Andere tijden – Guido Eekhaut

Nomade-3.jpg

Andere tijden – Guido Eekhaut (YSF)
Nomade 3 (en slot)
Clavis Uitgeverij, Hasselt – Amsterdam – New York (2023)
Young Adult
246 pagina’s; prijs 18,95
Omslag: Studio Clavis

‘Vreemde werelden’, het tweede deel van de Nomade trilogie, verscheen… wanneer ook alweer? Ik weet het even niet en ga het even uitzoeken. Blijf aan de lijn… … … ah, daar ben ik weer en ik weet het: In januari 2021. Ik was me er niet van bewust dat het zo lang al geleden was en dat er dus zo lang tussen beide delen zat. Waar het aan lag… ik heb geen idee. Nooit iets over gehoord. Aan Guido zelf? Dat denk ik eigenlijk niet, aan Clavis dan? Ook nooit iets over gehoord. Nou ja, het is van geen belang. Het is belangrijker dat ik nu dit deel in handen had en eindelijk verder kon kezen. Dat was nog wel even een dingetje, want ik moet eerlijk bekennen dat ik beide eerdere delen van Nomade én de gehele Enigma trilogie, ondanks dat het laatste deel van die trilogie eind 2021 nog verscheen. Alzheimer, welnee (hoewel we wel mijn geheugen gaan laten onderzoeken, omdat ik te veel vergeet volgens mijn vrouw) … ik lees nu eenmaal heel erg veel en de kop is te vol om alles te onthouden. Ik denk dat het een soort van beschermmechanisme van het brein is om niet uit elkaar te ploffen. Even heb ik overwogen om de gehele serie nog eens vanaf het begin tot mij te nemen, maar als u de stapel nog te recenseren boeken zou kunnen zien, plus diegene dit ik nog zou willen recenseren (maar me met alienkracht in moet houden ze niet aan te vragen), dan is dit een onmogelijkheid. Jammer… zaten er maar meer uren in een nacht!!!

Vooralsnog heb ik mijn beide recensies van de eerdere delen van Nomade nog eens doorgenomen. Heel veel wijzer werd ik daar niet van. Hoe kan het ook anders. Ik probeer het doelbewust een beetje vaag te houden omdat ik niet al te veel weg wil geven van het verhaal. Er moet altijd een behoorlijk deel over blijven, om je over te verbazen. Wel zag ik veel meer over de achtergronden en de verschillende verbintenissen met de SF-schrijvers uit mijn jeugd. Jack Vance, Isaac Asimov, Theodore Sturgeon, Cordwainer Smith en ook misschien ook nog wel: Eric Frank Russell. Misschien is het voor jou ook nog wel eens handig om ze nog eens door te nemen. Ze staan op de site van het NCSF!!!

Maar goed… de ervaring van ‘Andere tijden’, was geen andere dan met de andere twee delen. Het was weer heerlijk!!! Ik was amper twee bladzijden ver in ‘Andere tijden’ of de verwijzingen naar Isaac Asimov en Jack Vance, waren nu al legio. Een waar feest van herkenning. Uiteraard geldt dit natuurlijk voor een oude SF gek al ik, de Young Adults van deze wereld, waarvoor het boek bestemd is, hebben totaal geen weet van dit. Niet erg. Het is voornamelijk de bedoeling dat je genoegen haalt uit dit verhaal en als dat voor hun een andere positieve ervaring oproept, dan is dat prima!

Ik ga uiteraard niet te veel vertellen over het verhaal, dat moeten jullie zoals gewoonlijk maar zelf en onbevooroordeeld doen. Het is in ieder geval zo dat Aristid en zijn gemêleerde gezelschap aan het begin van dit verhaal in hun ruimteschip Empherio aankomen op Trantor, bekend als de planeet van archieven, bibliotheken, academische bezoekers en immense, vierhonderd etages tellende databanken die tot diep in de grond reiken. Daar gaan ze op zoek naar ‘De Kronieken van Nieuw Venetië’ Waarom? En zullen ze die wel vinden? Je merkt het vanzelf!!!

Ik kan jullie in ieder geval de inleiding van hoofdstuk 12 op pagina 117 niet al onthouden. Het gaat als volgt:

“Een schitterende, intelligente vergissing in een mysterieus universum, dat is de mens. Hetzelfde kan gezegd worden van andere intelligente soorten. De mens is in geen enkel opzicht beter dan andere soorten. Iedereen heeft zijn eigen zonden, tekortkomingen, illusies. Geen enkele Schepper, Maker of Godheid is daarvoor verantwoordelijk.”

Prachtig!!! Het gaat nog verder, maar dit deel vond ik een wel heel belangrijk filosofisch statement. Ik kon er geen gaten in schieten!!! Doe ermee wat u wilt, maar leef er in ieder geval naar!!! Guido en ik weten het, nu de rest van de mensheid nog. De een zal het harder nodig hebben dan de ander!

In ieder geval is ‘Andere tijden’ een serieuze opmaat naar ‘Infinity’, het zevende en verbindende deel van de Enigma en Nomade trilogieën. Gelukkig ontving ik dit deel binnen twee weken na ontvangst van ‘Andere tijden’. Ik hoefde gelukkig weer geen twee jaar te wachten. Daarvan dus binnen niet al te lange tijd de recensie, maar voor nu… heel veel plezier met ‘Andere tijden’. Ik heb het al vast en zeker gehad en er weer veel van opgestoken.

Jos Lexmond

Werelden ontwaken – Diverse auteurs

Werelden-ontwaken.jpg

Werelden ontwaken – Diverse auteurs (DIV)
IO, Independent Publisher, Amsterdam – (2022)
333 pagina’s; prijs 25,95
Omslag: Antoni Dol/Robin Rozendal

Graag ondersteun ik gave projecten zoals deze, maar dat gaat toch niet zonder met een kritische blik ernaar te kijken. Ofschoon ik meestal de zonnige kant van de dingen zie, voel ik me aan de wereld verplicht, als recensent zijnde, om een eerlijke mening ten toon te spreiden. Dit gezegd hebbende zet ik mijn blik op onpartijdigheid en begin bij het begin.

-Tom Kruijsen – Klopjacht (HO)
Tom Kruijsen… die ken ik niet zo goed. In Fandata.nl staan een paar verhalen van hem vermeld. Dit verhaal ‘Klopjacht’ is uit een universum, een verhaal, dat nog in de steigers staat en aldus nog niet bekend. ‘Klopjacht’ maakt me evenwel benieuwd naar dat universum en bijbehorende roman, of romanreeks? Buiten SF liefhebber, mag ik ook graag (gruwelijke) Horror lezen. Deze kennismaking smaakt in ieder geval naar meer!
-Robin Rozendal – De huilende stad (FA)
Haar kende ik niet als schrijver en ook niet als illustrator, maar wel als interviewer en van allerlei andere dingen op facebook. Haar verhaal verraste me. Zo veel energie, zo veel emotie, zo veel stad. Het overweldigde me. De SF, Horror en Fantasy komen bij mij op deze volgorde, dus je mag zeggen dat ik niet zo van de Fantasy ben. Maar… dit is nieuw, intensief, expressief en origineel. Het eerste boek van de serie ‘De levende steden’ zal in 2023 bij Zilverspoor verschijnen. Met deze teaser in het oog, zou ik het ongezien recenseren!
-Antoni Dol – Federica’s metamorfose (SF)
Bij mij behoeft Antoni Dol geen introductie meer. Volgens mij is hij de enige auteur in deze anthologie, waarvan ik alles tot nu toe gelezen heb. Onbekendheden daargelaten natuurlijk. Al zijn boeken heb ik gerecenseerd en over allen was ik lovend tot zeer lovend en bij dezen… van harte aanbevolen! ‘Federica’s metamorfose’ gaat aan zijn volgende boek ‘Het plasticmuseum’ vooraf. Of eigenlijk… het boek gaat verder, waar dit verhaal ophoudt. Geweldig idee over een prima experiment dat wereldwijd volledig uit de hand loopt, wat gigantische globale problemen met van alles en nog wat veroorzaakt. Ik kijk er alweer naar uit om het onder mijn recensieogen te krijgen!
-Heleen van den Hoven – Zeesteen (FA)
Het verhaal van Heleen van den Hoven roept bij mij echo’s naar mijn verleden op. Voordat ik een Fantastiek adept werd, in mijn jeugd, was ik vooral een liefhebber van zee verhalen. Erop, er onder, erin en erboven. De weerklank daarvan proef ik terug in dit verhaal. Ik ben uitermate benieuwd naar het vervolg hiervan, ondanks dat Fantasy (alweer) duidelijk op de laatste plaats komt voor me. Heleen van den Hoven is vooral een thrillerauteur. Wanneer ‘Zwerfstenen’ zal verschijnen is vooralsnog onbekend.
-Marieke Frankema – Duizend doden (FA)
Prachtig verhaal, dat me meer dan raakte. Vooral de interacties tussen 1821 en de huidige tijd waren zo mooi beschreven, dat ze me compleet het verhaal in zogen. Zoals gezegd… ik ben niet de grootste Fantasyfan, maar voor Fantasy als dit mogen ze me wakker maken! Er gaan meer van dit soort verhalen van haar hand verschijnen én een novelle en een boek met de werktitel: ‘De dochter van de tijdreiziger’ (toch ook wel SF-achtig, niet?). Daar ben ik uiteraard meer dan benieuwd naar.
-Mariëlle Douma – Faylars transformatie (FA)
Mariëlle Douma is voor mij een totale onbekende. Er is van haar een boek bekend en wel: ‘Elfenprins’, verschenen in 2009 bij Free Musketeers. Gaandeweg lezend, zag ik wel een analogie met ‘De drakenrijders van Pern’ van Ann McCaffrey, wat tegen het einde volkomen verdween. Wat niet wegneemt dat het een pracht van een verhaal is. Fantasy en draken zijn voor mij zo’n beetje afgekloven botten, maar Mariëlle heeft het genre, nieuw vuur in kunnen blazen. ‘Faylars transformatie’, is een prequel van de genoemde ‘Elfenprins’. Het is niet meer verkrijgbaar, maar er wordt hard aan een nieuwe uitgave gewerkt.
-Anna Mattaar – Winterwaker (FA)
Prima verhaal met een mooie verteltrant, echter… het is wat raden naar de betekenis van begrippen als bijvoorbeeld: ankuï, chani en dergelijke. En… dat is jammer. Het leidt af. Je probeert, als je die dingen tegenkomt, er een betekenis aan te hangen. Deze termen mogen best gebruikt worden, maar verklaar ze dan ook. Een van de eerste lessen die ik van Annemarie van Ewijck, vrij hardhandig kreeg toegediend bij het insturen van een van mijn eerste verhalen, was: “Doe niet interessant met woorden en begrippen die niet bestaan, en… als het wel moet… dan verklaar ze kort en bondig in het verhaal.” Aan die wijsheid heb ik veel plezier gehad. In eerste instantie dacht ik, dat deze termen al in andere verhalen in hetzelfde universum verschenen waren en die dus voor insiders gesneden koek waren. Niet dus. ‘Winterwaker’ is het eerste verhaal in en de komende Mennistriam reeks. ‘De drie eierenlegende’ is een kleine hulp, maar niet echt voldoende. Bovendien komt dat pas laat in het verhaal. Er is dus nog werk aan?

Al met al is dit een prachtige anthologie geworden. Gevuld met veelbelovende werelden, veelbelovende karakters in die werelden. Inkijkjes van wat nog komen gaat en beloften van vele én genotsvolle leesuren. Veel Fantasy, dat wel. Maar… originele Fantasy. Ik denk dat ik in de toekomst wel het een en ander tot me ga nemen van het hier ten toon gespreide. Hopelijk hoeven we er niet te lang op moeten wachten. IJs en weder dienende, gaan we het zien en beleven.

Jos Lexmond

HSF 280, Jaargang 53, 2022/4. Verhalen

HSF-280.jpg

HSF 280, Jaargang 53, 2022/4. Verhalen
NCSF – Nederlands Contactcentrum voor Sciencefiction (December 2022)
44 pagina’s (jaarabonnement (4 nummers) € 30,00)
Samenstelling: NCSF
Omslag: Alice Jouanno/NASA, JSC, Orion
Illustraties: Pixabay/Tais Teng
Verkrijgbaar op: penningmeester@ncsf.nl

HSF Verhalen klepperde vrolijk door de brievenbus en landde met een bevredigende klap op de deurmat. Ik was blij. Ik ben altijd blij met een verhalenversie. Op het gevaar af dat ik mezelf herhaal, wil ik toch nog maar een keertje benadrukken dat ik die wel vier keer per jaar wil ontvangen. Een leuk artikel of essay is prima, maar een stuk of wat (de meerderheid) verhalen is prima. Maar goed… de inhoudsopgave doorkijkend ben ik geneigd meteen door te scrollen naar het op een na laatste verhaal, maar aangezien ik lees zoals ik eet, namelijk lineair, begin ik gewoon vooraan. Guido Eekhaut komt dus gewoon over zes dagen aan de beurt en Tais Teng over zeven. Daar is met te leven, omdat wat ervoor komt, vast ook niet te versmaden valt. Van Karel Smolders ben ik al jaren een fan en Charles van Wettum is ook al een rijzend ster, waar ik met steeds meer verwachtingen aan begin. Wat nieuwelingen tussendoor… ik vermoed dat er van verveling geen sprake kan zijn. We beginnen met:

-Marleen Oosterbaan – Noen (SF)
Een van de nieuwelingen dus. In Fandata.nl staan twee verhalen van haar, waarvan een de vierde plaats behaalde bij ‘Zonderlingen’ de Godijn Verhalen wedstrijd in 2020. Dus… waarschijnlijk ook een rijzende ster. Hoe dan ook… ‘Noen’ is een intrigerend verhaal, waarvan ik in eerste instantie dacht dat het zich op Mars afspeelde, maar al snel moest toegeven dat het zich in een toekomst op aarde plaatsvond. Stof om over na te denken!!!
-Karel Smolders – De Springers van Procyon IV (SF)
Geslaagde SF/Fantasy combi. Procyon IV is een prachtig gecomponeerde wereld, waar ik veel meer van en over wil lezen. Blimps en luchtstromen, ingrediënten die zorgen voor een magnifieke achtergrond van dit verhaal. Graag dus meer in deze setting, Karel! Een mede facebook gebruiker vroeg zich onlangs af of het geen Perry Rhodan verhaal was. Het is een titel, die je in die reeks zou kunnen verwachten. Begrijpelijk, want de Springers in de Perry Rhodan reeks, zijn een soort van galactisch nomadenvolk. Maar nee… geen Perry Rhodan verhaal dus!!!
-Miriam Ootjers – De Moreelridder (FA)
Ook een van de nieuwelingen. In Fandata.nl staan twee verhalen van haar, die allebei verschenen in de ‘Afvalligen’ bundel van de Godijn verhalenwedstrijd in 2022. Ondanks die nieuwigheid, schrijft Miriam Ootjers als een pro. Leuk doordacht én origineel. Wat wil een mens nog meer, schreef ik na lezing, met de grijns nog stevig op de kaken.
-Charles van Wettum – Vier seconden (SF)
Charles van Wettum is helaas na zijn welverdiende pensioen pas opnieuw gaan schrijven. Ik kan me niet herinneren zijn eerste pogingen ooit gezien te hebben. Jammer dat hij destijds niet doorgezet heeft. Wie weet hoe hij er dan nu voorgestaan had. We zullen het nooit weten, maar nu staat hij er in ieder geval prima voor. Alle verhalen tot nu toe zijn geweldig en origineel. ‘Vier seconden’, is ook weer een snoepie van een verhaal. Meer verhalen in dit universum, zijn dus meer dan gewenst.
-Jeroen de Leeuw – Zaailingen (SF)
Dit is een intrigerend kortverhaal van twee pagina’s, maar voor mij is het te kort om mooi te zijn. Er blijven zoveel vragen onbeantwoord. Dat is jammer. De potentie is zeker aanwezig, maar komt er helaas niet helemaal uit.
-Guido Eekhaut – De sprong in het duister (SF)
Guido Eekhaut maakt waar, waarom ik in eerste instantie zijn verhaal als eerste wilde lezen. Wat mij betreft… een verrassing van de bovenste plank. Al eerder heb ik gezegd dat hij zich steeds meer als een korte verhaal auteur ontwikkeld en profileert én… dat hij dat op een weergaloze manier aan het doen is. Dit verhaal ‘De sprong in het duister’, in een prachtige schrijfstijl, slaat in als een bom, althans… bij mij wel.
-Tais Teng – Liefde in tijden van oorlog (SF)
Er zijn geen superlatieven genoeg om dit nieuwste (al zullen er op dit moment vast wel nieuwere verhalen van hem zijn) verhaal te omschrijven. Het enige wat ik op dit moment nog kan verzinnen is: Om te huilen, zo mooi!!! Hoe hij een kind een nieuwe situatie kan laten accepteren. Om te huilen! Zo mooi!!!

Zuchtend en nog een laatste traan wegpinkend, kan ik niet anders constateren dat dit wel een heel erg prachtige verhaleneditie van HSF was. Mooi gevuld. Ook hier zijn verder geen superlatieven van te verzinnen. Mooi gedaan!!! Helaas weer een half jaar wachten op de volgende editie. Zucht!!!

Jos Lexmond

Fantastische Vertellingen 64

FV-64.png

Fantastische Vertellingen 64
Stichting Fantastische Vertellingen, Nieuw-Vennep (December 2022)
121 pagina’s; prijs € 7,95 (jaarabonnement (4 nummers + Tjonge) € 29,95)
Samenstelling: Remco Meisner
Omslag: Ingrid Heit/Fred Hemmes
Verkrijgbaar op: https://shop.pr1ma.nl/

Onlangs zag ik op Facebook de aankondiging voorbijkomen dat Fantastische Vertellingen 65 op weg was naar de drukker en ik schrok. Uiteraard wist ik al dat ik behoorlijk achterliep met mijn recensies, maar dat het zo erg was… ik werd weer even met de neus op de feiten gedrukt. Dat begrijpt u. Welaan… de mouwen opgestroopt, corona en bronchitis aan de kant en er even stevig tegenaan gegaan. Ik zou het mezelf niet kunnen vergeven als ik ineens met twee Fantastische Vertellingen zou zitten, die nog te recenseren zouden zijn. Als je even niet oplette zouden het er zomaar, out of the blue, vier of zes kunnen zijn dat je achter zou lopen. Een gigantisch schrikbeeld drong zich aan me op. In een droom achternagezeten door woedende FV’s, aangemoedigd door een gigantische en satanisch lachende Remco Meisner. Neeneenee… aan de gang, Lexmond!!!

-Remco Meisner – Mevistisch Melodrama
Altijd weer een genot om dergelijke hilarisch observaties tot mij te nemen. Mijn bibliografisch bloed (ook niet te versmaden volgens mijn personal bloedzuiger) is meteen wel weer in verwarring gebracht. Is dit wel een verhaal, of niet? Het is duidelijk uit de dikke duim van Remco gezogen, maar opnemen, of niet opnemen in Fandata.nl, is de vraag!
-Charles van Wettum – Dwalend in de ziel van mijn lief (SF)
Charles van Wettum. Hij was er ineens. Toch ook al niet heel erg piep meer, maar schrijft als een God. Waarom niet heel veel eerder begonnen? Werk… dat zat hem schijnbaar dwars en nu met pensioen zijnde… maar toch. Hij had vele fantastieke schrijvers naar de kroon kunnen steken. Niet dat hij dat nu al niet doet, maar het had nog veel mooier kunnen zijn. Afijn… we gaan het ermee doen én ervan genieten. Prachtige nieuwe ster aan het vaderlandstalige firmament. Mooi vervreemdend verhaal over de cirkel van het leven.
-Remco Meisner – De maat der dingen
Remco Meisner die uit de school klapt over Ingrid Heit, de Bemoste Beeld winnaar 2022. Het zij haar van harte gegund!!!
-Jan Roosen – De confrontatie met mijn eigen schaduw (FA)
Prachtig, origineel én absurd verhaal. Ik ben er verliefd op. Veel meer krijg je niet uit me. Je geeft hier al veel te snel iets van weg. Gewoon zelf van genieten!!!
-Brief Encounters – De brievenrubriek
Vreemd zo’n ietwat verouderd medium in deze moderne tijd. Wie schrijft er nog brieven? Maar goed… ik neem aan dat het mails waren. Een aantal daarvan waren bedankjes aan het adres van Remco Meisner voor de fantastische organisatie van Fantasticon III (waar ik helaas weer niet bij kon zijn), maar een daarvan trok mijn aandacht boven de andere. Paul van Leeuwenkamp had het in zijn ingezonden brief over Fandata.nl en dat die wel een Wikigrafie genoemd kon worden. Leuk!!! Zelf nog niet zo over nagedacht. Maar de daaropvolgende zin intrigeerde me. Het luidde: “al zijn de heren (en dame) met hun biografische informatie hun eigen uitgangspunten aan het ondermijnen.” Uiteraard heb ik daar duchtig over nagedacht, maar kwam er niet uit. Gelukkig treffen wij elkaar weer eens in een nabije toekomst, zodat opheldering gebracht kan worden. Een geluk is, dat dit stuk wel aan het beklijven is!
-André Frank – Loupcke (FA)
André Frank is (of liever: was) voor mij een grote onbekende, maar dat is nu voorbij. Loupcke was een verrassend verhaal, waarvan ik me in eerste instantie afvroeg, waar het Fantastieke nu in stak. Later niet meer. Mooi verteld!
-Onder de indruk (boekbesprekingen)
Met recensies van Charles van Wettum, Johan Klein Haneveld en ondergetekende. Mooie inzichten over even zo mooie uitgaven. Uiteraard geen oordeel over mijn eigen bijdrage. Dat laat ik graag aan jullie over.
-Guido Eekhaut – De herstelling (SF)
Guido verrast alweer met ‘De herstelling’. Een prachtige, maar droeve dystopische wereld, waarin de hoofdpersoon in een welhaast onmogelijke spagaat wordt gedwongen van waaruit geen ontsnapping mogelijk lijkt. Origineel en sprankelend als nooit tevoren.
-FV-Essay. Pure Fantasy in perspectief
Paul van Leeuwenkamp in een doorwrocht artikel over de opkomst, leven en verscheiden van Pure Fantasy. Een gedegen verhaal over een van Neerlands mooiste Fantastieke magazines. Bij gelegenheid komt Alex de Jong nog wel eens in beeld, maar lang niet meer in een Fantastieke hoedanigheid. Jammer! Prachtig en diepgravend artikel. Lof!!!
-Reinder Veelinx – Blinde vlek (Non)
Over een wreker die gewraakt wil worden. Helaas geen fantastiek.
-Oxana Langbeen – Oxana’s Oxymoron – Fris Ranevskaja (SF)
Verhaal over actie en gevolg, over initiatief en oplossing, over vraag en antwoord. Voor alles is er toch een oplossing. Dat blijkt maar weer!

Alweer uit! Veel te vroeg, ondanks (alweer) de vele pagina’s, wederom bij het einde aangekomen. Niet alleen de schrijverscontributie, maar ook de illustrerenden maken dit blad levendig, fris en aangenaam om door te nemen. Maar, zoals immer, in verwachtingsvolle afwachting van de genotvolle (naar verluid meer dan honderdtachtig pagina’s) volgende FV 65.

Jos Lexmond

The Sandman – Een netflix adaptatie van Gaiman’s graphic novel – HSF 2022/3

De mannen en vrouwen staan in een kring, hun gezichten onherkenbaar door hun bruine kappen. “Here in the darkness,” roepen ze. “Here in the darkness.” De oude man vooraan heeft als enige zijn kap af.

“I summon you with poison,” declameert hij dramatisch. “I summon you with pain.”

Zijn discipelen blijven herhalen: “Here in the darkness. Here in the darkness.”

“I open the way. I open the gates,” zegt de man. Een wolk van schaduwen en nachtmerries verschijnt in de lucht. “We summon you together! Come!” De schaduwen worden tastbaar en een wezen is zichtbaar, zijn gezicht onherkenbaar door een buitenwerelds masker. Hij valt neer in de cirkel van magische symbolen die hem de komende zeventig jaar gevangen zal houden.

Of zijn het er honderdenzes?

Het beeld van het spierwitte en poedelnaakte wezen, gevangen in een glazen bol was onze eerste kennismaking met de Morpheus, de Koning van de Dromen. Het was 1989. Zijn verschijning was de start van een fenomeen. De comic heette The Sandman en de schrijver was Neil Gaiman.

In 75 delen vertelden schrijver Gaiman en een pantheon van illustratoren het verhaal van Morpheus en zijn familie The Endless, entiteiten die nog boven de goden staan.  De steeds minder maandelijkse comics speelden zich af in verschillende tijden en werelden en putten uit diverse religies en mythologiën. Wat startte als een horrorcomic, werd uiteindelijk een allesomvattend literair werk. De comics werden gebundeld in graphic novels die een steeds groter publiek bereikten. Gaiman, een Brit met het uiterlijk van een goth en de stem van aristocraat, werd een cultheld van nerds en geeks over de hele wereld. En ik was er een van.

In 2003 las Neil Gaiman voor en beantwoordde vragen van het publiek tijdens Elfia in Haarzuilen. Het was er niet heel druk. The Sandman was weliswaar wereldwijd een succes, maar bij een relatief klein groep mensen. Uiteraard werd er gevraagd of er ooit een film van The Sandman zou komen. Gaiman antwoordde dat hij heel graag zelf een film zou willen schrijven over Death, de zus van Morpheus en een fan favoriet, maar dat Warner Brothers geen films meer maakte van 20 miljoen dollar. ‘Alles is low budget of een blockbuster, er zit niks meer tussenin,’ legde hij uit.

Ik ging in de rij staan om mijn Death graphic novel te laten signeren en mompelde iets over dat ik ook net mijn eerste boekje had gepubliceerd. “Marcel – don’t die!’ schreef Gaiman voorin.

In 2013 werd ik door uitgeverij Meulenhoff Boekerij gebeld of ik Neil Gaiman wilde interviewen voor publiek. Zij publiceerden zijn nieuwste boek “De Oceaan aan het einde van het pad” en wisten dat ik een enorme fan was.

Om kennis te maken gingen Gaiman en ik eerst samen lunchen. Ik was zo nerveus dat ik bijna niet uit mijn woorden kwam. Hij stelde mij op mijn gemak, door te zeggen dat hij hetzelfde had toen hij bij Stephen King aan de keukentafel zat. Dat hielp een beetje.

Ik interviewde hem eerst in een boekhandel in Amsterdam en de volgende ochtend in Utrecht (dat laatste interview staat op Youtube) voor twee keer vierhonderd man. En ondanks dat hij hier was om zijn nieuwe boek te promoten, ging een deel van het interview over The Sandman. En over de mogelijke verfilming ervan.

Roger Avary, Terry Gilliam, James Mangold, Eric Kripke en Joseph Gordon-Levitt, allemaal hadden ze geprobeerd een film of tv-serie van de grond te krijgen, zonder resultaat. Een van de filmscripts – waarin Morpheus moest vechten tegen mechanische spinnen – werd door Gaiman tot ‘het slechtste script dat ik ooit las’ bestempeld.

Fast Forward naar 2022. De duurste Netflix-serie ooit heet The Sandman. En hij is gemaakt door… Neil Gaiman zelf.

In een interview met Time zegt Gaiman hierover: “It felt like we were doing something that was literally impossible. I’d spent 30 years waiting for somebody to make a bad Sandman film. And just hoping that if I was really lucky, maybe it wouldn’t be bad. So getting to a place where we’re given the money and the resources to make Sandman from the comics is unexpected and an absolute delight.”

Ik besloot de serie samen met mijn 13-jarige zoon te kijken. Voor hem was alles nieuw, voor mij was het alsof de strips tot leven kwamen.

In de strips zit Morpheus 70 jaar gevangen. In de serie hebben ze daar meer dan honderd jaar van gemaakt. Dat betekent dat hij nog steeds in 1916 gevangen genomen wordt, maar ontsnapt in een andere periode. Dat zorgt ervoor dat Gaiman, showrunner Allan Heinberg en David Goyer de ruimte hebben om dingen anders te doen dan in de comics. En daar waar ze het bronmateriaal niet slaafs volgen, gaat de serie er op vooruit. De grotere rol van de Corinthean, een ontsnapte nachtmerrie gespeeld door Boyd Holbrook die elke scène steelt waar hij inzit, de verhalen die los van elkaar stonden in de comics en in de serie aan elkaar geknoopt worden, de cast die diverser is en meer een afspiegeling van onze tijd.

Het ziet er allemaal ook prachtig uit. De Hel, de Dreaming, waar de The Sandman en zijn dromen en nachtmerries resideren, kosten noch moeite zijn gespaard om de comics tot leven te brengen. Ook de cast is fantastisch. Tom Sturridge is een uitstekende Morpheus, de rest van de acteurs is mogelijk nog beter.

Valt er dan niks aan te merken op de serie? Jawel. Wat ik merkte is dat Morpheus, niet de meest sympathieke entiteit in het universum, in de serie iets menselijker en daardoor ook iets gewoner werd. In de comics is hij ongrijpbaarder, afstandelijker, ongemakkelijker in de omgang. In de strips is hij vaak letterlijk larger than life, hier is hij iets teveel Tom Sturridge naar mijn smaak.

Death daarentegen is perfect, en precies om die reden. De Death in de comics is het tegenovergestelde van hoe De Dood normaal in fictie wordt afgebeeld. Geen in een donker gewaad gekleed skelet met bombastische stem, maar een eeuwenoude jonge vrouw met meer empathie dan welk ander levend wezen ook. In de serie zit ze maar in één aflevering, maar Kirby Howell-Baptiste is de perfecte personificatie van wat waarschijnlijk Gaiman’s meest geliefde personage is.

Gaiman: “I’ve spent 34 years now with people coming up to me and saying, your character Death in Sandman, she got me through the death of my child. She got me through the death of my parents, of my loved one, of my sibling, of my friend.”

Het allerbelangrijkste is misschien wel wat mijn zoon van The Sandman vond. Hij kende de strips enkel van mijn tatoeages (zowel Dream, Death als Delirium sieren mijn armen) en binge watchte de elf afleveringen met mij in drie avonden. Hij werd meegesleept in de verhalen, vroeg af en toe naar de historische achtergrond en heeft daarna van zijn eigen geld de eerste Sandman-bundels aangeschaft.

En zo is de cirkel weer rond.

Seizoen 1 van The Sandman is te zien op Netflix.

Dit artikel, door Marcel van Driel, is eerder verschenen in HSF (2022/3).

Marcel van Driel is schrijver van (voornamelijk) jeugdboeken.

www.marcelvandriel.nl

Leestips: SF-strips – Verborgen parels – HSF 2022/3

Ik weet niet waar ik meer van houd: boeken of strips. Als kind bracht ik in de bibliotheek al veel tijd door bij de kasten met strips en al snel begon ik de verhalen van Yoko Tsuno te verzamelen. Later ontdekte ik de wereld van de superheldenstrips. Ik was vooral fan van de X-men en Spider-Man. Maar uiteindelijk raakte ik daar een beetje op uitgekeken, vooral vanwege de voortdurende terugkeer naar de status quo na elke reeks. Ik ging me meer op de Europese strips richten, waar ik SF-pareltjes aantrof zoals de reeksen Carthago, Aquablue en Konvooi. Maar vrienden wezen me erop dat ik een wat beperkte visie had op de Amerikaanse strip. Bij onafhankelijke uitgevers zoals Darkhorse en Image verschenen SF-strips die wel afgeronde verhalen vertelden. Reeksen als Low, Prophet en Saga brachten me erg veel plezier.

 

Toch bleef al die tijd nog één terrein onontgonnen, namelijk dat van de ‘graphic novel’. Ook in die meer literaire vorm van het beeldverhaal, bleken SF-verhalen te verschijnen, in allerlei formaten en in allerlei tekenstijlen. Deze verhalen bleken echte verborgen juweeltjes, waar je nauwelijks mensen over hoort praten, maar die mij als SF-fan veel leesplezier bezorgden. Ze zitten ook vol fascinerende concepten en ideeën, die vaak op een menselijkere, meer persoonlijke manier worden uitgewerkt dan in de ‘mainstream’ stripverhalen. Al die andere strips lees ik natuurlijk ook nog steeds. Ik ben geen snob. Ik hou nog steeds van goede Europese strips en SF-strips van onafhankelijke Amerikaanse uitgevers en zelfs van superheldenverhalen (de Immortal Hulk-reeks van Al Ewing was bijvoorbeeld fantastisch). Maar die krijgen in SF-bladen en op YouTube-kanalen vanzelf al veel publiciteit. Volgens mij verdienen deze meer obscure strips het echter ook voor het voetlicht gebracht te worden. Bij dezen dus een paar tips voor ‘graphic novels’ met een SF-thema.

 

Titan (François Vigneault, Oni Press)

In een mijnkolonie op de Saturnusmaan Titan werken genetisch aangepaste reuzen onder toezicht van opzichters van de Aarde. De spanningen tussen de twee groepen stijgen. De nieuwe manager João da Silva komt er al snel achter dat het moeilijk zal worden de vrede te bewaren. Hij raakt bevriend met Titaan Phoebe Mackintosh, maar die heeft zo haar eigen geheimen.

Dit was oorspronkelijk een webcomic en dat is er ook wel aan te zien, want de tekeningen zijn best ruw, waarbij de karakters soms bijna op karikaturen lijken. Maar het is een rauwe omgeving met menselijke karakters, dus het past wel dat het niet allemaal zo mooi is. Het is bovendien geen verhaal voor kinderen. Dit verhaal bevat expliciet geweld en seks. Het draait uiteindelijk om kapitalisme en kolonialisme – dat er een aanbeveling van Cory Doctorow op de cover staat laat wel zien dat dit een politiek getint verhaal is. Toch was ik verrast door de wendingen in het verhaal. Dit is er zeker een die ik vaker ga lezen.

 

Far Arden en Crater XV (Kevin Cannon, Top Shelf Productions)

Far Arden begon omdat de tekenaar meedeed aan ’24 hour comic day’. Aan de eerste hoofdstukken zie je ook wel dat ze vlug getekend zijn. Ook later is de tekenstijl bedrieglijk simpel, met schetsmatig ingevulde achtergronden. Maar wat heb ik ervan genoten! Ten eerste omdat de boeken lekker zwaar aanvoelen. Ten tweede om de humor (met name geweldige onomatopeeën en onverwachte wendingen). Ten derde om het knap opgebouwde verhaal.

Army Shanks, een zeiler en avonturier, moet op zoek naar het legendarische ‘Far Arden’ dat zich binnen de poolcirkel zou bevinden. Is het SF? Het ligt op de grens, maar deze wereld is niet helemaal de onze en in Crater XV speelt ruimtevaart een belangrijke rol, dus ik reken het goed. Zoals in de beste SF draait het uiteindelijk om mensen en het slot van beide delen deelt een emotionele kaakslag uit. Je zou het niet verwachten bij een avonturenboek met zoveel humor, maar overmatige ambitie leidt meestal niet tot een voor iedereen even positieve afloop.

 

Satania (Vehlmann & Kerascoët, NBM Graphic Novels)

Dit is een van mijn persoonlijke favorieten. Ondertussen heb ik deze strip al twee keer gelezen, maar ik zal er vaker naar terugkeren. In de traditie van Jules Verne reist een gezelschap naar het binnenste van de aarde. Ze volgen een verdwenen onderzoeker die de theorie voorstond dat verhalen over duivelfiguren uit mythologie en religie terug te voeren zouden zijn op ondergronds overlevende Neanderthalers. De groep stuit op een heel ecosysteem hangend aan het plafond van een enorme grot boven een lavameer …

Ook hier zijn de karakters bijna kinderlijk eenvoudig getekend, met zwarte stippen als ogen, terwijl dit echt geen kinderverhaal is. De omgeving is bijna ziekelijk van kleur en wildgroei. In dit primordiale landschap komt de vraag centraal te staan wat beter is – leven als mens of als wilde? Fantastische fantasiedieren, avonturen in grotten en een einde dat uit de verhalen van Lovecraft afkomstig had kunnen zijn, alles komt samen in een geheel dat mijn verbeelding doet vonken. Een aanrader.

 

On A Sunbeam (Tillie Walden, First Second)

Met 534 pagina’s een flinke pil, deze ‘graphic novel’ van een jonge tekenaar. Gezien de kwaliteit van haar werk in dit boek, gaat er de komende decennia nog veel moois van haar verschijnen. Hier vertelt ze een heel persoonlijk verhaal in een ongebruikelijk space opera universum – een universum waar je geen mannen zult tegenkomen, maar daar wordt geen punt van gemaakt. Het gaat om twee meisjes die elkaar op school ontmoeten en verliefd op elkaar worden. Ze raken echter van elkaar gescheiden. Veel later vinden ze elkaar terug, maar of ze bij elkaar kunnen blijven? Dit verhaal over een queer romance wordt met veel gevoeligheid gebracht. Ondertussen ontdek je als lezer onder andere paleizen die in de ruimte zweven en ruimteschepen die er uitzien als vissen. De tekeningen zijn prachtig en het subtiele gebruik van kleur maakt je altijd meteen duidelijk op welk moment in de tijd je je bevindt. Geen grootschalige actie, al wordt het op het eind wel spannend, maar vooral herkenbare menselijke emoties. De moeite van het lezen waard.

 

Under-Earth (Chris Gooch, Top Shelf Productions)

Dit is ook al een pil, met 570 pagina’s, en ook weer een boek dat door het kleurgebruik duidelijk maakt in welke verhaallijn je je bevindt. Een heftig verhaal dat er geen doekjes om windt en dat het meest lijkt op dystopische boeken als 1984 of Fahrenheit 451. In deze niet zo mooie toekomstwereld dient een grot als gevangenis. Veroordeelden vormen daar een eigen maatschappij en daar gaat het niet altijd even eerlijk aan toe. Een timide man die moeite heeft zichzelf staande te houden in de gewelddadige omgeving, sluit vriendschap met een reus die eigenlijk niets liever wil dan lezen. Ondertussen zoeken twee vrouwen naar een manier om uit de gevangenis te ontsnappen. Maar daarvoor moeten ze binnendringen in de centrale toren van de bewakers …

Spannend, met ook hier weer veel aandacht voor de karakters, en een einde waarin de verschillende lijnen op een mooie manier bij elkaar komen. Omdat het zo grimmig is, is dit misschien niet een boek dat ik vaak zal herlezen, maar ik ben wel blij dat ik het in mijn collectie heb.

 

Universe! (Albert Monteys, Image)

Gezien de uitgever zou je verwachten dat dit een strip is die op de traditionele Amerikaanse manier is vormgegeven, maar dat is het dus niet. Ook deze strip verscheen oorspronkelijk online, in vijf delen. Deze delen staan allemaal op zichzelf, maar er zijn wel onderlinge verbanden aan te wijzen. De tekeningen doen Europees van stijl aan en zijn (anders dan sommige andere graphic novels) vrolijk gekleurd. De strip behandelt harde SF-concepten als tijdreizen, robots, buitenaards leven en zelf het begin van tijd en ruimte. Hierbij wordt gekozen voor een komische insteek, maar de speculatie is altijd interessant, vooral in een verhaal over een relatie tussen een echtpaar, van wie de vrouw iets sneller door de tijd beweegt dan de man. Ik moest er regelmatig bij grinniken, ook omdat de draak wordt gestoken met mensen die wetenschap vooral gebruiken om geld te verdienen. Wie houdt van grote ideeën, maar het niet erg vindt als daar een humoristische draai aan wordt gegeven, zal aan dit boek veel plezier kunnen beleven.

 

Black Star (Eric Anthony Glover & Arielle Jovellanos, Abrams Comicarts Megascope)

Waren de eerdere ‘graphic novels’ in dit artikel duidelijk strips voor volwassenen, deze kun je als ‘Young Adult’ kwalificeren. Dit is een spannend SF-verhaal vol actie en avontuur – precies waar ik van houd. Een ruimteschip stort neer op een gevaarlijke planeet. De shuttle is losgeraakt en komt een stuk verder neer. Harper North gaat onderweg. Ze blijkt echter niet de enige overlevende te zijn en de shuttle biedt slechts plaats aan één inzittende … Overstromingen, bosbranden en vulkaanuitbarstingen zijn maar een paar van de barrières op het pad van Harper North. En dan staat ze ook nog via het scherm op haar arm in verbinding met haar tegenstander, die een geheim van haar kent dat ze liever niet onder ogen wil zien. Weinig dialogen, veel tekeningen, dus deze las ik relatief snel. Misschien relatief weinig diepgang, maar ik genoot wel van het avontuur. En het verhaal laat zien dat mensen om te overleven in staat zijn om tot het uiterste te gaan.

 

The History of Science Fiction (Xavier Dollo & Djibril Morissette-Phan)

Strips hoeven geen fictieve verhalen te vertellen – er zijn ook talloze ‘graphic novels’ in het non-fictie genre. Zelfs eentje over de geschiedenis van de SF – ons geliefde genre. Twee robots die vliegen in een X-wing, betreden een landhuis en ontdekken daar artefacten uit de SF-geschiedenis. Deze raamvertelling neemt weinig plek in, want vooral komen schrijvers en vertellers tot leven om met elkaar in gesprek te gaan, worden belangrijke SF-verhalen in stripvorm naverteld en samengevat en krijgt de lezer talloze tips voor boeken, strips en films in het genre.

Meer aandacht voor moderne ontwikkelingen in de SF, zoals de opkomst van vrouwelijke schrijvers en schrijvers van andere afkomsten, zou prettig zijn geweest. Bovendien kende ik veel van de informatie al omdat ik me al eerder ook heb verdiept in de geschiedenis van de SF. Maar het is altijd leuk het nog eens in een andere vorm tot me te nemen. Wat in elk geval blijkt, is hoe rijk de geschiedenis van het genre is en hoe het altijd probeert ontwikkelingen in maatschappij en wetenschap onder de loep te leggen. Voor wie nog weinig weet van de geschiedenis van de SF als genre is dit een mooi startpunt, dat uitnodigt tot verdere verkenningen!

Dit artikel, door Johan Klein Haneveld, is eerder verschenen in HSF (2022/3).

EdgeZero. De beste Nederlandse genreverhalen uit 2021

EdgeZero-2021.jpg

EdgeZero. De beste Nederlandse genreverhalen uit 2021
EdgeZero Publicaties (2022) € 14,97
Omslag: Mike Jansen & Peter Kaptein/Tais Teng
Verkrijgbaar via Amazon.de

‘De beste Nederlandse genreverhalen’, moet eigenlijk natuurlijk ‘De beste Nederlandstalige genreverhalen zijn. Ik tel zo, in de gauwigheid, een drietal Vlaamse auteurs. Het is mierenneuken, dat weet ik, maar toch! Hoe dan ook… EdgeZero zet elk jaar weer de beste verhalen van het voorgaande jaar (nogmaals) op de kaart. De 2021 versie is alweer de zevende, waarin niet alleen de verhalen die in tijdschriften, bundels, dan wel anthologieën opgenomen zijn, maar ook een aantal die nooit eerder op papier verschenen, maar op het een of andere e-medium. Nergens anders en dat is wel even een frustratie verbijten en een groot gemis voor puristen van het papieren woord, als ik. Gelukkig is er een medium als EdgeZero, die dit gemis enigszins tenietdoet en het leed verzacht. Dit jaar een selectie van 24 verhalen van de, in totaal, 113 ingestuurde verhalen. Maar eigenlijk verdienen ze alle 113 een plaats, maar dan zou je wel een hele dikke anthologie krijgen.

Om bij het begin te beginnen, en waar in het algemeen aan voorbij gegaan wordt (door mezelf incluis), de omslagillustratie. Uiteraard van Tais Teng, en duidelijk als zodanig te herkennen. IJselijk goed!!!

– Mike Jansen – Voorwoord
Hierin verwondert hij zich over het relatief lage aantal nieuwe schrijvers, dat geen verhaal instuurt. Is EdgeZero daarvoor nog te onbekend? Oude, met alle respect, namen, weten je wel te vinden. Geen probleem. Maar de nieuwe lichting… toch nog te onbekend? Nog meer aan de weg timmeren? Misschien toch meer verschijnen op sociale media? Hopelijk lever ik met deze recensie en bescheiden bijdrage aan de naamsbekendheid van dit prachtige EdgeZero!!!
-Tais Teng – Ruimtesteden twinkelen niet (SF)
Ik weet niet of ik het anders las, dan dat ik het in HSF 276 las, maar ik was in een lichtelijk melancholische stemming en ik vond het vast nog veel mooier dan toen in 2021. Alhoewel de recensie daar ook al uitmuntend was. Hoe dan ook… alweer een prachtig verhaal van een van onze beste Nederlandstalige schrijvers én illustrators. Een ware duizendpoot!!!
-Anaïd Haen & Django Mathijssen – De doorbraak (SF)
Geen idee hoe de plaatsing van de verhalen in deze verzamelbundel tot stand is gekomen, maar als Tais Teng de eerste plaats bezette bij de vakkundige jury, dan was ‘De doorbraak’ dus nummer twee geworden. Daar zou ik prima mee kunnen leven. (U merkt wel dat dit is geschreven, voordat bekend werd dat Johan Klein Haneveld met ‘Ontsnappingspoging’ de publieksprijs had gewonnen). Prachtig verhaal over het stellen van prioriteiten en jezelf wegcijferen. Geweldig dat het in EdgeZero staat, want anders had ik het nooit gelezen. Het behaalde namelijk de zevende plaats in de Waterloper 2021 wedstrijd. Je mag je toch afvragen hoe de zes andere waren, als dit al zo’n geweldig verhaal was.
-Plomteux, Isabelle – I’ll fly with you (FA)
Isabelle is wel het drukste bazinnetje wat ik ken. Wat zij allemaal niet doet, daar word ik alleen al moe van als ik eraan denk én… ik zit zelf ook niet echt stil. Het schrijven is voor haar iets van de laatste tijd. Het fantastische moet je evenwel in ‘I’ll fly with you’ met een zaklamp zoeken, maar er is wel degelijk magie tussen de regels.
-Dick van der Bij – Achter in de tuin 15.07 (SF)
Dick van der Bij schrijft niet veel, maar wat hij schrijft mag er zijn. Het verhaal verscheen eerder in ‘Poe in de Polder’ en het is meer dan terecht opgenomen in deze versie van EdgeZero.
-Maarten Luikhoven – Hout Hakken (HO)
In het zweet des aanschijns… Niets mis mee. Degelijk handwerk. Kort en onverwacht. Die zijn het leukst!
-Eowen Valk – Bloed in de sneeuw (FA)
Oog om oog, tand om tand, zou een goede subtitel geweest zijn. Een verhaal van mededogen en eer.
-Michael Blommaert – De vervanger (HO)
‘De vervanger’ behandeld een meermalen voorkomend thema, maar daar wordt het niet minder gruwelijk van. Michael Blommaert schrijft meestal in samenwerking, maar in zijn eentje kan hij er ook wat van.
-Guido Eekhaut – De glimlachende dode (SF)
Gefascineerd door de mogelijkheden van dit originele verhaal, buitelen de ideeën en toepassingen door mijn brein. Guido Eekhaut schrijft originele en ideeënrijke boeken, maar zijn korte verhalen mogen er ook zeer zeker zijn. Ik zie dit gegeven zomaar nog eens als boek verschijnen, of toch niet? Door de publicatie in EdgeZero het verhaal niet gemist. Mijn dank is groot!!!
-Johan Klein Haneveld – Ontsnappingspoging (SF)
Johan lijkt aan hetzelfde te lijden als ik: reclamehaat. Wel… lijden… ik haat het. Dat is ook de reden dat ik niet naar de commerciële zenders kijk (het is sowieso Troep!) en op de publiekszender mijd ik het, door zoveel mogelijk programma’s terug te kijken en zodoende de reclame gaps (die steeds langer lijken) te overschrijven. Johan daarentegen schetst wel een gitzwart scenario. Kan hij aan het reclamegeweld ontsnappen? IJzingwekkende horror een de terecht winnaar van de publieksprijs!!!
-Wendy Torenvliet – Heathcliffs ronde (HO)
Natuurlijk heb ik eerdere verhalen van Wendy Torenvliet gelezen én ik vond ze geweldig. Dit verhaal is ook weer prima en het einde… is om te zoenen. Het behaalde de tweede plaats in de Waterloper 2021, wat mij meteen ook weer nieuwsgierig maakte naar de eerste plaats.
-Rick Vermunt – Op de wadden waait het altijd (FA)
Rick’s deelname aan de Stilte wedstrijd van Godijn. In vermoede geen fantastiek in de bijbehorende anthologie, dus liet hem gaan. Hoe kan een mens zich vergissen. Mooi verhaal over spoken uit het verleden. Je jaagt op ze en ze manifesteren zich. Mooi ingetogen verhaal.
-Anaïd Haen – Poes haat (FA)
Meestal schrijft Anaïd Haen samen met Django Mathijssen, maar alleen kan ze dat ook heel erg goed. ’Poes haat’ is in aanvang over een Winnie de Poeh, die te plagen en te pesten is. Maar… er is een breekpunt… Het verscheen oorspronkelijk in ‘Poe in de polder’, dus las ik het eerder, maar met graagte nog eens!
-Jan J.B. Kuipers – De vis (HO)
Jan J.B. Kuipers schrijft unieke proza. Je moet ervan houden, of je wilt of niet. ’De vis’, een bezield stuk porselein, boosaardig in al zijn vinnen en duivels goed voor al zijn eigenaren. Vervloek de vis, eer Jan J.B. Kuipers. Prachtige horror, die ik zeker al eerder las, maar zeker geen straf, het nog eens tot me te nemen.
-Mike Jansen & Maarten Luikhoven – Tribunaal (SF)
Prachtverhaal!!! Maarten Luikhoven ken ik niet zo goed, maar van Mike Jansen weet ik dat hij in samenwerking kan excelleren en uitstijgen boven zichzelf. Ik wil veel, heel erg veel, van dit soort verhalen, want de internationale allure is zeer hoog te noemen. Ik ben wel benieuwd wat wie welke inbreng in ‘Tribunaal’ is.
-Kelly van der Laan & Wendy Torenvliet – Het water kruipt waar het niet gaan kan (SF)
Volgens mij een nieuw duo en dan meteen al een indrukwekkende dystopie. Een wereld waarin ik zeker niet zo willen leven. Een angstwekkende maar ook romantische 1984 versie.
-Django Mathijssen – De schone slaapster symfonie (SF)
Magnifiek verhaal, magnifiek verteld en magnifiek gecomponeerd. Intiem en klein, maar oh zo groots, verteld verhaal over grootse muziek en uiteindelijk vernietigend. Hoe komt de man erop? Misschien doet het me zoveel omdat ik een groot Texel liefhebber ben, die de stilte, weidsheid en compacte miniatuur Nederland zo kan waarderen en mijn hele leven al kan omarmen.
-Hay van den Munckhof – Madeliefje (FA)
Ik ken Hay van den Munckhof niet goed genoeg om te kunnen bepalen of ‘Madeliefje’ een typisch verhaal is voor hem. Ik denk het niet, maar je weet het maar nooit. Ik heb er in ieder geval van genoten. De grijns ligt nog op mijn lippen, als ik dit schrijf.
-Laura Scheepers – De verdwenen vrouw (SP)
Laura Scheepers was al een paar keer aangewezen als nieuw talent. Nu, in een vrij simpele whodunnit, uit de negentiende eeuw, weet ze een aardig bovennatuurlijke twist te geven aan het detectiveverhaal en kan ik zeggen dat ik minder voorspelbare verhalen heb gelezen.
-Jaap Boekestein – Gratie voor de Vaas van de Krijgsmaagd (SF)
Op verschillende locaties en bij diverse gelegenheden, zegt Jaap dat hij al 385.000 woorden over Sergio Wilhelm Wang-von Luhfthoven geschreven heeft en nog wel even door kan. Die heb ik zeker en vast nog niet allemaal gelezen. Gelukkig verschijnen deze verhalen te pas en te onpas, dus wordt mijn honger regelmatig gestild. Toch ben ik zachtjes aan zeer benieuwd aan het worden, hoe die 385.000 ons uiteindelijk gaan bereiken. Een oneindige rij van verhalenbundels trekken aan mijn geestesoog voorbij. Wel… we wachten maar ongeduldig af. Zelfs het herlezen van dit verhaal (slechts ± 1200 woorden tellend), verzoet het smartelijk als verliezen aandoende, gevoel. Snel Jaap… nieuwe dosis!!!
-Debby Willems – Glazen tellen (HO)
Een uitermate eng verhaal. Uiteraard eerder gelezen in ‘Poe in de Polder’ (komt nogal eens voor in deze anthologie), maar verscheen ook al in 2014 in Insomnia. Hoe dan ook… ontzettend eng verhaal over een monster. Fijn om te weten dat het op je wacht!
-Frank Roger – De wachtkamer (SF)
Tijdreisverhaal met een typische Frank Roger twist. Ik denk dat als ik dit verhaal zou lezen zonder te weten dat het van Frank was, dat ik het zonder twijfel aan hem zou toeschrijven. In het buitenland zijn ze ook dol op Frank. Vertalingen in het Fins, Chinees, Grieks of wat voor taal dan ook, komen regelmatig op Facebook voorbij.
-Paul van Leeuwenkamp – Gesynchroniseerde bezieling (FA)
Paul van Leeuwenkamp publiceert niet overdreven veel, maar wat hij publiceert, is de moeite meer dan waard. Dit verhaal verscheen eerder in ‘Ganymedes 21’. In die recensie schreef ik al: ‘Fascinerend goed’ en daar sluit ik me na deze herlezing graag bij aan.
-Kelly van der laan – Geen weerstand (HO)
Heel mooi en gevoelig spookverhaal. ‘Over een spook dat steeds sterker ging spoken’, schreef ik destijds in mijn recensie van ‘Poe in de Polder’. Dus… prachtig!!!
-Mike Jansen – De bron (FA)
Prachtverhaal dat gelukkig tot ons komt via EdgeZero. Indien dat niet het geval was geweest, waren we weer verstoken gebleven van dit topverhaal, dat de achtste plaats in de Waterloper 2021 behaalde. Dat was dan wel weer meer dan jammer geweest. Ik blijf me dan steeds afvragen wat de eerste zeven dan wel weer niet voor topverhalen moeten zijn geweest.

