Want wij zijn met velen – Dennis E. Taylor

Want-wij-zijn-met-velen.jpg

Want wij zijn met velen – Dennis E. Taylor (SF)
Bobiversum 2
Iceberg Books, Amsterdam (2021)
Oorspr.: For We Are Many (Worldbuilders Press, New York (2017))
317 pagina’s, € 19,99
Vertaling: Sander Brik & Marike Groot
Omslag: Michael van Zijl/Das Illustrat

Eigenlijk had ik meteen, na het lezen van ‘Wij zijn legio (wij zijn Bob)’ en het schrijven van die recensie, door kunnen schrijven, want het verhaal loopt naadloos over in dit tweede deel. Voordat iemand slim opmerkt dat dat niet kon, want ik had ‘Want wij zijn met velen’ nog niet eens gelezen, schrijf ik dat zelf snel maar even. Inderdaad! Maar na lezing van dit tweede deel in de Bobiversum-serie, kwam ik dus toch tot die conclusie.

Schreef ik in de vorige recensie dat die Taylor thuis wel een wandje gereserveerd gehouden zou hebben om alle verbanden met alle Bobs en waar die, met wie, uithingen en waar dingen deden. Nu staan hier achterin dit tweede deel wat handige lijstjes om op deze manier een en ander te kunnen volgen. Het ‘begrippen’ lijstje is wel handig, maar ‘personages’… mwah, dat is en blijft nog steeds verwarrend. Het lijstje waar je het meeste aan hebt is toch het ‘genealogie’ lijstje, waarin duidelijk wordt wie van wie afstamt. Maar persoonlijk denk ik toch dat Dennis Taylor er thuis toch maar een tweede wandje bijgenomen heeft.

Het verhaal, dat prachtig vervolgd wordt, laat ik verder voor wat het is. Ik ga alleen zeggen dat het een humorvolle must is om te lezen en dan gewoon bij deel een beginnen, dan braaf deel twee, om vervolgens te eindigen in deel drie. Je zult er absoluut geen spijt van krijgen.

Waar ik het wel nog even over wilde hebben is het feit dat ik op een gegeven moment tijdens het lezen van dit verhaal, eens zat te peinzen over de impact van een leven als KI in een ruimteschip. Ik werd getriggerd door het volgende:

Niet alleen kunnen de Bobs digitaal eten en drinken, ze kunnen ook nog eens digitaal dronken raken. Ik las: “Ik riep een glas cognac op en zette mijn alcoholreceptoren aan. Een bescheiden roes zou heilzaam zijn.” Voor mij toch ook wel weer een pre om gedigitaliseerd te zijn. Als je verder bedenkt dat ze ook een kokhalsreflex hebben, die ze UIT kunnen zetten. Alweer een pre. En een kater… gewoon uitzetten! Natuurlijk is het ook niet allemaal rozengeur en maneschijn, want als er bijvoorbeeld eens een Bridget is, om maar eens iemand te noemen, die verleidelijk naar je lacht, dan zit je daar in je computer, robot, ruimteschip of wat dan ook. Echt lichamelijk kan je je jezelf dan niet echt noemen, maar ik heb wel het vermoeden dat er dan digitaal dan ook wel weer een stokje voor gestoken zou kunnen worden en dat je dan met een zekere mate van fantasie ook wel een heel eind zou kunnen komen. Tel daarbij op dat je vrijwel onsterfelijk wordt en als je lichaam (lees ruimteschip) het mocht begeven, dan bouw je gewoon een nieuwe, laadt daar je back-up in op en… je kunt weer door. Tel daar weer bij op dat je, mocht je een traumatische ervaring op gelopen hebben bij je voortijdig verscheiden, dat die vrij waarschijnlijk niet geback-upt is voordat je vernietigd bent, en dat je die traumatische ervaring dan dus niet terugkrijgt. Dus… weg trauma. Al met al, zat ik me aldus te bedenken, zou een dergelijke oplossing helemaal niet slecht zijn, mocht je oud en krakkemikkig worden. Waar kan ik me inschrijven? Leve de digitale wereld!!!

Waar dit soort verhalen je allemaal niet kunnen brengen, nietwaar? Alweer een reden te meer om deze trilogie tot je te nemen. Je wordt er rijker van in je eigen hoofd. Doen dus!!! De recensie van deel drie komt kortelings, want die had ik eigenlijk ook meteen hieraan vast kunnen schrijven.

Jos Lexmond

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *