brengen en er zijn voldoende ingrediënten om een goed smakende tragedie te maken.

Geen drama zonder donkere humor. En van beide is er meer dan voldoende te vinden op de de berg Olympus, de wereld en in de onderwereld. De lijdende goden, met Zeus voorop, worden heerlijk gespeeld door Jeff Goldblum, Janet McTeer (Hera), Stephen Diliane (Prometheus), Billie Piper (Cassandra) en een heel aantal anderen.

Het is oude wijn in nieuwe zakken. En het smaakt naar meer.

Deze recensie, door Jan Johannes Scholte, is eerder verschenen in HSF (2024/3).

KAOS | Officiële Netflix-website

 

De vloek van de mummie: trope of troep? – HSF 2024/3

Het oude Egypte, mummies, en piramiden spreken al eeuwen tot de verbeelding, en al even zolang wordt er dankbaar gebruik van gemaakt voor allerlei fictieve media. Een van de meest geziene tropes in deze setting, is die van de mummievloek: een archeoloog, schatzoeker of ontdekkingsreiziger komt in een tombe of piramide terecht en vindt daar een ongeopende mummiekist… mét een bedreigende inscriptie. De inscriptie wordt al dan niet genegeerd, de kist alsnog geopend, en dan breekt de hel los. De mummie in kwestie is vrijwel altijd de antagonist en heeft meestal maar één doel: diens verstoorde rust te wreken. Als trope loopt de mummievloek dan ook al snel het risico clichématig te zijn. Is dat eigenlijk wel te voorkomen, en zo ja, hoe dan?

Het concept klinkt namelijk heel typerend voor de oud-Egyptische cultuur. Immers, die oude Egyptenaren deden er ontzettend veel aan om in het hiernamaals te komen. Hun uitgestrekte tombes, enorme stapels aan grafgiften, een mummificatieproces, en honderden begrafenisrituelen laten dat zien. Natuurlijk word je dan strontchagrijnig als iemand je uit je comfortabele eeuwigheidsbed komt rukken.

Of… is er toch iets anders aan de hand? Want waar komt het hele concept van die mummievloek eigenlijk vandaan?

Ik hoor je denken: “Sonja, als egyptoloog zou juist jíj dat moeten weten. Dat hebben die oude Egyptenaren toch zelf op hun tombes geschreven!”

Nou, grappig dat je dat zo zegt…

Want nee.

De oude Egyptenaren hadden geen concept van (ver)vloeken, en al zeker niet van het onzinnige de-mummie-komt-je-opvreten soort. Ze kenden ook geen magie in de zin zoals wij dat nu in het moderne Westen definiëren; in plaats daarvan geloofden de oude Egyptenaren in heka, oftewel de goddelijke kracht die door de schepping heen weeft. Er werd dus geen magie gebruikt om een vloek op de tombe of mummie te leggen.

Dat betekent niet dat de Egyptenaren hun tombes onbeschermd lieten. Integendeel! Van rotsgraven waarvan de ingang verborgen werd na verzegelen tot verschillende fysieke en rituele handelingen, er waren veel manieren waarop de Egyptenaren hun plaats in het hiernamaals veilig probeerden te stellen. Zij waren namelijk niet geobsedeerd door de dood, maar door het leven: alles rondom begrafenis en tombe was erop gericht om na hun sterven te kunnen blijven voortbestaan.

Een van die middelen was de dreigingsformule. Dit is een type inscriptie dat bezoekers van een tombe op het hart drukt niets te doen dat het leven na de dood van de grafeigenaar kan verstoren. Het zijn eerder waarschuwingen die erop gericht zijn schade te voorkomen, dan dreigementen van aankomende wraak ná schenning. Meestal hebben ze dan ook simpelweg de strekking: “Als jij, bezoeker, X of Y doet, dan zullen de goden niet blij met je zijn”.

Geen vloek, dus, maar een waarschuwingsbordje met gedragsregels. Het oud-Egyptische equivalent van “geen camera’s toegestaan”.

Om te zien hoe deze trope dan wél is ontstaan, moeten we een paar honderd jaar terug naar de tijd van Napoleon Bonaparte, toen Frankrijk Egypte koloniseerde. Mensen in Europa waren al eeuwenlang geïntrigeerd door het oude Egypte. Nadat Napoleon tussen 1798-1801 zijn Egyptische expeditie leidde, explodeerde die interesse door de plotseling bredere toegankelijkheid van beeldmateriaal. Napoleon had namelijk een schare kunstenaars en wetenschappers meegenomen die alle oudheden en vergezichten optekenden. Dit materiaal werd in 1809 in het boekwerk “Description de L’Égypte” gepubliceerd. De ontcijfering van hiërogliefen door Jean-François Champollion in 1822 en de schare aan reproducties van Egyptische bouwwerken en voorwerpen gemaakt voor de Londense Crystal Palace Exposition in 1854, zorgden ervoor dat deze golf van Egyptomanie kon voortduren. De andere kunsten volgden al snel, in de vorm van schilderijen, toneelstukken, en uiteraard ook geschreven fictie.

En dit laatste is waar we voor het eerst ondode mummies zien. Het eerste geschreven werk dat om een gereanimeerde mummie draaide, was “The Mummy! A Tale of the Twenty-Second Century” door Jane C. Loudon (toen nog Jane Webb), uit 1827. Dit boek heeft parallellen met Mary Shelleys Frankenstein en bevat een hoogmoedige wetenschapper die een mummie tot leven wekt. Deze mummie is goedaardig en maar al te bereid om zijn (politieke) wijsheid te delen.

Dit luidt het begin in van een horror-gerelateerd genre van mummieverhalen. Het gros van deze eerste werken bevat vrouwelijke mummies, die vaak ook nog eens een romantische interesse voor de (mannelijke) hoofdpersoon zijn. Bijvoorbeeld in “Le Pied de momie” van Théophile Gautier, gepubliceerd in 1840, vraagt de hoofdpersoon om de hand van de Egyptische prinses wier gemummificeerde voet hij gekocht heeft bij een antiquair (zijn huwelijksaanzoek wordt overigens afgewezen: de koning vindt de hoofdpersoon veel te jong, aangezien de prinses zo’n dertig eeuwen ouder is). Het horrorgehalte wordt al snel sterker, de mummies kwaadaardiger. In Louisa May Alcotts “Lost in a Pyramid, or the Mummy’s Curse”, gepubliceerd in 1869, is er al sprake van een vervloeking: een jonge wetenschapper laat zich door zijn oudere mentor overhalen de mummie van een machtige tovenares te verbranden, ondanks waarschuwingen die de mummie bij zich draagt, en dit eindigt in de dood van de mentor. Ook Bram Stoker waagde zich in 1903 met “The Jewel of Seven Stars” aan een horrorwerk waarbij een oud-Egyptische koningin van zins is terug te keren uit de dood.

Deze werken hebben, naast de ondode mummies, één belangrijk ding gemeen: oriëntalisme. Oriëntalisme is niets anders dan de dominante, vertekende Westerse opvatting van het Oosten, zoals deze ontstaan is in de 19de eeuw in het spoor van de Westerse kolonisatie, en nog steeds in alles van films tot boeken terug te zien is. Alles wat niet-Westers is wordt in een bepaalde mate geromantiseerd dan wel geseksualiseerd; denk bijvoorbeeld aan verhalen met Oosterse vrouwen die worden beschreven als lustige en/of gevaarlijke deernes met lonkende, donkere ogen en wulpse rondingen. Daarnaast wordt er ook veel gemystificeerd: het is spannend, het is mysterieus, het is anders en misschien zelfs onverklaarbaar. Hierin hebben dit soort werken weinig met de werkelijkheid te maken.

Het is echter deze houding die uiteindelijk de mummievloek in het publieke bewustzijn van het Westen verankerd heeft, en wel dankzij één heel bekende katalysator.

De ontdekking van het graf van Toetanchamon door Howard Carter in 1922.