En… daarmee komen we weer aan het eind van een prachtig jaar van fantastieke verhalen. Ik ben benieuwd of 2022 ook zo’n top jaar zal zijn, maar daar moeten nog weer even op wachten. Maar als ik mijn ervaringen van dat jaar eens na ga, dan moet het welhaast ook weer een topjaar geweest zijn. Er wordt zoveel moois geschreven in ons landje, dat het Mike Jansen weinig moeite zal kosten er weer een hele (dikke) EdgeZero mee te vullen.

Jos Lexmond

Fairy Tale – Stephen King (HO)

Fairy-Tale.jpg

Fairy Tale – Stephen King (HO)
Oorspr.: Fairy Tale (Scribner Book Company, New York City, New York) – 2022)
Meulenhoff Boekerij bv, Amsterdam (2021)
590 pagina’s, € 24,99
Vertaling: Annemarie Lodewijk
Omslag: Will Staehle/Unusual Corporation & DPS Design & Prepress Studio, Amsterdam

Stephen King… het is al zo vaak en door zoveel mensen gezegd, maar wat een schrijfgenie is deze man. Het lijkt zo gemakkelijk te komen en hem bijna geen moeite te kosten. Met het groeien der jaren, lijken zijn verhalen ook steeds meer te groeien, al was ‘meer’ welhaast niet meer mogelijk. Zijn gehele oeuvre staat al bol van de bestsellers. Als je ‘Fairy Tale’ alleen al openslaat, dan is het eerste wat je ziet, een onafzienbare lijst met boektitels, waar drie kolommen voor nodig zijn, want anders past dat niet meer op één pagina. Mocht je de lust bekruipen om eens met Stephen King te beginnen en al zijn boeken willen lezen, dan ben je, denk ik, zeker twee jaar (als het niet meer is) bezig om je daar doorheen te werken. En dan hebben we zijn korte verhalen nog niet eens meegeteld. Prachtig! Of je nu een vriend of vijand van Stephen King bent, je kunt alleen maar een diepe bewondering hebben voor zo’n prestatie!

Sommige mensen vinden hem te traag schrijven, of misschien te veel woorden nodig te hebben om het verhaal te vertellen, maar ik zit na anderhalve pagina al zo stevig in het verhaal, dat het onmogelijk is weg te leggen. Je wordt bij wijze van spreken rechtstreeks het verhaal ingetrokken. Dus… als het al traag is… dan is traag mooi!

Het is heel even later en ik ben nu bij pagina zeventig. Ik breek er even tussen uit om op te merken dat het lezen van ‘Fairy Tale’ op dit moment aanvoelt alsof ik in een warm bad zit. Het voelt als een oude, warme en behaaglijke jas en King schrijft als een elektromagneet. Het treft me alsof de schakelaar op ‘MAX’ staat. Einde intermezzo!

De superlatieven buitelen over je heen. Excuses, maar ik kan er niets aan doen. Overigens… er is, buiten wat hinten, nog steeds niets fantastisch gebeurt en ik ben inmiddels aangeland bij pagina 174, hoofdstuk 10. Maar het gaat gebeuren! Tussen neus en lippen merkt Stephen King nog even op dat de verteller ‘de bron der wereld’ ontleend heeft aan een griezelverhaal van Henry Kuttner. Ik kan het niet helpen, maar ik wil dat dan meteen terug zien te vinden, én… gevonden! Het komt uit ‘The Well of the Worlds’ uit 1953. U ziet wel dat het niet heel erg moeilijk was. King kent zijn klassieken.

Het verhaal! Charlie Readie, een jongen, zeventien jaar, hoort na een honkbaltraining de oude hond van meneer Bowditch, Radar, angstig en droevig janken. Als hij gaat kijken vindt hij meneer Bowditch in de tuin met een gebroken been. Hij belt 911 en het eind van het liedje, of misschien liever… het begin van het liedje, is dat meneer Bowditch in het ziekenhuis verdwijnt en Radar aan de goede zorgen van Charlie overlaat, alsmede ook de zorg over zijn huis. Een groot oud huis op de top van een hoge heuvel, met een afgesloten schuur in de achtertuin. Soms komen er vreemde geluiden uit de schuur. Charlie heeft zelf ook een voorgeschiedenis, maar daar moet u zelf maar over lezen. Als meneer Bowditch overlijdt, laat hij Radar aan Charlie, die inmiddels zijn hart heeft verloren aan de grote hond, maar ook een cassettebandje met een verhaal zo absurd, dat niemand het zou geloven. In de schuur zit een poort naar een andere wereld verborgen.

In eerste instantie leest het als een sprookje, maar allengs verwordt het tot een duister sprookje, tot een regelrechte nachtmerrie. Prachtig beschreven en prachtig verteld. Het heeft als basis, uiteraard zou ik bijna zeggen, zijn oorsprong in het sprookje ‘Vrouw Holle’ en het doet qua basisgegeven ook wel denken aan Kings verhaal ’22-11-1963’, maar daar blijft het wel bij. Het verhaal is volstrekt origineel. Het strijd bij mij om de persoonlijke prijs voor het beste recensieboek wat ik las in 2022, samen met ‘Verbonden’ van Octavia Butler. Kannie kiezen, maar het zegt voldoende als ik zeg dat ik eenenvijftig recensies schreef in 2022.

Als een soortement van ‘opdracht aan’ staat voorin het boek: Denkend aan REH, ERB en vanzelfsprekend, HPL. Ik heb zo’n idee dat velen van u dit gewoon voor waar aangenomen hebben en dat kan ik me voorstellen. Je moet een wel een beetje een Fantastiek Fan (lees: fanaat), zoals ik zelve, zijn om er Robert Ervin Howard (de geestelijk vader van Conan), Edgar Rice Burroughs (de geestelijk vader van Tarzan, Carson van Venus en John Carter van Mars, én meer) en uiteraard Howard Philip Lovecraft (de geestelijk vader van de wereldberoemde Cthulhu mythen) in te herkennen. Prachtige schrijvers van beroemde werken uit de geschiedenis van de Fantastiek én van helaas wat oudere generatie die de jeugd al niet meer herkend. Heel jammer!

Alweer een prachtig boek van Stephen King. Ik heb het al een paar keer gezegd. Ik ben alweer benieuwd naar zijn volgende boek. Het maakt me ook een beetje bang voor het komende King loze tijdperk. Hij verrijkt tenslotte al zo’n beetje mijn hele leesbare leven. Hij is tenminste al vijfenzeventig, hoelang tijd is hem nog beschoren? Het is haast niet voor te stellen dat deze gigant er niet meer zal zijn. Maar niet te lang over nadenken. Hoe dan ook… ‘Fairy Taile’ zeker aanschaffen! Ik weet zeker dat u, net als ik, binnen de kortste keren verknocht zult zijn aan het verhaal en het boek niet weg zal kunnen leggen!

Jos Lexmond

De zwarte schim – Johan Klein Haneveld

De-zwarte-schim.jpg

De zwarte schim – Johan Klein Haneveld (SF)
Godijn Publishing, Hoorn (2022)
290 pagina’s; prijs 19,99
Omslag: Jeroen Mies
Omslagillustratie: Cornell Göksu

Allereerst excuses dat het zo lang duurde voordat de recensie dezes kwam. ‘De zwarte schim’ verscheen al in juni van dit jaar en het is nu december (januari inmiddels). Kwalijk, maar aan mij ging een heel medisch traject het laatste half jaar voorbij. Daarvoor ook al, maar niet zo heftig als dit half jaar. Het recenseren gaat me ook wat moeilijker af. Het kost wat meer tijd, maar daar laat ik me niet door weerhouden het te doen. Excuses aan Johan Klein Haneveld en Godijn Publishing zijn zeker op zijn plaats. Bij dezen!!!

