Wookies en konijnenoren – HSF (2018/X)

Star Wars vinden in Final Fantasy – Eddie A. van Dijk

De eerste Star Wars-trilogie heeft iets bijzonders. De combinatie van visie, talent maar zeker ook de beperkingen op het budget en special effects hebben geleid tot meer dan de som der delen. De films hebben een bepaalde sfeer die sindsdien herhaaldelijk is geprobeerd te herhalen, met gemengde resultaten.

Een van de aspecten die Star Wars maakt wat het is, is dat het vrijwel geen SF meer te noemen is. Het leent heel veel van het fantasygenre, van de ‘Hero’s Journey’ tot magie en magische zwaarden, al zijn die voorzien van een flinterdun laagje SF. Eigenlijk het enige aspect dat nog SF te noemen is de vormgeving: de planeten, de wapens, de buitenaardse wezens en de ruimteschepen. Noem het Science Fantasy, noem het toekomstgerichte fantasy, het feit blijft dat Star Wars zich als geen ander bevindt op dat grensgebied tussen fantasy en sciencefiction.

Alhoewel, als geen ander? De gedachte aan Final Fantasy komt bij mij op. Deze Japanse computerspelreeks is begonnen als Dungeons & Dragons-achtige fantasy. De serie is echter geen opeenvolging van verhalen in dezelfde wereld. Het is het best te omschrijven als een iteratieve anthologie waarbij ieder deel in de hoofdreeks elementen overneemt van de vorige delen. In de afgelopen dertig jaar (deel één van de serie kwam uit in 1987) heeft deze aanpak de serie in een volstrekt eigen richting gestuurd. Het duurde dan ook niet lang voordat SF-concepten hun intrede deden. Tegen de tijd dat Final Fantasy VII verscheen (in 1997) werden er lustig elementen uit contemporaine SF opgenomen in het verhaal en de wereld. Final Fantasy begon zich steeds meer te begeven in hetzelfde schemergebied tussen fantasy en sciencefiction als waar Star Wars al was. Zodoende komen we in 2006 aan bij Final Fantasy XII, waarvan in 2017 een gemoderniseerde versie uitgegeven is onder de titel Final Fantasy XII: The Zodiac Age. Dat is tevens de versie die ik gespeeld heb.

Final Fantasy XII is niets anders dan een Star Wars-pastiche. Het plot van het spel alleen al maakt dit duidelijk. Het in een woestijn gelegen koninkrijk Dalmasca is enkele jaren geleden veroverd door het keizerrijk van Archadia. Het straatschoffie Vaan raakt betrokken bij de opstand tegen het keizerrijk. Samen met zijn beste vriendin Penello, en de luchtpiraten Balthier en copiloot Fran, moet hij zien te voorkomen dat het keizerrijk een nieuw superwapen in handen krijgt. Uiteraard moet onderweg de prinses van Dalmasca, Ashe, gered worden uit een luchtfregat van het keizerrijk, de hulp gezocht worden van een mystieke wijsgeer in een afgelegen tempel en uiteindelijk het superwapen, het gigantische luchtfort Bahamut, gestopt worden. Ook probeert het spel het ‘Luke, I am your father’-moment van The Empire Strikes Back na te bootsen. Zo blijkt Balthier de zoon van de gestoorde hoofdwetenschapper van het keizerrijk te zijn en de linkerhand van de keizer, de tweelingbroer van Bash, de onteerde generaal die zich bij het verzet voegt. Geen van die openbaringen kan op tegen het iconische Star Wars-moment, maar de intentie is overduidelijk.

Dat het spel veel leent van het plot van de oorspronkelijke drie Star Wars-films helpt in het creëren van dat Star Wars-gevoel, maar het gaat verder dan dat. Final Fantasy XII maakt doelbewust gebruik van een aantal ingrediënten die de Star Wars-formule zo uniek maken.

Ten eerste is er de kosmopolische sfeer. De Mos Eisley Cantina scène uit A New Hope, een iconische scene die wat mij betreft dit aspect van Star Wars verbeeldt. De Cantina is een verzamelplek voor de kleurrijke criminele elementen van Mos Eisley. Naast mensen zien we hier ook niet-menselijke wezens in een grote verscheidenheid aan vormen wat als de normaalste zaak van de wereld wordt beschouwd. Als je in Final Fantasy XII door de straten van Dalmasca loopt tussen de lompe gehoornde Seeq, de slungelige Bangaa met hun vier oren en de muisachtige Moogles, heb je datzelfde gevoel. Wat hieraan opvalt is dat er dus niet eens zoveel soorten wezens rond hoeven te lopen om dat aspect van de Star Wars-formule te vatten. Het gaat er vooral om dat ze anders zijn, duidelijk niet-menselijk van vorm. En niet de in fantasy standaard elven en dwergen, noch de ‘bumpy-forehead’ aliens van series zoals Star Trek.

Ook van belang is dat je ziet dat er geleefd wordt. In Star Wars is niet ieder ruimteschip een glimmende raket in perfecte staat. De straten zijn niet schoon. Het mag, nee, moet allemaal tekenen van verval tonen, van gebruik en herhaaldelijke reparaties. Er mag graffiti op de muren staan en stof opgehoopt liggen in de hoeken. Ook dat weet Final Fantasy XII goed te pakken. Zelfs de hoofdstad van Archadia, met zijn wolkenkrabbers en vliegende wagens (een beeld dat sterk doet denken aan Coruscant) komt geleefd over. Dit wordt voor een groot deel bewerkstelligd door de schilderachtige texturen die gebruikt worden. Het bereikt dus een Star Wars-achtig effect op een geheel eigen manier. Deze sfeer staat weer in contrast met de glimmende oppervlakten van de schepen van het keizerrijk in zowel Star Wars als Final Fantasy XII.

Uiteraard is de muziek ook van groot belang. Ik ben persoonlijk van mening dat die unieke sfeer van Star Wars voor minstens vijftig procent voortkomt uit de muziek van John Williams. Een van mijn grootste angsten is dan ook dat met het wegvallen van Williams (die immers al ver in de 80 is) het onmogelijk zal zijn om die Star Wars-sfeer te hervatten. De muziek van Final Fantasy XII biedt hoop, zeker als we luisteren naar de nieuwe orkestrale versie van The Zodiac Age. Niet dat het een directe kopie is van de muziek van Williams. Final Fantasy heeft met de jaren een eigen muzikale traditie opgebouwd die ook in ere gehouden moet worden. Maar zo nu en dan lijkt er een echo van Williams’ composities door te schemeren. Een ritme hier, een fragment van een melodie daar. En dat is genoeg om toch die Star Wars-sfeer over te brengen.

Een Star Wars-verhaal is niet compleet zonder gevechten tussen honderden schepen: X-Wings en TIE-Fighters die rondom grote fregatten de strijd aangaan. In het luchtruim boven Ivalice, de wereld van Final Fantasy XII, vindt meerdere malen dergelijke schouwspelen plaats met door magie gedreven luchtschepen in plaats van door ion-motoren voortgestuwde ruimteschepen. Het is denk ik de aanwezigheid van luchtschepen in vele Final Fantasy spellen die het mogelijk maakte voor de makers om te denken over het maken een Star Wars-pastiche in deze reeks.

Een ander aspect die Final Fantasy XII en Star Wars gemeen hebben, is een mate van Oriëntalisme. Dat wil zeggen: beide gebruiken het in het westen ontwikkeld, grotendeels fictief beeld van het Midden-Oosten dat weinig van doen heeft met de werkelijkheid, om een mate van exotisme te bewerkstelligen. De bekende scene met Leia in handen van Jabba the Hut in The Return of the Jedi is een mooi voorbeeld hiervan. Maar het creëert vanaf de eerste film al een groot deel van de sfeer van Tatooine. Het is niet anders in Ivalice. Final Fantasy XII is hier zelfs wat opzichtiger in dan in Star Wars. Het gebruiken van een dergelijk verdraaid beeld van culturen is uiteraard niet geheel onproblematisch, maar we kunnen niet ontkennen dat het een deel is van de Star Wars-formule.

Door deze elementen doelbewust samen te voegen weet Final Fantasy XII een herkenbare en effectieve Star Wars-pastiche neer te zetten. En het weet dit te doen terwijl het ook duidelijk herkenbaar een Final Fantasy spel blijft. Je hebt nog altijd de magische kristallen die een belangrijk deel van het plot zijn, er zijn nog steeds de Moogles en de Chocobos, dezelfde net-iets-te-overdreven vormgeving van de omgevingen en personages. En het is nog steeds, zonder enige twijfel, een second world fantasy wereld. Dus dat is wat Final Fantasy XII ons leert, dat de scheidslijn tussen SF en fantasy in de regionen van de Science Fantasy waar Star Wars en Final Fantasy zich begeven, flinterdun is. Als Final Fantasy ooit het luchtruim verruild voor de sterren dan zal de grens tussen SF en fantasy definitief doorbroken zijn. En er kan beargumenteerd worden dat Final Fantasy met de film The Spirits Within uit 2001 die stap reeds genomen heeft, alhoewel veel Final Fantasy-fans die film maar al te graag willen vergeten.

Waarom de Chewbacca-rol, de copiloot van de smokkelaar/luchtpiraat, vervuld wordt door een halfnaakte vrouw met konijnenoren genaamd Fran, daar kan ik geen antwoord op geven, behalve dat het toch een Japans spel blijft.

Eerder verschenen in het proefnummer van HSF (2018/X).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *