Hugo Awards 2019

De Hugo Awards 2019 zijn in Dublin uitgereikt:

Best Novel: The Calculating Stars by Mary Robinette Kowal

Best Novella: Artificial Condition by Martha Wells

Best Novelette: If at First You Don’t Succeed, Try, Try Again by Zen Cho

Best Short Story: A Witch’s Guide to Escape: A Practical Compendium of Portal Fantasies by Alix Harrow

Best Related Work: An Archive Of Our Own

Best Graphic Story: Monstress by Marjorie Liu and Sana Takeda

Best Series: Wayfarers by Becky Chambers

Best Dramatic Presentation (Long Form): Spider-Man: Into The Spider-Verse

Best Dramatic Presentation (Short Form): “Janet(s)” from The Good Place

Best Editor (Long Form): Navah Wolfe

Best Editor (Short Form): Gardner Dozois

Best Professional Artist: Charles Vess

Best Art Book: The Books of Earthsea: The Complete Illustrated Edition by Ursula Le Guin and Charles Vess

Best Semiprozine: Uncanny Magazine

Best Fanzine: Lady Business

Best Fancast: Our Opinions Are Correct

Best Fan Writer: Foz Meadows

Best Fan Artist: Likhain

The Lodestar Award for Best Young Adult Book: Children of Blood and Bone by Tomi Adeyemi

Award for Best New Writer: Jeannette Ng

Locus Awards 2019

De Locus Awards 2019 zijn uitgereikt.

Beste SF boek: The Calculating Stars, Mary Robinette Kowal
Beste fantasy boek: Spinning Silver, Naomi Novik
Beste horror boek: The Cabin at the End of the World, Paul Tremblay

Beste YA boek: Dread Nation, Justina Ireland
Beste debuut: Trail of Lightning, Rebecca Roanhorse
Beste novelle: Artificial Condition, Martha Wells

De complete lijst is hier te vinden.

 

Fedcon 2019 – Jan J. Scholte

FedCon 28 – Willkommen an Bord

Van 7 juni tot en met 10 juni mochten wij de FedCon bezoeken. De grootste hotelconventie op het Europese vaste land vond plaats in het Maritim Hotel te Bonn. Vier overwegend zonnige dagen die veel te snel voorbij zijn gegaan.
Tijdens deze editie van de FedCon waren er acteurs aanwezig uit Star Trek: Voyager, Star Trek: Discovery, The Expanse, Star Wars, Stargate SG1, Babylon 5, Andromeda, en Killjoys. Daarnaast de keus uit meer dan 40 diverse lezingen en workshops. Meer dan genoeg panels om bij te wonen, handtekeningen te krijgen, om op de foto te gaan met acteurs en cosplayers of om een praatje te maken met verschillende Duitse auteurs. Zalen met merchandise en zalen met tentoongestelde kunstwerken.
Voor mij persoonlijke hoogtepunten waren onder andere de panels met de Star Trek: Discovery acteurs, het panel met de Babylon 5 acteurs, de lezing ‘Telemetry from Spaceship Earth’ van ESA en de openings- en sluitingsceremonie. Het spontane gezamenlijke panel met Anson Mount (Captain Pike), Ethan Peck (Spock), Shazad Latif (Ash/Voq) en Wilson Cruz (Dr. Culber) liet zien dat de heren ook buiten hun werk om goed met elkaar op kunnen schieten. Het panel met Bruce Boxleitner (John Sheridan) en Mira Furlan (Delenn) was een nostalgische aangelegenheid. De lezingen van ESA zorgen voor volle zalen en terecht. Het zware onderwerp over de toekomst van de aarde en het mogelijke lot van haar bewoners werd gebracht met humor en een enthousiasme dat bleef boeien.
Het fijne aan deze conventie is dat de bezoekers, de organisatie en de gasten respect hebben voor elkaar en dit zorgt voor een familiare beleving.
Zo kom je Ethan Peck in het wild tegen.
‘Nice cosplay! You almost look like Ethan Peck.’
Ethan Peck kon het zichtbaar waarderen en er om lachen.
In de weinige vrije tijd tijdens de conventie hebben we de kans gehad om met een aantal cosplayers op de foto te gaan. De kostuums zijn over het algemeen goed gemaakt en de spelers leven zich uit in hun rol.
In 2020 is de FedCon van 29 mei tot en met 31 mei. Willkommen an Bord.

Promotiekansen voor auteurs op Dordtse Boekenmarkt

Op zondag 7 juli staan we met de boekenclub in Dordrecht voor de jaarlijkse Dordtse Boekenmarkt. Hier komen tienduizenden boekenliefhebbers op af!

We hebben als NCSF besloten een tweede tafel te huren naast de boekenclub. Hier bieden we zonder kosten een promotieplek voor genre auteurs. Bij voldoende belangstelling wordt dit een vaste mogelijkheid op volgende evenementen.

Interesse? Stuur gauw een mailtje naar het bestuur!

Buck Rogers, de multimediaman – HSF (2019/1)

Alles begint ergens. Het betreden van de onbegrensde mogelijkheden van het fantastische genre is voor mij in de jaren tachtig begonnen met het zien van de film en TV-serie Buck Rogers in the 25th Century. De avonturen van een astronaut uit de twintigste eeuw die vijfhonderd jaar in de toekomst de grootste held op aarde wordt. De afleveringen hebben mij als niet-loslatende klauwen de wereld van sciencefiction, fantasy en horror ingetrokken. En tot op de dag van vandaag ben ik nog niet losgelaten en wat mij betreft hoeft dat tot in de verre toekomst ook niet te gebeuren.

Destijds werd de serie uitgezonden in 1985–1986 en 1989 door Veronica. De stripachtige avonturen van het eerste seizoen namen mij zonder moeite mee naar het jaar 2491. In dat jaar werd William Anthony ‘Buck’ Rogers wakker uit zijn ijskoude slaap en komt hij in dienst bij de Earth Defense Directorate. Iets wat mij erg aansprak was dat de serie zichzelf niet (te) serieus nam. Dat veranderde, helaas, in het tweede seizoen. Een seizoen met minder humor en zwaardere thema’s.  Een half seizoen dat vroegtijdig is stopgezet. Jaren later heb ik het eerste seizoen gekocht op blinkende schijfjes en opnieuw gezien. De liefde was niet verdwenen (behalve dan enigszins voor het tweede seizoen).

De wereld van Buck Rogers in the 25th Century is uitgebreid en toch heb ik er mij tot voor kort nauwelijks in verdiept. Een eerste snelle zoektocht, lang leve het internet, levert al snel het beeld op van een karakter, van een man, van een icoon, die met recht multimediaman mag worden genoemd.

Anthony Rogers zag het levenslicht in 1928. Hij is gecreëerd door schrijver Philip Francis Nowlan in het in augustus 1928 in het tijdschrift Amazing Stories gepubliceerde verhaal Armageddon 2419 A.D.. Het vervolg The Airlords of Han werd gepubliceerd in maart 1929 in hetzelfde tijdschrift. Na de boeken volgde een lange reeks strips in kranten. In de strips kreeg Rogers de bijnaam Buck. In 1934 verscheen de strip in 287 kranten in de Verenigde Staten en 160 internationale kranten en tijdschriften. Het getekende avontuur in de kranten eindigde in juli 1967.

Door de jaren heen is Buck Rogers vanaf 1930 in diverse stripboeken opgedoken en heeft hij ook zijn eigen stripboekenreeksen en stripromans gehad. De laatst mij bekende uitgave stamt uit 2014. Buck Rogers werd, met tussenpozen, in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw ook de ether in geslingerd. In uitzendingen van 15 minuten tot 30 minuten konden de avonturen worden gevolgd via de radio.

De eerste film met de indrukwekkende speelduur van 10 minuten ging in première tijden de World’s Fair in Chicago in 1933–1934. De film had een titel die bijna even lang was als de speelduur: Buck Rogers in the 25th Century: An Interplanetary Battle with the Tiger Men of Mars. De film werd later in winkels getoond als promotie voor de verkoop van Buck Rogers merchandise. In 1939 werd een twaalfdelige serie korte films gemaakt die later, tussen 1953 en 1970, zijn omgewerkt tot drie aparte filmversies. Voor deze films en voor de volgende series is veel gebruikgemaakt van materialen uit andere series en films.

De 36 afleveringen van de eerste TV-serie, uit 1950–1951, bestaan niet meer.  Mocht iemand deze op zolder of in de kelder tegenkomen: deel ze alsjeblieft.

De film en de min of meer aansluitende TV-serie uit 1979–1981 zijn geproduceerd door Glen A. Larson (van onder andere Battlestar Galactica, Knight Rider, Magnum, P.I.). In 2009 zijn er plannen geweest voor het maken van een nieuwe film in 3D en in 2015 een film op basis van het verhaal Armageddon 2419 A.D., maar beide projecten zijn niet afgemaakt.

De multimediaman zou de multimediaman niet zijn als er ook niet diverse boeken, e-books, bordspellen, computerspellen, video’s, dvd’s, bluray’s en een grote hoeveelheid speelgoed voor jong en oud zou zijn uitgebracht.

Buck: “…I think I’ll have that drink now”.

Door Jan Johannes Scholte, eerder verschenen in HSF (2019/1).

Cyberrenaissance, de originaliteit van Deus Ex – HSF (2019/1)

Cyberpunk is het subgenre dat sciencefiction in de jaren tachtig terug naar de aarde sleurde, weg van de ruimteschepen en verre planeten naar de door neon verlichtte steegjes van de nabije toekomst. Het was indertijd vernieuwend en verfrissend. Cyberpunk is nu, dertig jaar later, een retro-toekomstbeeld. Een verzameling bekende thema’s en stijlelementen.

We weten hoe de cyberpunk-toekomst eruitziet. Het is een beeld gedestilleerd uit films als Bladerunner (1982), het beeldend proza van William Gibsons Neuromancer (1984) en de tekeningen van Musamune Shirows Ghost in the Shell (1989). Het is daardoor lastig geworden om visueel nog echt iets origineels te doen in het cyberpunkgenre. Wijk te veel af en het wordt niet meer als cyberpunk herkent. Computerspellen als Mirror’s Edge (2008) en Mirror’s Edge: Catalyst (2016) met hun schone beton en primaire kleuren zal door weinig mensen als cyberpunk gekenmerkt worden, terwijl ze dat thematisch toch echt zijn. Dat brengt een interessant dilemma met zich mee. Hoe zet je een visueel herkenbare cyberpunktoekomst neer die toch herkenbaar is als zijn eigen ding? Dit brengt me bij Deus Ex: Human Revolution.

Deus Ex: Human Revolution, ontwikkeld door Eidos Montreal en in 2011 uitgegeven door Square Enix, is een prequel op het legendarische Deus Ex (2000), een spel dat aanhaakte op de cyberpunk-esthetiek. Deus Ex onderscheidde zich van andere cyberpunkwerken door een aantal elementen. Zo maakte het gebruik van religieuze thematiek. Het mag duidelijk zijn dat de titel een verwijzing is naar de term deus ex machina, god uit de machine, en het neemt niet voor niets het deus-element daarvan. De initialen van hoofdpersoon J.C. Denton zijn een verwijzing naar Jezus Christus. Als tweede gebruikt het in plaats van mega-coöperaties die de wereld regeren, duistere geheime organisaties die zich stijlen naar en symboliek gebruiken van bekende fictionele samenzweringen (zoals de Illuminati en Majestic 12). Maar door de visuele beperkingen van de tijd waarin Deus Ex werd ontwikkeld, kon er visueel weinig origineels gedaan worden. Dit had ook als effect dat ze voor de transhumanistische eigenschappen van de hoofdpersoon een sluiproute moesten nemen. Het was niet mogelijk om voor bewegende en veranderende cybernetische ledematen te gaan, dus werd er gekozen om het te verklaren door nanotechnologie die subtiele en vrijwel onzichtbare veranderingen teweeg kon brengen. Al het goede van cyberpunkprotagonisten zoals Molly Millions en Majoor Motoko Kusanagi dus, maar zonder de visuele poespas. Deze technologische limieten waren niet meer (of althans veel minder) van toepassing toen er gewerkt werd aan Human Revolution. Met het idee dat het een prequel zou worden, namen de makers bewust de keuze om nog meer richting de gangbare cyberpunk-esthetiek te gaan.

Om het spel toch een herkenbare eigen stijl te geven, kwamen de makers op het concept van de cyberrenaissance. Het spel speelt zich af in een periode waarin de ontwikkeling van cybernetische vervangingen van onderdelen van en uitbreidingen op het menselijk lichaam in opkomst zijn. Dit kan gezien worden, redeneerden de makers, als een periode waarin de mensheid met nieuwe ogen gaat kijken naar zijn eigen lichaam, net zoals in de renaissance een hernieuwde interesse kwam in de menselijke anatomie. Dat idee van het koppelen van de cybernetische technologie aan een renaissance hebben ze ook visueel doorgevoerd en dan met name in de materiele cultuur van hun wereld.

Computerspellen lenen zich tegenwoordig als geen enkel ander medium voor het uitwerken van de materiele cultuur van een fictionele wereld. Er is immers geen enkel ander medium waarin je kan rondlopen in een driedimensionale representatie van die fictionele wereld. Deus Ex: Human Revolution maakt daar ten volste gebruik van. Het Detroit van Deus Ex: Human Revolution lijkt aan de oppervlakte op een Blade Runner-achtige metropool, maar kijk in de hoeken, op de bureaus, naar de reclameborden, naar de details en je ziet de renaissance-esthetiek doorbreken. De kleding die mensen dragen zijn moderne interpretaties van renaissance-klederdracht. Een van de meest in het oog springende reclamedisplays is geen hologramreclame voor een bedrijf maar voor een opera. Het kantoor van de cybernetica-onderzoekster is geen steriel laboratorium maar een chaotische plek bestrooid met papier, boeken en tablets, zoals je de werkplaats van een moderne Leonardo da Vinci zou voorstellen. Je ziet dit ook terug in de cybernetische implantaten en ledematen zelf. De cybernetische arm van bijpersonage David Sarif bijvoorbeeld, is geen stalen manipulator bedekt in groezelig roze plastic die met horten en stoten beweegt, noch een op een paar lijnen na niet van menselijk te onderscheiden prothese. Sarifs arm is een sierlijk kunstwerk, met kunstig gegraveerde gouden panelen.

Een van de dramatische confrontaties in het spel tussen hoofdpersoon Adam Jensen en huursoldaat Jaron Namir haakt in op de cyberrenaissance-esthetiek. Namir heeft een vrijwel volledig synthetisch lichaam waarbij het lijkt alsof zijn lichaam gevild is en we direct zijn spieren en pezen kunnen zien. De confrontatie vind plaats in een zaal waar rijen van dergelijke lichamen als kunstinstallatie staan opgesteld en periodiek wisselen van pose. Deze scene is geïnspireerd door de Body World-tentoonstellingen maar zijn ook een visuele verwijzing naar de anatomische tekeningen van Leonard da Vinci.

De wereld van Deus Ex blijft natuurlijk een dystopie. Niet iedereen heeft toegang tot dezelfde kwaliteit cybernetica als Sarif, die CEO is van een bedrijf dat dergelijke apparaten ontwikkelt, of Jensen die door Sarif gesponsord is. Arbeiders van bouwvakkers tot sekswerkers, worden gedwongen om lichaamsdelen te vervangen om aan de vereisten van hun werknemers te voldoen. Die implantaten vereisen gespecialiseerde en dure anti-afstootmedicatie waar uiteraard een bedrijf een monopolie op heeft. Het is dan ook veelzeggend dat de uitvinder van de cybernetische technologie in deze alternatieve toekomst Hugh Darrow, de Steve Jobs van de cybernetica, zelf geen cybernetische implantaten gebruikt om zijn handicaps te compenseren. Deus Ex: Human Revolution blijft, ondanks de stilistische innovaties, echt een cyberpunkverhaal in een cyberpunkwereld.

Originaliteit is een heikel onderwerp binnen de speculatieve fictie. Binnen het sciencefictiongenre wordt altijd gezocht naar het volgende grote idee. Maar die ideeën zijn zeldzaam. Over het algemeen is het genre (net als ieder genre eigenlijk) het best te zien als een dialoog over een specifiek concept, waarbij ieder verhaal een antwoord is op wat er aan vooraf ging. Heel soms komt er een revolutionair idee naar boven en wordt de dialoog in een volledig nieuwe richting gestuwd met wellicht de creatie van een nieuw subgenre als gevolg. Maar, zoals Deus Ex: Human Revolution ons laat zien hoeft originaliteit niet alleen te zitten in de grote argumenten. Het kan ook in de kleine details zitten. Het spel tornt niet aan de aannames van het subgenre waarin het zich bevind, maar weet met een uniek visueel stijlelement toch een geheel eigen identiteit te verkrijgen.

Het is overigens interessant om te vermelden dat Square Enix onder de merknaam Deus Ex een samenwerkingsverband heeft met Open Bionics. Open Bionics is een bedrijf dat door middel van 3D-print-technologie betaalbare geavanceerde protheses ontwikkelt. Het is een apart idee dat er op het moment van schrijven meerdere mensen op deze aarde rondlopen met protheses in de Deus Ex-stijl.

Deze recensie, door Eddie A. van Dijk, is eerder verschenen in HSF (2019/1).

Deus Ex: Human Revolution is in 2011 uitgebracht door Square Enix.

Chrononauts – bordspel – HSF (2019/1)

Chrononauts is een tijdreis-kaartspel waarin twee tot vier spelers met de tijdlijn van de 20e eeuw mogen prutsen. Een soort competitieve tijddomino. Elk speler krijgt een tijdreisagent-identiteit met bijhorende ID-kaart, een geheime missiekaart en drie actiekaarten. Een beurt bestaat uit het trekken van een nieuwe kaart en het uitspelen van een kaart.

De vele soorten kaarten laten het spel in beginsel moeilijker lijken dan het is. Je missie en ID zijn vaste kaarten die geheim worden gehouden en buiten je hand blijven. De tijdlijn ligt open op tafel en bestaat uit vaste Linchpins en Ripplepoints. Beiden kunnen door gebruik van actiekaarten omgedraaid, veranderd en ‘gemaakt’ worden. Als een Linchpin omgedraaid wordt (van paars naar rood) heeft dat invloed op een aantal specifieke Ripplepoints (blauw), deze worden dan omgedraaid tot Paradoxen (rood).

De trekstapel bestaat uit Artefacten (te verzamelen voor missies), Gadgets (speciale kaarten waarop staat wat ze doen), Timewarps (eenmalige basisactie-kaarten), Inverters (te gebruiken om Linchpins om te draaien) en Patches (te gebruiken op Paradoxen).

Je kunt op drie manieren winnen. Dat klinkt veel maar er zijn nog veel meer manieren om te verliezen. Elk agent kan winnen door zijn missie te voldoen (een aantal specifieke artefacten verzamelen), de tijdlijn recht te trekken (volgens zijn ID-kaart, elk agent komt uit een andere tijdlijn) of tien kaarten op hand hebben (veruit de moeilijkste optie).

Het is een veelzijdig, makkelijk mee te nemen spel dat steeds leuker wordt naarmate je het vaker speelt. Toch blijft het vooral op geluk gebaseerd, waardoor je het ook prima in wisselend gezelschap kan spelen. Het is in principe een relatief simpel en snel kaartspelletje. In werkelijkheid kan je ook anderhalf uur bezig zijn en totaal vergeten zijn wat je ook alweer moest doen om te winnen, want iedereen is met de drie portretten van Mona Lisa (de echte, de goeie kopie en de hele slechte kopie) en de drie dinosaurussen bezig. Ook leuk.

Chrononauts is in 2000 uitgebracht door  Looney Labs (Andrew Looney).

Deze recensie, door Alice Jouanno, is eerder verschenen in HSF (2019/1).

De lancering van Echo – Jan Scholte

Thomas Olde Heuvelt, auteur van onder andere Hex, heeft de afgelopen jaren gewerkt aan zijn nieuwe thriller Echo.
Vrijdagavond 10 mei 2019 was de lancering van Echo in Pakhuis de Zwijger te Amsterdam.
De avond was doordrenkt van warme zonnestralen en dat maakte het lopen naar Pakhuis de Zwijger een aangename onderneming. Langs de weg en langs het water. Voorbij de boten en voorbij de toeristen.
Op de tweede etage van Pakhuis de Zwijger stonden we voor een dilemma: naar de bijeenkomst van Positief Links of toch kiezen voor de lancering van Echo.
We hebben niet voor de linker zaal met voldoende lege zitplaatsen gekozen. Dit ondanks de aardige poging van de linkse rakker (had ze maar niet moeten insinueren dat de lancering van Echo saai zou kunnen zijn).
De zaal was vlak voor acht uur al zo goed als vol. Gelukkig waren er nog twee stoelen vrij met een goed uitzicht op het podium.
Net na acht het uur werd een ziekenhuisbed de zaal in geduwd. Het hoofd van de patiënt verbonden. De tijd tikte hoorbaar verder en de patiënt heeft het moeilijk. De patiënt leek een poging te doen alsof hij uit zijn lichaam wilde ontsnappen. Het verband doordrenkt met bloed. Als een grote rode grijns. Thomas Olde Heuvel komt, lezende uit zijn eigen werk, de zaal binnen. Nadat de patiënt is weggereden volgt er een korte introductie door Thomas Olde Heuvelt over de tijd van Hex en het ontstaan van Echo. De korte trailer achtige film met een hoofdrol voor de heks uit Hex was een humoristische onderbreking. Dick Maas heeft daarna een aantal woorden gesproken. Gevolgd door het interview door Joyce Roodnat. Verdiepende vragen over de afgelopen tijd, over Hex en, natuurlijk, Echo. Na het interview kreeg Thomas Olde Heuvelt van zijn uitgever een speciale ingebonden editie van Echo en bedankt Thomas Olde Heuvelt de personen dankzij wie Echo mee tot stand is gekomen.
Vanzelfsprekend zijn wij vertrokken met gesigneerde Echo’s en zijn de eerste honderd bladzijden gelezen.
Verslag van Jan Scholte – 10 Mei 2019

Govert naar de grenzen van het heelal, NPO2

Wetenschapsjournalist Govert Schilling was twaalf jaar oud toen hij de eerste stap op de Maan op tv zag. Sindsdien is hij in de ban van de kosmos.

Vanaf dinsdag 14 mei wordt zijn zesdelige tv-serie Govert naar de grenzen van het heelal op NPO2 uitgezonden.

Aflevering 1 (dinsdag 14 mei): Als de hemel valt
Aflevering 2 (dinsdag 21 mei): Wij zijn sterrenstof
Aflevering 3 (dinsdag 28 mei): Onze toekomst op Mars?
Aflevering 4 (dinsdag 4 juni): Zijn wij alleen?
Aflevering 5 (dinsdag 11 juni): Terug naar de oerknal
Aflevering 6 (dinsdag 18 juni): De erfenis van de maanlanding

Govert naar de grenzen van het heelal, NPO2, dinsdags om 21u15.

Fictie wordt feit bij Kuipers

Houten Trouw – Jan J.B. Kuipers

Verschijnsel, Mechelen (2018)

244 blz.; € 17.95

Omslagillustratie: Roelof Goudriaan

In Houten trouw verzamelde Jan J.B. Kuipers vijftien verhalen die eerder verspreid in WonderWaan en Ganymedes verschenen. Nu ze zo bij elkaar staan wordt nog zichtbaarder dat het werk van Kuipers een grote consistentie vertoont wat betreft thematiek en vormgeving of verwoording. Alleen de verhalen ‘De brug’ en ‘Paars waas’ wijken wat af; al is de kwaliteit en intensiteit dezelfde, ze hebben een wat andere toon, de eerste als een soort van symbolisme, de tweede als magisch realisme met autobiografische uitstraling. De andere verhalen zijn… Ja, wat is dan die consistentie?
Op de achterflap word ik geciteerd met een eerdere constatering: “De kern van zijn schrijverschap; de kracht van het woord.” En dat is één van de factoren die bijdragen aan die consistentie, want de stijl van Kuipers is altijd mooi en kleurrijk en zorgvuldig. Kuipers gebruikt woorden die al bijna vergeten zijn, zonder daarin te overdrijven. Ze dragen bij aan de kleur. Maar woorden staan nooit alleen, en Kuipers rangschikt ze zorgvuldig in soepele zinnen, leidend naar het uiteindelijke Woord; het verhaal.

Jan J.B. Kuipers is een ontwikkeld man, een historicus die talloze boeken en artikelen over onze geschiedenis heeft geschreven, van Karel de Grote, de VOC, Willem de Zwijger tot allerlei publicaties over de Zeeuwse wateren. Hij kent de mythen, legenden, sagen uit ons verleden en weet dat de werkelijkheid van ons heden het verhaal is dat ons vanuit het verleden wordt verteld, waarbij de zogenaamde feiten soms, in meer of mindere mate, fictie zijn. Uiteindelijk gaan ook al die historische verhalen over mensen, de werkelijkheid van die mensen.
Dit basisthema wordt in het eerste verhaal, ‘Afspraak voor de muren’, meteen op Kuipers’ eigen wijze neergezet; een verhaal dat dient als een statement en daarom kort is. Voor de muren van een belegerde Turkse stad in 1770 ontmoet de legerleider Buguraz, een personage dat we uit eerder werk kennen, de Baron von Münchhausen en vraag hem om hulp. Want bij de Baron, ‘de man van de sterke verhalen en mogelijke heldenfeiten’, is ‘alles mogelijk. Zodra het juiste idee is opgeborreld.’ Zijn ‘fantastisch-narratieve uitstraling zal ongetwijfeld voor een nog grotesker effect zorgen’. Om de stad in te nemen moeten ze feiten en fictie samenbrengen, waarbij zij zich alleen afvragen ‘of ons verlangen naar geboekstaafde daden – naar ons voortbestaan dus – opweegt tegen de berg van leed die wij zullen opwerpen…’

Als de fantastische histories van de Baron von Münchhausen, met het fantastisch-narratieve, zo maakt Kuipers zijn fictie tot feit; de feitelijkheid van het verhaal dat overtuigend wordt verteld. Hij doet dat met veel relativering en humor, met veel kleur, en geregeld bizar. Een opstand tegen een soort Victoriaanse kostschooljuffrouw (‘Gestalte op de heuvel’), de persoonlijke Kruistochten van Sebastiaan van Portugal halverwege de 16de eeuw (‘Sebastiaans oorlog’).
‘Kitesj’, gebaseerd op de legende uit de vroege Russische geschiedenis van de 10de tot 14de eeuw dat in de Edge Zero-bundeling van 2017 terechtkwam, begint prachtig met: ‘In andere versies is soms sprake van jammerend hoorngeloei op de achtergrond, van obsceen bekkengekletter. De zon schijn genadeloos; de vlakten zijn dor, in de verte hurken afgeknotte, okeren bergtoppen. In werkelijkheid was het maar een miezerige affaire, die daad van Fevronja, een onopvallende voltrekking ergens in een afgelegen woud. Het was doodgewone broedermoord. Maar sommigen menen dat de aanleiding toereikend was, en dat deze vuige daad gerechtvaardigd was omdat er veel was te winnen.’ Ja ja, in werkelijkheid!

Ik zou kunnen proberen de verhalen uit deze bundel te analyseren, te typeren, ze te plaatsen in de fantastische literatuur. Ik zou kunnen verduidelijken waarom het titelverhaal het titelverhaal wel moest zijn. Maar opnieuw bladerend in deze bundel realiseer ik me dat ik dat niet een twee drie kan. Ook omdat mijn oog steeds weer valt op passages die ik opnieuw ga lezen en die ik dan wil overtypen om ze met u te delen. Omdat het mooi is, of grappig, of triest. Maar dat is natuurlijk onzinnig, want het is allemaal al uitgetypt en u kunt het allemaal zelf lezen.

Jan J.B. Kuipers doet niet onder voor de Baron von Münchhausen, en geregeld trekt de auteur zichzelf en zijn personages aan de haren omhoog uit het moeras dat de mens steeds weer creëert. En ja, Kuipers is een ontwikkeld man, die al die historische kennis meeneemt bij het schrijven van zijn verhalen, maar het mooie is dat je als lezer al die kennis niet hoeft te hebben, dat het verhaal waar je in meegetrokken wordt, je alle kennis biedt die voor de werkelijkheid van het verhaal nodig is.

Paul van Leeuwenkamp