Al een paar keer eerder vroeg ik me af of Johan kleine Haneveld nu eigenlijk een schrijver van korte verhalen, of een schrijver van romans was. Daar kwam ik telkens niet echt uit. Van de week las ik het interview (het eerste deel dan) met Frank Roger op Fantasize.nl en daar zei hij (als ik hem mag quoten (denk het wel)): “Het korte verhaal is een aparte literaire vorm. Een verhaal is niet zomaar een kort romannetje. De meeste auteurs zijn goed in het verhaal of in de roman, maar zelden in beiden.” Dat zinnetje zette me alweer aan het denken en na lang wikken, wegen en twijfelen moest ik hem toch gelijk geven. Uiteraard zijn er uitzonderingen. Een Jack Vance kon beiden heel erg goed en bijvoorbeeld Arthur C. Clarke was er ook best goed in, maar verder zie je toch dat een schrijver of het een, of het ander is. Frank Roger zelf is natuurlijk echt een korte verhalenschrijver, want Frank heeft nog geen roman gepubliceerd, maar dat zie ik hem ook niet doen. Hij is volmaakt tevreden met wat hij is. Maar goed, we hadden het nu niet over Frank, maar over Johan. Sinds bekend werd dat hij de EdgeZero Award 2021 (de trofee voor het verhaal dat door het lezend publiek als beste verhaal van een editie wordt uitgeroepen) met ‘Ontsnappingspoging’ gewonnen heeft, ben ik om en eruit. Johan is voor mij in eerste instantie een korte verhalenschrijver, met uitstapjes naar het romanschrijverschap, gelardeerd met uitwassen naar alle kanten die de Fantastiek ook maar te bieden heeft. Poe, Poe… dit was een zware bevalling.

Mag je daarom zeggen dat de boeken van Johan slecht zijn? Absoluut niet!!! In tegendeel zou ik haast zeggen, maar zijn kortere verhalen hebben iets van ‘Je ne sais quoi’ (ofwel… ik weet het niet), iets wat dus niet onder woorden te brengen valt, maar het is er wel. Ofwel… ik vind zijn korte verhalen net iets lekkerder dan zijn romans. Dit is lekker duidelijk, niet? Welaan… laat ik dan maar eens zeggen wat ik van ‘De zwarte schim’ vindt.

Space Opera… altijd leuk om te lezen. Keizerrijken, imperiale vloten, flar flung in de onmetelijke ruimte tussen melkwegen, gigantische ruimteslagen en militaire toestanden. Dat soort dingen komen er over het algemeen in voor, en hoe groter en meer hoe beter over het algemeen. Een aantal van deze Space Opera invloeden komen ook voor in Johans ‘De zwarte schim’. Maar… er zijn nog wat andere slimmigheidjes ingebakken, die je in eerste instantie niet door hebt, maar die je tegen het einde gaan verrassen. Dus leuk! Johan weet als geen ander de spanning op te bouwen en vast te houden, zodat je letterlijk en figuurlijk door het verhaal heen gesleurd wordt. Verder ga ik niet. Als je een rechtgeaarde SF-liefhebber bent, moet je ‘De zwarte schim’ gewoon aanschaffen en lezen. Voor mij was het een genot weer eens een echte Nederlandse Space Opera onder en door de ogen te krijgen.

Is de laatste alinea niet een beetje in tegenspraak met wat er daarvoor staat, Lexmond? Nee! Dat vind ik niet, want ondanks het feit dat ik genoten heb van ‘De zwarte schim’ blijf ik bij mijn standpunt dat Johans korte verhalen me toch meer aanspreken. Maar dat neemt absoluut niet weg dat ik zijn boeken hogelijk kan waarderen. Dus laat maar komen!!! Maar… de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat zijn bundel: ‘De laatste verkenner. Verre werelden, verre toekomsten’ die in april bij Godijn Publishing staat te verschijnen, een grote aantrekkingskracht heeft op me. Dus daar kijk ik alvast naar uit.

Jos Lexmond

Zwartruimte – Jasper Polane

Zwartruimte.jpg

Zwartruimte – Jasper Polane (SF)
Quasis Uitgevers (2022)
321 pagina’s; prijs 27,00
Omslag: Petra Polane-Loijenga
Illustratie: Jasper Polane

In mijn laatste recensie, die van ‘Sterrenlichaam’ van Roderick Leeuwenhart, schreef ik dat Roderick met ‘Sterrenlichaam’ in ieder geval tot de hoofdklasse van SF-auteurs in het Nederlandse taalgebied was toegetreden! Graag had ik dat bij Jasper met zijn ‘Zwartruimte’ ook zo geschreven, maar Jasper behoorde al tot de hoofdklasse. Het houd nu hooguit in dat hij er nog steviger in staat!!!

Voordat ik met de eigenlijke recensie begin (natuurlijk ben ik allang begonnen) wil ik toch diegene complimenteren die verantwoordelijk is voor de algehele boekverzorging. Die wordt namelijk nogal eens vergeten en opereert meestal op de achtergrond. Uiteraard maakte Jasper de illustratie, maar voor de rest is toch Petra Polane-Loijenga degene (als ik het goed begrepen heb) die verantwoordelijk is voor de graphics. Het boek oogt zeer fraai, ademt luxe, stijl en is schitterend en dan heb ik het dus niet eens over de inhoud. Het boek ligt heerlijk in de hand tijdens het lezen. Elke auteur zou in zijn handjes knijpen met zo’n vrouw. Driewerf lof dus!!! Omslagontwerpers en ook illustrators worden nauwelijks genoemd in recensies, maar zijn meestal wel de gateway tot het boek en verhaal. Zonder een mooie omslag en illustratie meestentijds geen aantrekking en geen verkoop. Het smoeltje, om het zo maar eens te zeggen, is uitermate belangrijk.

En dan nu over naar de werkelijke recensie (zei hij, al bijna tweehonderd woorden ver in zijn verhaal zijnde). ‘Zwartruimte’ begint dus al in 2018 met het verschijnen van ‘Witruimte’ in Ganymedes 18 (en later nog eens als publiekswinnaar van 2018 in EdgeZero 2018). Deze zin om maar eens aan te geven dat de bestaansgeschiedenis meestal geen kattenpis is. Als je dus bedenkt dat het nu al 2022 is, wil dat zeggen dat Jasper er al 4 jaar mee bezig geweest is. Waarschijnlijk niet continu. Er zal best nog wel wat anders tussendoor gebeurd zijn, maar op de achtergrond zal het altijd wel gespeeld hebben en zachtjesaan gegroeid zijn. Respect dus voor het doorzettingsvermogen. Je moet meer dan gemotiveerd zijn om een verhaal om te bouwen naar een consistent boek. Het resultaat is er dan ook wel naar. De opgeroepen beelden zijn rijk geïllustreerd als je ze tot je neemt. Het verhaal munt uit door de gedane research en puilt uit van de details. Sommige zullen er niet echt toe doen, maar als ze er niet waren zouden ze node gemist worden. Ze vervolmaken en verlevendigen. Ook ‘Zwartruimte’ is alweer SF van internationale allure en verdient, net als ‘Sterrenlichaam’ van Roderick Leeuwenhart een Angelsaksische (en wellicht ook een Chinese) vertaling en introductie.

En nu… nu moet ik iets vertellen over de inhoud! Een schier onmogelijke taak, want je kan er niet zomaar een paar stukjes uit plukken, dat zou geen eer doen aan het verhaal. Maar het verhaal is complex, tijden lopen in elkaar over en mensen blijven mensen, ondanks dat ze hun menszijn ontgroeid zijn. Ze zijn meer dan dat geworden en schikken tijdlijnen en veranderen werkelijkheden naar believen en behoefte. Lopende band medewerker Tobias RGZ-193 is een dromer en hij mijmert er vaak op los. Hij en zijn collega’s zijn niet meer dan slaven opgedreven door opzieners met stroomstokken, die elektrische schokken uitdelen als het werk niet naar wens en/of voldoende snel wordt uitgevoerd. Maar Tobias ziet patronen achter de gang van zaken en heeft een gave. De gave om te begrijpen hoe ingewikkelde machines werken en uiteindelijk ook hoe de witruimte werkt en hoe hij er zelf beter van kan worden.

Het verhaal speelt zich af tussen 1453 en 2600, maar veel pijl is daar niet op te trekken omdat telkenmale een her configuratie van de tijd plaatsvindt, waardoor het tijdsbeeld telkenmale anders is. Pracht verhaal, om het nog maar eens te zeggen. En… als ik het goed begrepen heb, is Jasper er nog niet mee klaar. Een mailwisseling met Paul van Leeuwenkamp, bracht een geheel nieuw en nog niet ontgonnen terrein in dezelfde omgeving aan het licht. Of het een verhaal, of een nieuw boek wordt, is bij deze recensent nog niet bekend. Maar hij houdt het scherp in de gaten, want hij is inmiddels verslingerd geraakt aan de Witruimte, Zwartruimte of misschien wel Grijsruimte. Meer van dit graag!!!

Jos Lexmond