Je hebt vast wel eens gehoord van het vaak-geciteerde “death shall come on swift wings to him who disturbs the rest of the king”, de inscriptie die zogenaamd boven de deur van Toetanchamons graf in het steen gebeiteld is, en die de dood van Lord Carnarvon en later Howard Carter zelf voorspelde. De welbekende “Vloek van de Farao”, die aan vrijwel alle moderne mummievloeken ten grondslag ligt.

Op dit punt zal het je wellicht niet verbazen wanneer ik je vertel dat deze inscriptie helemaal niet bestaat.

De Vloek van de Farao is namelijk een compleet verzinsel van de Engelse media in die periode. Howard Carter had de exclusieve rechten van reportages over de ontdekking van het graf verkocht aan de krant The Times of London. Andere kranten waren hier niet blij mee, en om toch op de sensatie van de ontdekking mee te kunnen liften, begonnen zij ándere dingen over het graf te publiceren. Dit waren voornamelijk gesensationaliseerde berichten over deze zogenaamde vloek, gevoed door het al aanwezige oriëntalisme en de mystificatie van het oude Egypte.

Na de dood van Lord Carnarvon aan bloedvergiftiging kreeg deze moderne sage vleugels, en inmiddels is deze niet meer weg te denken uit het publieke bewustzijn. Ook al weet vrijwel iedereen dat de vloek niet écht bestaat, blijven mensen er mee bezig. Want… wat áls? Wat áls die oude Egyptenaren echt zo mysterieus en anders en gevaarlijk waren?

Anders waren ze zeker: de oud-Egyptische cultuur en Westerse cultuur liggen ver uit elkaar, niet alleen gescheiden door de tijd, maar ook door een heel andere kijk op en kennis van de wereld. Maar anders-zijn is nooit per definitie slecht, of gevaarlijk.

De dood was in het oude Egypte niet zo’n taboe als in de moderne wereld en het is precies dat verschil waar oriëntalisme zich in wortelt als het op mummievloeken aankomt. In het Westen wordt een mummie als inherent dreigend gezien; vaak als een stand-in voor het schuldgevoel dat mensen voelen bij het concept van zich vergapen aan een lichaam dat ooit ook een levend, ademend mens was. Daarnaast draaien mummievloek-narratieven vrijwel altijd om (witte) Westerlingen die kwaad aangedaan wordt door (donkere) nabije-Oosterlingen, en dat is een basis die lastig te navigeren is zonder daar iets racistisch van te maken.

Moet je dus de mummievloek vermijden omdat deze clichématig kan zijn? Niet zozeer. Laat hem wel links liggen zodat je niet in oriëntalistische valstrikken trapt.

Dit artikel, door Sonja Boschman, is eerder verschenen in HSF (2024/3).

https://sonjaboschman.nl/schrijven/

Bestuursuitbreiding en nieuwe voorzitter

2025 is onder andere het jaar van uitbreiding en veranderingen in het bestuur.

Begin dit jaar zijn André de Boer en Jan Johannes Scholte toegevoegd aan het bestuur. André als de schaduw van onze huidige penningmeester en Jan als algemeen bestuurslid.

Tijdens de algemene ledenvergadering in Eemnes is Marlies Scholte-Hoeksema teruggetreden als voorzitter. Zij blijft in het bestuur als algemeen bestuurslid. Jan heeft de rol van voorzitter, per direct, van haar overgenomen.

De oplettende bezoeker van de website heeft het mogelijk al gezien: er is een vacature voor een nieuwe secretaris. Wij bedanken bij deze John van Duin voor zijn inzet, inspirerende aanwezigheid en humorvolle bijdragen.

Zie jij een rol als secretaris zitten? Stuur dan een e-mail naar bestuur@ncsf.nl.

Weggeefactie lezing UFO festival

Zaterdag 5 juli en zondag 6 juli vindt de eerste editie van het nieuwe filmfestival Unidentified Anomalous Pictures plaats in Filmtheater Hilversum. Dit themafestival staat in het teken van Unidentified Anomalous Phenomena (UAP), voorheen beter bekend als UFO’s. Het festival vertoont documentaires, speelfilms en korte films. Ook zullen er lezingen en publieke gesprekken worden gehouden over ufo’s en aanverwante onderwerpen.

