In memoriam: Leo Kindt

Leo Kindt, medeoprichter van het NCSF, is overleden.

17 juli 1944 – 25 maart 2021

Leo Kindt, pater noster van het Nederlandse SF Fandom

De laatste keer dat ik Leo Kindt zag, was toen hij de laatste eer bewees
aan zijn ex-vrouw Annemarie van Ewijck, voorheen Annemarie Kindt. Hij zag er broos uit, maar toonde zoals altijd een enorme wilskracht. Dat
heeft Leo vanaf de eerste dag dat ik kennis met hem maakte, gekenmerkt.
Hij stond samen met Hans P. Frankfurter, Albert Taal en al snel ook Paul
van Oven aan de wieg van het NCSF, had ook samen met Annemarie veel oog
en tijd voor en geduld met nieuwe jonge fans. Zonder Leo Kindt en zijn
kompanen zou er geen NCSF zijn geweest. Hierover heeft Leo zelf in zijn
privé-blog uitgebreid verslag gedaan. (Lees ook over Het ontstaan van het NCSF in de woorden van Leo Kindt). Ze trokken alles en iedereen met
zich mee, o.a. naar de 28ste wereld-sciencefiction-conventie in
Heidelberg. En ook naar de kleine bijeenkomsten en conventies in
Nederland en vooral ook in België en niet te vergeten de Eurocons, zoals
in Trieste in Italië.

Samen met zijn vrienden Peter “Chash” Coene en Willebald te Poel was hij
op de achtergrond jarenlang de motor, die er voor zorgde dat in Huize
Kindt de Holland SF werd geproduceerd. Dankzij de tomeloze inzet van Jo
Thomas en Johan Martijn Flaton met hun JoJo Intersection was het
verenigingsblad een parel voor sciencefictionliefhebbers en een genot om
te lezen.

Leo was een man die meestal op de achtergrond bleef, maar heel goed zijn
stempel op de SF-vereniging wist te drukken. In 1990 nam hij tijdens
ConFiction in Den Haag gedurende de HUGO ceremonie de rol van Vadertje
Tijd op zich om tijdens de presentatie van de begeerde onderscheidingen
de show aan elkaar te praten en te presenteren. Daarna werd het wat
stiller rondom Leo; hij vond een nieuwe liefde nadat Annemarie haar
eigen weg had gekozen. De vereniging en ook het verenigingsblad Holland
SF waren in goede handen bij hun opvolgers en Leo concentreerde zich in
zijn laatste jaren vooral op zijn partner en zijn hobby’s.

Met zijn heengaan verliest het Nederlandse Fandom een van haar
hoekstenen, die wij als achterblijvers hopelijk ook nog heel lang zullen
gedenken…

Kees van Toorn
April 2021

Algemene ledenvergadering uitgesteld

Door de aanhoudende coronamaatregelen is de algemene ledenvergadering (ALV) die zaterdag 7 november zou plaatsvinden, wederom worden uitgesteld. Dat betekent dat er dit jaar naar alle waarschijnlijkheid geen ALV zal plaatsvinden. Kan en mag dat zomaar?

Wettelijk is het verplicht om de ALV te laten plaatsvinden. Dat mag ook online. Echter, dan moeten de statuten dat wel toelaten en dat is bij de NCSF niet het geval. Er liggen inmiddels conceptstatuten die het bestuur in december gereed zal maken voor de eerste ALV van 2021. Daarnaast zou een online ALV voor een deel van de leden en van het bestuur om diverse, persoonlijke redenen niet te doen zijn.

Echter: in de loop van het jaar is een noodwet aangenomen over de ALV. Het bestuur doet daarom een beroep op artikel 8 lid 2 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Hierin wordt het mogelijk gemaakt dat krachtens de wet, gewoonte, statuten, reglementen of besluiten geldende regel niet van toepassing is als de omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. En dat is nu simpel: dergelijke bijeenkomsten zijn niet toegestaan binnen de coronamaatregelen.

Tevens kan het bestuur een beroep op deze wet doen als er noodzakelijke beslissingen moeten worden genomen, die normaliter in de ALV moeten plaatsvinden. Dat kunnen zijn besluiten over benoeming en ontslag, een grote investering of een fusie. Nu is van die laatste twee op dit moment geen sprake, wel benoeming en ontslag.

Het uitgangspunt is dat  er gedurende deze periode tot aan de eerstvolgende ALV wanneer deze weer mogelijk is, geen besluiten worden genomen over grote zaken die niet het belang van de vereniging in de weg staan. Het bestuur zal zich daaraan houden en waar dat wel nodig is, daarover goed communiceren met de leden via e-mail en eventueel de website.

Zodra het weer kan, gaan we uiteraard weer een ALV organiseren. Dat zal in mei of juni 2021 zijn. Als je vragen hebt, aarzel dan niet contact op te nemen via bestuur@ncsf.nl.

The Mandalorian : This is the Way, echte Star Wars maar dan met baby Yoda – HSF (2020/1)

Ohoh daar ga je al met zo’n titel. Meteen driekwart van de lezers kwijt. Verder geen echte spoilers hier, alleen een blije kijkervaring. Met zestien jaar tussen de originele trilogie en de tweede, tien jaar en een Disney-overname tussen de tweede en de derde trilogie, zijn fans het lang wachten en de erbij behorend telleurstelling wel gewend. Gelukkig zijn alle tussenliggende jaren toch goed gevuld met games, geanimeerde series en ‘extended universe’-boeken. Maar dat is toch niet hetzelfde. Star Wars heeft om die reden ook nooit echt consistente verhaallijnen kunnen volbrengen. Televisieseries hebben daar intrinsiek minder last van. Zal de eerste Star Wars live action serie aan de verwachtingen voldoen? Als tiener in Frankrijk was ik geen Star Trek-fan. Daar gaat het laatste kwart van de lezers, maar het was gewoon niet op de Franse TV dus ik kon er ook niks aan doen. Daarom was ik Star Wars-fan tot op het bot. Op school keek ik de hele uit naar mijn avonduurtje computeren. Ik kwam dan samen met andere Star Wars fans op AOL Instant Messenger. Daar daagden we elkaar uit met de meest obscure vragen over het Star Wars-universum om elkaar van Padawan tot Jedi-master te promoveren over feitjes. Toen kon je nerd feiten niet zo snel opzoeken dus moest je zo veel mogelijk uit je hoofd weten, en de rest op jaren 90 websites met slechte resolutie plaatjes vinden. Zo heb ik het type nummer van de Millenium Falcon (YT 1300), en veel meer wat ik gelukkig wel grotendeels vergeten ben, geleerd. Star Wars is een genre op zich, omdat het een wereld is wat permanent tot de verbeelding spreekt, waardoor het niet uitmaakt of iets wel kan of logisch is, als het maar leuk is. This is the way. Sommige fans hebben meer verwachtingen dan anderen, maar er is wel de gemeenschap- pelijke kern voor iedereen die iets met Star Wars heeft: pew pew, zoof zoof, mooi licht, goeie muziek, aandoenlijke robots en aliens. Daar gaan we voor! Een beetje als de pang pang, nyoom nyoom, mooie vrouwen, belachelijke stunts en onzinnige gadgets in James Bond zeg maar. The Mandalorian voldoet uitstekend aan deze eisen, vanaf de eerste aflevering. En dan is het ook nog goed. Dat is de echte verrassing die het afmaakt. Geheel tegen mijn verwachtingen in verveelt het nooit. Het verhaal is boeiend, de karakters gelaagd en de setting is helemaal Star Wars. Als ik nog iets mis, is het nog meer baby Yoda. Meer baby Yodaaaa! En dat komt ook goed want het nieuwe seizoen is bevestigd. Meer baby Yoda. Want alle baby Yoda is goeie baby Yoda. Gewoon kijken mensen. Die acht afleveringen maken de 7 euro voor een maand Disney+ meer dan waard. Het internet is rijk aan speculatie over seizoen twee, en weer is er maar een ding waar alle fans en mindere fans het over eens zijn: als het wachten maar niet lang duurt.

Dit artikel, door Alice Jouanno, is eerder verschenen in HSF (2020/1).

disneyplus.com/starwars/themandalorian
starwars.com/series/the-mandalorian

Tweedeling – HSF (2020/1)

Er zijn twee soorten lezers. Natuurlijk zijn er veel meer onderverdelingen mogelijk, maar ik heb voor deze column slechts een paar honderd woorden en moet me dus beperken. Twee soorten lezers dus. En daarmee samenhangend zijn er twee soorten schrijvers.

Toen ik me dit voor het eerst realiseerde, ervoer ik een grote opluchting. Ik kwam namelijk bij de kramen van Nederlandse uitgevers op fantasyfestivals en ComicCons weinig boeken tegen die me aanspraken. Van de meeste zag ik meteen dat het ging om standaard fantasyverhalen. Was het niet vanwege de covers, dan door de titels met woorden als ‘draak’, ‘demon’ of ‘strijd’ erin. Als ik dan de achterflap las of door het boek bladerde, werd die indruk meestal bevestigd.

Het waren verhalen die in de jaren zeventig en tachtig hadden kunnen verschijnen, toen het gehele fantasygenre werd gedefinieerd door de erfenis van Tolkien. Internationaal is echter binnen de fantasy wel het een en ander veranderd. Schrijvers als China Mieville en Jeff Vandermeer lieten zien dat verbeelding echt grenzeloos is met hun ‘new weird’ terwijl auteurs als Glen Cook en Steven Erikson moreel grijze karakters in een gewelddadige wereld plaatsten in ‘grimdark fantasy’. N.K. Jemisin demonstreerde dat fantasy inspiratie kan putten uit wetenschap en intens persoonlijke verhalen kan overdragen in haar Hugo-winnende trilogie. En zo kan ik doorgaan. In het Nederlandse taalgebied heb ik de afgelopen jaren echter slechts een handjevol schrijvers gevonden die ook uitdagende boeken produceren, die spelen met de grenzen van het genre en iets aan het al bestaande toevoegen.

Ik realiseer me nu echter dat ik niet representatief ben voor alle lezers. Ik zie namelijk op de festivals en ComicCons genoeg klanten bij de betreffende kraampjes staan en internationale auteurs als Robert Jordan, Terry Brooks en Terry Goodkind vinden nog steeds een publiek met hun lange series (waarvan er een zelfs door een ander moest worden afgemaakt). Een grote groep lezers is namelijk niet op zoek naar uitdaging of vernieuwing, maar verlangt juist naar verhalen die bekend aanvoelen. Als in een warm bad willen ze zich onderdompelen in een vertrouwde fantasywereld. Even uit de ingewikkelde situatie van alledag ontsnappen naar een omgeving waar de eenvoudige boerenzoon koning kan worden en problemen kunnen worden opgelost met een toverzwaard. Dat is een belangrijke reden om te lezen. Altijd zo geweest ook. J.R.R. Tolkien zelf vond escapisme helemaal geen vies woord.

Ikzelf behoor echter tot die andere categorie lezers, die verrast wil worden door nieuwe vergezichten. Gelukkig voor mij zijn er -net zoals er twee soorten lezers zijn- twee soorten schrijvers. Schrijvers die geïnspireerd worden door het uitdiepen en verbreden van al bestaande paden en schrijvers die in hun boeken juist nog onbekend terrein in kaart willen brengen. Naar de schrijvers van die tweede categorie is het soms iets langer zoeken. Dat heb ik er echter wel voor over.

Dit artikel, door Johan Klein Haneveld, is eerder verschenen in HSF (2020/1).

johankleinhaneveld.blogspot.com/

Locus Awards 2020

De Locus Awards 2020 zijn uitgereikt. De Locus Award of Locus Poll Award is een literatuurprijs die sinds 1971 jaarlijks wordt uitgereikt door het Amerikaanse tijdschrift Locus voor sciencefiction-, fantasy en horrorwerken. De Locus Award geldt naast de Hugo Award en de Nebula Award als een van de belangrijkste prijzen in de SF- en fantasyliteratuur.

De prijs is bedoeld om aanbevelingen te genereren voor de stemmers op de Hugo Award. De Locus Awards worden vastgesteld door middel van een stemming onder de lezers van het blad.

Beste SF-boek: The City in the Middle of the Night, Charlie Jane Anders
Beste fantasy-boek: Middlegame, Seanan McGuire
Beste horrorboek: Black Leopard, Red Wolf, Marlon James

Beste YA boek: Dragon Pearl, Yoon Ha Lee
Beste debuut: Gideon the Ninth, Tamsyn Muir
Beste novelle:  This Is How You Lose the Time War, Amal El-Mohtar & Max Gladstone

De complete lijst is hier te vinden.

De Zwijgende Aarde – HSF (2019/3)

Nadat de VS is ingestort, is de EU de grootste wereldmacht geworden. Nederland heeft een voortrekkersrol daarin. In deze wereld kunnen mensen zich verbeteren door cybernetische en genetische modificaties, maar er wordt neergekeken op dit soort ‘klusjes’. ‘Puur blijven’ is het grootste goed.

De aarde regeert over de koloniën in het zonnestelsel, vooral dankzij de ruimteschepen van de VAHA (Verenigde Aardse Handels Alliantie, vergelijkbaar met de VOC.) Maar dan gebeurt er iets waardoor communicatie van en naar de aarde wegvalt en de schepen van de VAHA niet meer kunnen uitvliegen. De koloniën zijn op zichzelf aangewezen.

De boeken over De Zwijgende Aarde vertellen wat er dan gebeurt.

 

Zes auteurs, vijf boeken, één universum

In het buitenland bestaat het idee van een ‘shared universe’, waarin verhalen van meerdere auteurs dezelfde verhaalwereld delen, al heel lang. Denk aan filmuniversum van Marvel, de boeken die zich in Dungeons & Dragons-werelden afspelen, of het Arrowverse van DC-superhelden.

Ik wilde iets soortgelijks met een groep schrijvers proberen. Niet een serie met een verhaallijn die doorloopt, maar een wereld waarin meerdere verhalen verteld worden. Veel meer dan dit gegeven had ik in eerste instantie niet; of het een fantasywereld moest worden, of juist een SF-universum, wist ik nog niet. Toen ik auteurs ging zoeken werd vrij snel duidelijk dat iedereen een voorkeur voor sciencefiction had.

Ik heb auteurs gezocht wiens werk ik kende en goed vond. Ik wilde een diverse groep, met verschillende schrijfstijlen. Het was niet de bedoeling dat de samenwerking zou resulteren in een eenheidsworst, maar het ging me juist om de diversiteit waarmee de auteurs de verhaalwereld zouden benaderen.

We hebben de wereld samen gecreëerd en gebrainstormd over de thema’s van de serie, het verloop van de tijdlijn, en dergelijke. Verder hebben we elkaars synopsissen en verhalen gelezen, en geprobeerd verwijzingen en lijntjes naar elkaars romans te verwerken.

 

Verhalen van de Zwijging

De vijf romans in de serie spelen zich elk af op een andere plek in ons zonnestelsel. Elk boek is zelfstandig te lezen, maar wanneer je ze allemaal leest krijg je een beter beeld van het grote geheel.

Revolte van Jorrit de Klerk speelt zich af in de planetoïdegordel, waar veel cybernetisch gemodificeerde mijnwerkers leven. Raik, de hoofdpersoon, werkt voor de VAHA en staat op het punt gepromoveerd te worden wanneer er onrust uitbreekt. Het is een actierijk verhaal, een echte rollercoaster. Revolte is Jorrits romandebuut.

Roest, mijn eigen bijdrage, speelt zich af op Mars. Hoofdpersoon Sam is een magistraat in dienst van het Internationale Mars Akkoord. Ze reist tussen nederzettingen om de wet te handhaven en recht te spreken. Zes jaar geleden werd ze geïnfecteerd met een technovirus dat haar DNA heeft herschreven. Doodsbang om verder te muteren probeert ze haar werk zo goed en zo kwaad als het gaat uit te voeren. Het boek is een thrillerachtige zoektocht naar identiteit.

Na twee serieuze boeken voegt Mara van Ness met Titanium een lichtere ‘touch’ toe. De Saturnusmaan Titan is het Las Vegas van het zonnestelsel. In ‘kuuroorden’ wordt elke maas in de wet benut om je levensduur te rekken zonder je belastingvoordeel kwijt te raken. Wanneer het contact met de aarde verbroken wordt, strandt wetenschapster Emmelie hier. Ze stuit op een schandaal dat de manier van leven op Titan weleens op zijn kop zou kunnen zetten …

Tweeleed van Django Mathijsen en Anaïd Haen is een heuse familiekroniek. Het boek begint 37 jaar vóór de Zwijging en eindigt tien jaar erna. Geconfronteerd met de keus tussen puur blijven of laten modificeren, jong sterven of overleven, ziet Arno zich gedwongen een beslissing te nemen met vergaande gevolgen voor hemzelf en zijn kinderen.

Als je het hebt over Nederlandse sciencefiction, kun je bijna niet om Johan Klein Haneveld heen. IJsbrekers is zijn veertiende boek. Tien jaar zijn voorbijgegaan sinds de kolonies van het zonnestelsel het contact met de aarde verloren. De voortvluchtige wetenschapper Michelle Dijon is gestrand op Europa. Maar het einde van de Zwijging lijkt te zijn aangebroken. Van de aarde vertrekken de eerste schepen, vastbesloten de macht van de moederplaneet te herstellen …

De prachtige covers zijn geschilderd door Loek Weijts. Hij heeft precies het juiste evenwicht tussen klassiek en modern weten te treffen die ik voor deze boeken voor ogen had.

De Zwijgende Aarde is een mooie serie geworden, die onze verwachtingen overtreft. Ik hoop dat SF-liefhebbers net zo van de serie zullen genieten als wij bij het schrijven ervan.

Dit artikel, door Jasper Polane, is eerder verschenen in HSF (2019/3).

quasis.nl

Worldcon Dublin 2019 – HSF (2019/3)

Er waren op de Worldcon van 2019 bijzonder veel NCSF leden te vinden, hieronder 4 verslagen.

Klara Lammers :

Een bizar idee dat de Worldcon waar ik toch een paar jaar mee bezig ben geweest nu is afgelopen. In de afgelopen jaren zat ik regelmatig achter tafels op Eurocons en Eastercons om Dublin te promoten. Ik ben na Dublin ook nog naar de Eurocon in Belfast gegaan. Ik ben afgelopen dinsdag, 27 augustus, net weer thuis gekomen. Dublin was heftig! Zovéél te zien, te doen en te beleven. Lange dagen en héél véél pijn aan mijn voeten van het lopen. Helaas nam ik (te) weinig tijd om met mensen te praten, maar misschien heeft iemand me wel hyper langs zien komen. 1 x met Heidi gegeten bij een hotel vóórdat het concert van het Worldcon Orchestra begon. Dat was voor mij wel 1 van de hoogtepunten. Leuk dat een groep Nederlandse fans elkaar wilde ontmoeten tijdens de con, helaas moest de groep net weg op het moment dat ik ze gevonden had na mijn dienst in de Green Room. Om mijn vrijwilligers T-shirt te verdienen was ik daar regelmatig te vinden. Ik heb genoten van de conventie. De meeste dingen waar ik naartoe ging (voornamelijk concerten, toneelstukken, quizzen en op donderdagochtend Yoga voor trekkies) hadden niet zulke lange wachtrijen. Natuurlijk ben ik ook naar panels gegaan, ik was 1 van de gelukkigen die bij “Oppy or Armstrong” was op de woensdagavond en ik was bij 1 Kaffeeklatsch op donderdag en 1 reading op maandag (beiden van Michelle Sagara West, 1 van mijn favoriete auteurs). Ik was eerst uitgeloot en vlak voor de conventie hoorde ik dat ik toch kon gaan. Uitgelaten kwam ik aan bij de Science Gallery, waar natuurlijk een rij stond. Dave Lally zag me aankomen en ik heb daar nog gezellig met hem gepraat. De tijd vloog voorbij en we konden voordat we er erg in hadden naar binnen. Er was een leuke interactie tussen de panelleden en ik hoorde iemand zeggen dat ze Aliette de Bodard slim en grappig vonden en iets van haar wilden lezen (ze hebben geluk, want er is genoeg leesvoer van haar te vinden). De openingsceremonie in combinatie met de retro-Hugo’s vond ik echt saai! De reden is waarschijnlijk dat Loncon3 in 2014 hoge verwachtingen bij mij geschapen hadden met het thema “War of the Worlds”. Dat was toen een hele leuke ceremonie. De Hugo-ceremonie ging ik bij “Martin’s” kijken, maar dat hield ik helaas niet lang vol. Ik vond het wel mooi dat de bar vernoemd was naar Martin Hoare. Elke dag was er zoveel te beleven, zoveel highlights. Ik denk dat niemand alles heeft kunnen zien/beleven wat er gebeurde. Natuurlijk zijn er dingen geweest die niet zo gingen als het moest. Ik heb in ieder geval genoten. Hopelijk hebben de meeste mensen die er waren ook genoten. Als je ooit een kans krijgt, ga dan naar een Worldcon! Wie weet, misschien is er in 2024 een Worldcon in Glasgow (en ja, ik heb al achter de Glasgow tafel gezeten om promotie te maken)

Heidi van der Vloet:

Het is altijd weer bijzonder om in het warme badje van het Fandom te belanden. Deze Worldcon was voor mij de zesde, en de eerste dat ik genoeg uren meegedraaid heb als vrijwilliger om een vrijwilligersshirt te bemachtigen. Ook deze keer is het het hele team en alle losse meehelpers weer gelukt om een prachtig evenement voor 6000 fans neer te zetten. De absolute high-lights waren voor mij de uitvoering van het symfonieorkest (ik ben een sucker voor bombastische filmmuziek), de panels over ruimtevaart met Jeannette Epps en Marie Robinette Kowal, de Artshow (zoveel moois! Ik kan niet kiezen!) en mijn vertoning als spotlight-bediener tijdens de opening en de Hugo Awards. Maar er valt over zo’n lang weekend zo veel meer te zeggen en te schrijven. Het is een klein weekje weg van de dagelijkse realiteit, oeverloos lullen over de toekomst en alles wat je jezelf er maar bij kunt voorstellen, genieten van muziek en bier, oude vrienden opnieuw zien, nieuwe vrienden ontmoeten en nieuwe ervaringen opdoen en altijd met te veel nieuwe boeken thuis komen.

Marcel van der Rijst:

Na Helsinki in 2017 was er dit jaar weer een World SF convention in Europa en wel in Ierland. We vlogen op woensdag naar Dublin en we kwamen meteen al bekenden tegen toen we onze toegangspassen ophaalden die middag in het CCD waar de conventie werd gehouden De volgende dag hebben we ons op het programma gestort. Het is moeilijk om te beschrijven hoe het is om een World SF conventie te bezoeken. Voor ons begint het altijd met het aanstrepen van programmapunten die we graag willen bezoeken. En omdat er meer dan 10 stromen naast elkaar zijn kiezen we dan diegene die we gezamenlijk hebben gekozen. En natuurlijk lukt het voor geen meter om naar alle aangestreepte punten te gaan, want er zijn naast het programma ook veel andere zaken te bekijken en te bezoeken. Zoals de dealersroom, waar Wilma weer menig leuk boek heeft gevonden en waar naast boeken ook andere zaken, zoals kunst, sieraden, T-shirts en andere merchandise te vinden waren. De Artshow, waar je allerlei SF&F kunst kan bewonderen. Zo hadden Jim Burns en Chris Moore er verschillende van hun werken hangen Maar onze favorieten waren toch Margaret Walty en Sarah Clemens. Die kenden we nog van vorige conventies en verschillende van hun tekeningen hangen aan onze muren thuis. En als je al het lopen moe was kon je SF-fans van over de hele wereld ontmoeten in Martin’s Bar. Deze bar is vernoemd naar de net overleden fan Martin Hoare, die ik nog ontmoet heb op verschillende Beneluxcons, Ook deze Ierse conventie had zich vergist in het aantal bezoekers. Er kwamen meer mensen op af dan waar ze op gerekend hadden. Ook al was het verdeeld over twee locaties moest je het toch goed plannen omdat je bijna bij elk programmapunt wel in de rij moest staan om de zaal binnen te komen. Maar dat gaf juist leuke momenten om in gesprek te komen met andere fans. We hebben menig panel en lezing meegemaakt. Niet alle panels en lezingen waren even interessant, maar andere waren juist heel leuk of leerzaam om mee te maken. We ontdekten dat een van de Guests of Honor Diane Duane een vlotte prater is en we hebben een aantal programma items met haar meegemaakt. De leukste was het interview dat collega schrijver John Scalzi met haar had over haar diepte-, maar ook hoogtepunten van het schrijverschap. Haar leven met haar man Peter Morwood, tevens schrijver en hoe ze, wat mij heel bekend voorkomt, uren niets tegen elkaar kunnen zeggen als ze met het schrijven bezig zijn. En nog vele andere zaken met veel humor verteld. Het toneelstuk van Paul…. ehhh Peter Cox, Two Stakes. Over Peter’s wederwaardigheden bij het Bram Stoker Society in Londen. Met verve en humor verteld. De lezing door Sylvia Spruck Wrighley, Throwing Grandma out the airlock. Over hoe oudere vrouwen altijd stigmatisch worden weergegeven in Fantasy boeken en hoe dit geheel niet gebeurt in Science Fiction boeken. Het interview met George R.R. Martin en zijn vrouw Parris McBride over hoe het toeging op de conventies in de jaren 70 en het verwezenlijking van Joe Haldeman’s droom, twee naakte vrouwen in een badkuip vol met roze drilpudding en hoe die sindsdien altijd een pak instant drilpudding krijgt, terwijl hij er helemaal niet van houd. De lezing van Bridget Landry op zondag over de missie van Cassini-Huygens die de manen en ringen van Saturnus beschreef. Ze was medewerker aan dit project en de lezing zat vol mooie foto’s van de manen en de ringen en wat ze daar allemaal hebben ontdekt. En natuurlijk moeten we het concert op vrijdagavond niet vergeten. Waar een orkest thema’s van Fantasy en SF series en films, waaronder Games of Thrones, Star Wars en Fantasia, speelt. Dat was wederom een genot voor het oor. En we hebben ook met plezier naar de mooi kostuums in de Masquerade op zaterdag gekeken. En wat juist deze Masquerade zo bijzonder maakte was het wachten op de uitslag. Toen daagde de toastmaster allerlei mensen uit om te improviseren bij foto’s die werden vertoond op het grote scherm. Hier ontstonden hilarische verhalen. Zoals je wel ziet, wij hebben ons uitstekend vermaakt op de conventie en naast dat we veel hebben gezien hebben we ook veel van onze vrienden gezien en gesproken en een paar nieuwe vrienden gemaakt. Ook al was de conventienog bezig op maandag, zijn we al vertrokken voor een rondreis door het mooi binnenland van Ierland om wat af te kicken van alle indrukken die we hebben opgedaan op de conventie.

Jan Johannes Scholte:

De eerste World Science Fiction Convention was in 1939. Mijn eerste World Science Fiction Convention was de 77ste onder de naam Dublin 2019 – An Irish WorldCon. Van 15 augustus tot en met 19 augustus was ik voornamelijk in het Convention Centre Dublin te vinden. Na de registratie, in september 2018, werd de omvang van wat een Worldcon is en wat het inhoudt steeds duidelijker. Dat dacht ik althans. Het werd pas echt duidelijk vanaf het moment dat ik er rond liep, achter de First Dutch Eurocon fantafel zat, panels bijwoonde (onder andere over Chinese science fiction, het koloniseren van de ruimte om ons heen en niet menselijke intelligentie) en een aantal speciale evenementen (de Hugo Awards en het Worldcon Philharmonic Concert, de handtekening krijgen van George R.R. Martin) mee mocht maken. Het is groots. Dat bleek al bij het doorbladeren van de 188 pagina’s tellende Pocket Convention Guide. De Worldcon heeft veel goede en fijne indrukken achtergelaten. Vooral op het gebied van de algemene gemoedelijke sfeer van het hele gebeuren en de openheid en vriendelijkheid van de leden naar elkaar toe. Het ontmoeten van bekenden en onbekenden. Zo’n 5.800 bezoekers uit ongeveer zestig landen hebben samen zorgen gedragen voor een prima tijd.

Dit artikel is eerder verschenen in HSF (2019/3).

dublin2019.com

Gouden Tijden – HSF (2019/3)

Het zijn gouden tijden voor de SF-liefhebber. Niet langer doen SF-series zoals Battlestar Galactica hun best er uit te zien alsof ze in onze eigen tijd afspelen. Series als Westworld, The Expanse, Killjoys, Lost in Space en Altered Carbon maken er geen geheim van dat ze tot ons geliefde genre behoren, terwijl Star Trek aan een renaissance bezig is. Amerikaanse en Europese stripmakers kiezen steeds vaker voor het genre om commentaar te kunnen geven op onze samenleving, via reeksen als bijvoorbeeld Saga, Low, Descender en Bitch Planet. Ook wie van lezen houdt komt ruimschoots aan zijn of haar trekken. Domineerde eerst de fantasy in de boekwinkel en de recensiepagina’s, nu staan die vol met schrijvers als Ann Leckie, Kameron Hurley, Becky Chambers, Charlie Jane Anders en Tade Thompson.

Tot het begin van deze eeuw leek SF vooral bedoeld voor heteroseksuele mannelijke lezers van westerse afkomst. Schrijvers als Peter Hamilton, Stephen Baxter en Alastair Reynolds bouwden verder op de basis die was gelegd door Asimov, Clarke en Heinlein. Het waren boeken voor een nichepubliek, voor lezers die of zelf waren opgegroeid in de ‘gouden eeuw van de science fiction’ of die het genre hadden leren kennen via fans uit die periode.