Het UAP IFF is opgericht door Marloes den Hoed (hoofd programma Filmtheater Hilversum) en Bram Roza (oprichter van UFO Meldpunt Nederland en regisseur van de succesvolle Nederlandse documentaire De UFO’s van Soesterberg).

Filmjournalist Roel Haanen zal zondag 6 juli een lezing geven op het filmfestival over hoe het UFO-fenomeen invloed heeft uitgeoefend op cinema en hoe films op hun beurt ufologie hebben beïnvloed.

We geven vrijkaarten weg voor deze interessante lezing. Kans maken? Stuur ons een mailtje met als onderwerp UAP!

Nieuw: unieke artikelen van de Fantastische Unie voor ‘fantastische’ lezers!

De Fantastische Unie start met de verkoop van leuke hebbedingen en onmisbare accessoires voor ‘fantastische’ lezers. Van 5 april tot 15 mei kun je op hun website voor het eerst een aantal producten bestellen. In het najaar opent de webwinkel een tweede keer, maar het assortiment wisselt. Zie je dus iets wat je leuk vindt, wees er dan snel bij.

Bestellen kan hier: https://www.fantastische-unie.eu/merchandise-fantastische-unie

Deze eerste editie heeft de Fantastische Unie volgende artikelen voor je:

  1. Een voordelig kennismakings/verrassingspakket met daarin een Nederlandstalig boek uit een ‘fantastisch’ hoofdgenre naar keuze. Naast het boek uit het door jou gekozen genre bevat het pakket twee bijpassende boekenleggers, twee bijpassende postkaarten, een leesmeter, een notitieblok en een pen. Er is keuze uit pakketten in de volgende genres: fantasy, sciencefiction, horror, young adult en literair-fantastisch. De boeken zijn vrijwel nieuw, ze zijn uitsluitend gebruikt in de reels en fotocarrousels van de Fantastische Unie. Daardoor is het aantal beperkt, dus op = op.
  2. De leesmeter en het notitieblok die bij het kennismakingspakket zitten, zijn ook los te koop. Op de leesmeter kleur je steeds een boekje in van het genre dat je hebt gelezen. Zo hou je eenvoudig je leesvorderingen bij. De leesmeter is verkrijgbaar in een hanteerbaar A6-formaat waarop je 84 boeken kunt inkleuren, op zijn grote broer Leesmeter XL (A5-formaat) kun je maar liefst 144 boeken kwijt. Het notitieblok is klein (A6) maar fijn en heeft een decoratieve boekenrand en lijntjes.
  3. Of houd je liever je gelezen boeken bij in een handig schrift? Mijn boekdossiers is precies dat: een ringband waarin je per pagina kunt bijhouden wat je hebt gelezen en wat je ervan vond. In handig A5-formaat.
  4. Een mok met een fantasy- of sciencefictionspreuk en bijpassende achtergrond, want die heb je tijdens het lezen natuurlijk nodig J. De mokken zijn ontworpen door het ontwerpteam van de Fantastische Unie.
  5. Wil je je eigen ideeën op een handige plek bewaren, dan is het notitieboekje in A5-formaat met een spreuk en een pen wat voor jou.
  6. Ook heeft de Fantastische Unie diverse postkaarten, boekenleggers en een sleutelhanger voor je. Wat dacht je van een kaartenset met Cait Sidhe-katten uit de Ierse en Schotse mythologie? Of ga je toch voor die set boekenleggers met drie verschillende ontwerpen? Aan de sleutelhanger zal het niet liggen, daar komen met drie tot vier ‘fantastische’ bedeltjes alle genres samen.
  7. Om al deze artikelen te vervoeren heb je natuurlijk een tas Ook die heeft de Fantastische Unie: hij is duurzaam, stevig, lekker ruim en bevat een boekcitaat.

Na 15 mei worden alle bestelde producten gemaakt, verpakt en uitgeleverd, uiterlijk 15 juni heb je jouw bestelling in huis. Met de opbrengst ondersteunt en promoot de Fantastische Unie het Nederlandstalige ‘fantastische’ genre.