Ikzelf raakte geïnteresseerd in science fiction door de boeken die mijn vader had verzameld, en dat waren veelal vertaalde verhalen uit de jaren veertig en vijftig. Het was zogenoemde ‘harde SF’, met vaak lineaire plots, waarbij de capabele held in zijn eentje met behulp van technologie de aarde veilig stelde. Boeken als ‘Rendezvous with Rama’ van Arthur C. Clarke of ‘The Day of the Triffids’ van John Wyndham lieten hun stempel achter op mijn verbeelding.

De nieuwe generatie auteurs is het echter gelukt een ander publiek aan te trekken. Hun boeken worden ook gelezen door jongere individuen met een niet-westerse achtergrond, door vrouwen, door mensen die zich als LGBTQA identificeren. Dat komt onder andere doordat ze zich afspelen in andere locaties dan de Verenigde Staten en recht doen aan de ingewikkelde wereld waarin we leven, waar allerlei belangen door elkaar lopen. Ook reduceren ze hun karakters niet tot stereotypen, maar geven ze ruimte voor diversiteit. Voor de lezers van nu voelen deze verhalen veel levensechter aan dan die van Asimov en Clarke. Ook ik word er enthousiast van. Bij bezoeken aan het American Book Center in Amsterdam moet ik oppassen dat ik niet meer boeken meeneem dan ik kan tillen. Bloggers en recensenten zeggen terecht dat we leven in een ‘tweede gouden eeuw’ van de science fiction.

Helaas loopt Nederland een beetje achter op de internationale ontwikkelingen. Het is nog steeds fantasy dat de klok slaat en als er SF wordt geschreven, gaat die regelmatig over thema’s en ideeën uit de jaren ’50. Maar ik heb goede hoop. Steeds meer uitgevers wagen zich aan science fiction, zoals Quasis met de boeken uit ‘De zwijgende aarde’, en nieuwe of vernieuwde tijdschriften zoals ‘De horizonvreter’ en ‘HSF’ zijn positieve signalen. Ik zie ook voor de Nederlandstalige science fiction gouden tijden in het verschiet!

Dit artikel, door Johan Klein Haneveld, is eerder verschenen in HSF (2019/3).

johankleinhaneveld.blogspot.com/

Fire Emblem: Three Houses – HSF (2019/3)

Wat als Zweinstein een militaire academie was? Dat is, in een notendop, het basisconcept van het computerspel Fire Emblem: Three Houses voor de Nintendo Switch.

De hoofdpersoon wordt aangesteld als docent aan die academie, als begeleider van een van de drie klassen, de Three Houses. Iedere klas, ieder met een eigen verhaallijn, is gekoppeld aan één van de drie rijken van het continent Fódlan, samengebracht in een school die gelieerd is aan het fantasy equivalent van het Vaticaan. Je begeleidt je studenten, geeft les, leert hen (en hun medestudenten) kennen, bouwt banden op en leidt ze in tactische turn-based veldslagen.

Naarmate de weken verstrijken bouw je door middel van verschillende activiteiten (zoals gedeelde maaltijden en het houden van theekransjes) banden op met je leerlingen, je collega’s en andere bewoners van de school. Zo volg je een heel schooljaar, waarna een tijdsprong van vijf jaar volgt. Als je je leerlingen terugziet, zijn de drie rijken in een bittere strijd verwikkeld. Studiegenoten vechten tegen studiegenoten, docenten tegen leerlingen, met regelmatig hartverscheurende gevolgen. Zo nu en dan had ik in ieder geval de wens om mijn leerlingen een knuffel te geven. Jammer genoeg was daar geen knop voor.

De aankleding van het spel, dat zo nu en dan mierzoet is, staat in schril contrast met het oorlogsdrama dat zich gedurende het spel ontvouwd. Dit contrast in combinatie met de Persona-achtige simulatie van sociale interactie en de X-Com-achtige veldslagen maakt dit spel tot een van mijn favorieten van dit jaar. Ik zie mezelf dit spel dan ook meerdere keren doorlopen, minstens één keer voor iedere klas.

Deze recensie, door Eddie A. van Dijk, is eerder verschenen in HSF (2019/3).

fireemblem.nintendo.com/three-houses/